m Max Dendermonde Mondriaan, de man die de charleston dansteRoman "Je moet niet denken dat alleen ik alle lof kreeg. Naderhand noemden ze de tentoonstelling "de triomf van Domburg". Omdat zoveel luministen hun werk hadden gemaakt op Walcheren." "Was je werk toen al abstract?" "Neenee, je kon de natuur er nog heel goed in zien. Ik had een Zeeuwse man en een Zeeuws meisje, een huisje, een duin, een boom. Maar het waren de kleuren. De boom was vuurrood. Het meisje stond in de lichte brand van de verwachting." Niet alle mensen konden Piet Mondriaan volgen, lang niet. Zijn oom Frits was buitengewoon verontwaardigd over de weg die zijn talentvolle neef had ingeslagen. Hij wilde niet meer geasso cieerd worden met Piet. Vroeger signeerde hij altijd F. Mondriaan, nu zette hij duidelijk Frits voor zijn naam. Later, toen zijn neef in Parijs woonde, noemde Piet zich Mondrian, metéén a. "Ik deed dat om de Fransen ter wille te zijn. Maar ik dacht ook aan mijn oom. Ik was hem veel verschuldigd. Met mijn vader had ik gebroken. We deden net of het ons niet kon schelen. Met mijn verguizing van het calvinisme en mijn belangstelling voor de theosofie was ik meer dan een verloren zoon. Ik was een afvalli ge voor het leven." In 1910 rukten de moderne schilders in Nederland zich los van de oude schildersverenigingen door de oprichting van een Moderne Kunstkring. Het waren roerige jaren in de Amsterdamse artistieke wereld. Piet Mondriaan maakte het nog maar terzijde mee. Hij woonde voor het grootste deel van het jaar in Domburg, de plaats waar hij het liefst exposeerde. Wel bezocht hij in 1911 in Amsterdam de grote tentoonstelling in het Stedelijk Museum waar al de moder nen uit Frankrijk waren opgehangen. Van hemzelf was daar het theosofische drieluik Evolutie te zien. Hij kon in het Stedelijk alle tijd nemen om te kijken naar het werk van Le Fauconnier, Braques, Picasso en vele anderen. Mondriaan begreep toen dat hij nog maar pas was begon nen. In 1912 brak Piet Mondriaan met vrijwel alles in Nederland -hij zegde al zijn lidmaatschappen op- en vestigde zich in Parijs. Tot 1914. Hij had zich goed ingeburgerd in de Franse hoofd stad. Hij kende veel Franse kunstenaars al persoonlijk. Piet was een deel van het Parijse leven geworden. Maar nog altijd moesten zijn inkomsten uit Nederland komen. Dus reisde hij regel matig heen en weer naar zijn oude vaderland. Begin augustus 1914 was hij opnieuw in Nederland. En toen stormden de Duitsers België binnen. De val viel dicht. De komende vier jaar was hij gedwongen om in Nederland te blijven. "Dat waren zeker vier verloren jaren," zei Begleiter. "Neenee," zei Piet. "Geen dag gaat verloren. Als ik toen niet in Nederland had gezeten, had ik nooit zo betrokken kunnen raken bij De Stijl." Begleiter wist door zijn broer en door Jakob Apfelbaum dat De Stijl een richting was die vorm wilde geven aan een typografie, een schilderkunst en een architectuur zonder leugens. Zonder de onzin van oneigenlijke verfraaiingen. ImÏ ■VT" 3 Q 3 Q_ O 3 O. Q 3 de From

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 47