De Attersee en Wenen
Francisca is in een internationale familie
meertalig grootgebracht en zoiets biedt
natuurlijk aan een jong, opgroeiend mens
dat nieuwsgierig en leergierig is, enorme
perspectieven. Haar familie heeft zich ver
spreid over de hele aardbol.
Als kind genoot ze van logeerpartijen in
Engeland, Zwitserland, Frankrijk, Zweden en
Oostenrijk. Haar moeder was een Weense
net de Nederlandse nationaliteit) en haar
grootmoeder, die afwisselend in Wenen en
Salzburg woonde, had een zomerhuis aan de
Oostenrijkse Attersee, waar de familie menige vakantie doorbracht.
"Dat was voor mij iets heel gewoons", vertelt Francisca. "Ik herinner me nog
goed dat er tijdens mijn lagere schooltijd aan de kinderen in de klas werd
gevraagd wie er met vakantie naar het buitenland ging. Enkele kinderen staken
hun vinger op en mochten vertellen waar ze dan naar toe gingen. Datzelfde
v erd gevraagd aan de kinderen die in Nederland bleven. Toen ik aan de beurt
kwam, vertelde ik dat ik naar Steinbach am Attersee ging. ledereen heeft me
zitten uitlachen, maar voor mij was dat toch mijn 'moederland', dus een soort
binnenland." Een moederland met herinneringen aan zwerftochten door een
prachtig merengebied, 'paddeltochten' over de Attersee en zomeravonden met
een glas wijn op het met houtsnijwerk versierde balkon en met een fascinerend
uitzicht over het meer. Dat alles vlakbij de plek waar Gustav Mahler zich terug-
t ok om te werken en Gustav Klimt - de Oostenrijkse Toorop - vele zomers met
zijn vriendin Emilie Flöge in Villa Paulick (Seewalchen) doorbracht. Wat de
t.oordzee voor Toorop was, was de Attersee voor Klimt.
"Wenen is voor mij een echte smeltkroes, het laatste bastion van het westen,
het eerste van het oosten. Ik vind het nog steeds een boeiende, ademende
siad, ondanks stof en smoezeligheid nog vol schoonheid. De kunstschatten heb
er leren kennen onder leiding van Peter von Baldass, een oude rot in het vak.
Wenen raakt gelukkig 'de geur' van z'n bewogen verleden niet kwijt en tintelt -
hoewel in mindere mate dan Salzburg - nog van muziek, van Mozart, Mahler en
irauss. En de taal 'zingt' aan alle kanten. Je zou bijna denken dat het moeilijk is
om boos te worden in het Weens", Francisca lacht, "maar het kan Ik heb wel
'os een lichtelijk 'gespleten' gevoel; voel me soms voor een Nederlander te
romantisch en voor een Oostenrijker weer te nuchter, ik hang er dan een beetje
t jssenin. 't Heeft ook z'n voordelen, zo kun je van allebei iets meenemen."
Op mijn vraag naar de verschillen tussen Nederlanders en Oostenrijkers, ant
woordt ze na enige aarzeling: "Tja, Nederlanders tutoyeren elkaar veel vlugger,
en ze bemoeien zich te snel met teveel. Wat mij in sommige Oostenrijkers,
vooral de Weners, aanspreekt is hun enorme gevoel voor humor."
Fransje (r.) met broertje Eduard en
nichtje Lorle, Steinbach am Attersee,
ca. 1955.
Francisca en Arnold van Houtum-van
Vloten met honden Maya en Robbie,
Steinbach am Attersee, ca. 1980.