I Domburg Domburgs gemeente-uitje op Walcheren. Een platte band voor de burgemeester. V.l.n.r. P.A.D.H. Diepenhorst, Chr. Maas, Arnold en Francisca van Houtum-van Vloten, 1987. Voor Francisca en haar man meer dan een toevallige vakantieplaats uit hun jeugd. "Toen daar een vacature kwam voor een gemeentesecretaris zijn we eens gaan kij ken en waren we direkt gegrepen", vertelt Francisca. "Het was niet zo moeilijk om 'ja' te zeggen en er te gaan wonen. Domburg was nog zo'n ongerept dorp met zoveel mooie plekjes, zoals het duingebied langs zee. Wij hebben er vijf heerlijke jaren gehad. In die tijd hadden we twee honden, niets was mooier dan 's ochtends vroeg voordat de badgasten op kwamen dagen het 'Zeeuwse licht' te gaan proeven, ''n Duuntje te pikken', zoals de Zeeuwse dichter en gra ficus Van Schagen het noemde. Wat het 'Zeeuwse licht' voor mij inhoudt?" Ze denkt even na. "De journalist en onderzoeker Kees Slager vroeg mij dat ook eens. Ik heb toen gezegd dat ik 'transparant' een goeie omschrijving vond, omdat je er zelf nog zoveel in kunt leggen Het is misschien ook een soort weerschijn, een reflectie. Vooral in het voor- en najaar is het in de duinen bij Domburg nog stil en verlaten. Prachtig gewoon. Dan kun je je nog in de negentiende eeuw wanen. Verder heeft Domburg natuurlijk een hele rijke geschie denis, met voor mij als hoogtepunt de periode rond de eeuwwisseling, toen de schilder Jan Toorop er veelvuldig verbleef en als centrale figuur allerlei andere kunste naars om zich heen verzamelde. Dat boeide me bijzonder. Wat mij verbaasde, toen wij eenmaal in Domburg waren, was dat nie mand iets met dat rijke verleden deed. De oude uitgaven van de Badkrant lagen zo maar op de zolder van het gemeentehuis te verstoffen. Jammer, want dat krantje ver scheen - met uitzondering van een paar jaar - van 1883 tot 1987 tijdens het badsei zoen en gaf dus een prachtig tijdsbeeld. De laatste paar jaargangen heb ik gemaakt, soms met m'n tong op m'n hielen, maa altijd met veel plezier. In die tijd heb ik oo Frans Elout, de zoon van de schilderes Mie Elout-Drabbe leren kennen." "Jouw dierbare, onlangs overleden vriend." "Ja. Wij bleken veel gemeenschappelijk vrienden te hebben en raakten ook zelf al gauw hecht bevriend. Mies Elout was ee bijzondere vrouw, heel mild, relativerend en bescheiden. Zeer belezen en geïnteresseeri in oosterse en westerse filosofieën. Ze wa een grote vriendin van Toorop en heeft een belangrijke rol gespeeld in het kunstenaars gezelschap dat in Toorops tijd naa Domburg kwam. Het belang van de 'kunste naarskolonie' in Domburg ligt, denk ik, voo alles in de harmonieuze interactie tusser. individuele kunstenaars uit verschillende disciplines. Naast schilders, dichters er, schrijvers waren er ook vertegenwoordigers uit de muziek- en toneelwereld. Zo ont stond er een gunstig klimaat voor de schil derijenexposities die van 1911 tot 1920 met uitzondering van 1918 - in het speciaa gebouwde tentoonstellingsgebouwtje wer den gehouden. Het gebouwtje raakte doo enkele stormen in de winter van 1921 op 1922 zo ontwricht, dat men besloot het a te breken. Een symbolisch einde van de tentoonstellingen, zou je kunnen zeggen Piet Mondriaan is nu misschien wel de meest bekende naam uit die periode, maai de namen van Jan Toorop en zijn dochter Charley, Maurice en Sarika Góth, Jacoba van Heemskerck, Jan Heyse, Ferdinand Har Nibbrig, Arthur en Annie van Schendel, de Roland Holsten, Johan Huizinga - om er maar enkele te noemen - mag men niet overslaan. Mies Elout-Drabbe, die permanent in Domburg woonde, fungeerde als een soort kontaktpersoon, niet alleen voor de schil ders. Frans Elout heeft mij een van haar werken cadeau gedaan. Bevroren zee uit 1916. Prachtig. Hij voegde er - in zijn eigen woorden - aan toe, dat hij mij dat gaf omdat ik zijn moeder uit de schaduwen van het verleden had gehaald. Een heel dier bare herinnering, die ik nooit zal vergeten." Naast de Badkrant, schreef Francisca onder meer een samenvattend verhaal over de Domburgse tentoonstellingen voor Walacria, het Walchers jaarboek. En het in de Slib-reeks verschenen Heimwee houdt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 26