levendige, een bundel met zevenenveertig van een bijbels motto voorziene vanitas-emblemen, op een dozijn na alle emblemata nuda. Dat betekent dat de plaatjes door beschrijvingen zijn ver vangen. Vele van de gebruikte stoffen zijn hier nog traditioneel: cie bloem, de korenaar, de rook, de schaduw, de droom, de reis; andere zijn ongewoner of lijken via het gebruik van de ik-vorm f van een verhaal over een 'echt gebeurd' geval zeer levensnabij: een schip beladen met zomerfruit, vissen die uit het net in een tobbe met water worden geworpen, een voortijlende postruiter, het opengesneden lijk te Zierikzee. Over de bedoelingen van de bundel zegt de titel genoeg: hij wil een lijkkist zijn voor venden, het leven met de gedachte aan de dood doordringen: Ets van A. Houbraken uit Hoogstraetens Schoole bij Halls meditatie Upon a fair Prospect (Op het beschouwen van een schilderachtig Lantschap) (V) (Rijksuniversiteit Leiden, Prentenkabinet). lek wil een ieder mensch sijn dagen leeren tellen, En sijn ellendigh hert op vaste gronden stellen... Ja wensch hem soo gemeen te worden met de baer, Als of' t sijn bed-genoot, of eygen suster waer. e overigens algemeen christelijke gedachte dat men al moet gestorven zijn voordat het eigenlijke sterven plaatsvindt, kreeg in het vrome protestantisme - i oem het nu piëtisme of tweede reformatie - een nieuwe vaart. Dootkiste is een door en door bijbelse bundel die als een uiting van en een aansporing tot piêtis- i sche praxis mag worden beschouwd. In deze zin luidt hij het werk van de oude re Cats in. leer dan om een confessie gaat het om een spiritualiteit. Voorop staan de nerlijke beleving van het hervormd geloof en de heiliging van het leven in al ijn facetten. Uiteindelijk was het piëtisme interconfessioneel en internationaal, i de Nederlandse Republiek manifesteerde het zich in nauw contact met de ngelse en Schotse uitingen ervan (die wij gewoonlijk Puritanisme noemen). Ik kom daar straks op terug. Een van de interessantste Nederlandse auteurs op dit gebied - én een goede bekende van Cats - was de Zeeuw Willem Teellinck (1579-1629), die in onze gewesten terecht als de vader van de beweging werd beschouwd. Hij is de auteur van niet minder dan honderdzevenentwintig boeken, aaronder enkele vertalingen van Engelse piëtistica. Hij onderhield nauwe con- 1 icten met Groot-Brittannië, waar hij vaak is geweest en trouwens zijn echtge note vond. Predikant Teellinck hechtte een uitzonderlijk belang aan wat men de oefening van het vergeestelijken van de schepping zou kunnen noemen en later gaan bestempelen als de occasional meditationbij ons: de vrome inval of overdenking naar aanleiding van een voorval of gelegendheid. Kenmerkend voor deze vorm van meditatie is haar gerichtheid op het dagdagelijkse en op de schepping, dat in tegenstelling tot de 'gewone' meditatie over bijbelse teksten een ander 'geestelijk' onderwerp. De vrome is in het aardse leven steeds op zoek naar parallellen in het geestelijke domein. Wie de de dag des Heren wil hei- ligen, zegt Teellinck, moet de dingen die hij om zich heen waarneemt, vergees telijken: De duisternis moet de gedachte wekken aan hen die nog zitten in de duisternis van de ziel; de ondergegane zon aan de heldere morgenster ie de zalige ten uitersten dage zal verschijnen; het schemerdonker aan het

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 51