Vloten voor De Kraaienhorst bij Nunspeet, ca. 1920. Grootouders Octavie van De Van Vlotens den Bergh en Hendrik van Francisca studeerde rechten in Utrecht, met een specialisatie Europees en internationaal recht. In haar ogen een soort algemene ont wikkeling, waarbij men logisch en acade misch leert denken en een basis voor meer verwerft. Zo hield zij zich in die tijd ook bezig met literatuur (vooral Tsjechov), kunst, geschiedenis en filosofie. Ze was actief in het studententoneel (schrijven, spelen, regisseren), schreef onder eigen naam en pseudoniem gedichten en verhaaltjes en vertaalde onder meer boekjes in het Duits over de restauratie van kerken in Utrecht. Daarnaast figureerde ze in enkele televisieseries, zoals de goed bekeken en bij velen in de herinnering gebleven produktie De Stille Kracht naar het boek van Louis Couperus. Ze bewaart dier bare herinneringen aan 'die gezellige, roezi ge 'Indische sfeer' rond de opnames.' "Beeldende kunst en literatuur zijn geen abstracte begrippen voor me, waar je naar kijkt of die je afstandelijk bestudeert", legt ze haar 'ik ben kunst'-gevoel uit. "Voor mij is kunst zoiets als ademhalen. Ik ben er altijd mee bezig geweest, ik ben er tussen opgegroeid, ik vond het dood-normaal. Wat kunst moet doen, is raken, ontroeren, en dan is het niet eens zo belangrijk of je iets mooi vindt of niet. Want iets dat je eigenlijk lelijk vindt, kan toch raken en ontroeren. Ik kan me overigens voorstellen dat andere mensen meer geraakt worden door een voetbalwedstrijd, 't Is maar waar je voor kiest. Er zijn prachtige verhalen over voet balwedstrijden geschreven." Ze heeft altijd veel gelezen en geschreven aanvankelijk vanuit de belangstelling voo de literatuur, maar al gauw ook vanuit die voor de beeldende kunst. Steeds meer is die belangstelling zich gaan richten op de periode tweede helft negentiende/begir twintigste eeuw. Een aanzienlijke rol daarbi speelde haar komst naar Domburg en de kennismaking met het Zeeuwse werk var Jan Toorop, maar het had zeker ook iets te maken met familiebanden. "Ik heb me onder meer bezig gehouden me de Tachtigers en kwam zo als vanzelf bi mijn betovergrootvader Johannes terecht Ik wist wel dat hij een strijdbaar theoloog was, maar ontdekte pas toen hoe strijdbaai en veelzijdig deze theoloog, filosoof pedagoog, geschied- en letterkundige was Een heel uitzonderlijk iemand - zeker voor zijn tijd - die zei wat hij dacht. Soms hee uitgesproken; en dat werd hem dan niet in dank afgenomen. Hij was een groot voor stander van openbaarheid, van onderwijs voor vrouwen en van algemeen kiesrecht een even groot tegenstander van 'bluffende oppervlakkigheid' en 'pralende onbedui dendheid'. Hij was een tijdlang bevriend met Multatuli, maar dat is in een soort tweestrijd geëindigd. Het verhaal gaat dat Douwes Dekker bij Van Vlotens dood, toen Van Vloten waarderend in bepaalde bladen en kranten werd herdacht, ervan uitging dat dat gebeurde om hem te grieven." Van Vloten bracht zijn ideeën betreffende ontwikkelingsmogelijkheden voor vrouwen ook zelf in de praktijk in de opvoeding van zijn drie begaafde dochters Martha, Betsy en Kitty. Zo is hij op een goed moment ver huisd van Deventer naar Haarlem, omdat daar de eerste meisjes-HBS van Nederland was waar hij zijn dochters naar toe kon stu ren. Die dochters hebben een prima opvoe ding gekregen, waar ze ook wat mee heb ben gedaan. Zij vertaalden bijvoorbeeld werken uit het Deens, Noors en het Zweeds en zijn voor de mannen, met wie ze later trouwden een grote steun geweest. "Martha huwde Frederik van Eeden, Betsy Willem Witsen en Kitty Albert Verwey. Hun oudste broer Willem, mijnbouwkundige, was mijn overgrootvader. Hij trouwde met een Duitse, woonde overwegend in het Ruhr- gebied en trok zich na zijn pensionering terug op zijn landgoed bij Nunspeet. 'Grootvaders stappen liggen in de laan',

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 24