heeft Pingen bij Galerie Van in Haarlem. Al
eerder in 1974 kocht de provincie Zeeland
werk van Pingen aan en in 1978, nadat zijn
werk in de BKR regeling was ondergebracht,
kocht ook de gemeente Hulst werk van hem
aan.
Six days (of dream study)", Het jaar 1981 is voor Pingen in zowel zijn
persoonlijk als artistiek leven (in zoverre die
te scheiden zijn) een keerpunt. Nadat de
leefgemeenschap in Hulst gestrand was,
verhuisde hij naar Vlissingen. Op de
Nieuwendijk 6 betrok hij een woonhuis
annex atelier. Hier wist hij stijlelementen uit
vorige periodes tot sprekende combinaties
te brengen in grote installaties die in Leiden
(Salon O) en in Utrecht ('t Hoogt) werden
ingericht.
Het rituele element komt naar voren in het
uitstrooien van beschilderde stokken in een
ruimte en een sereen element is aanwezig
in het geluid van de zee dat in de Salon
hoorbaar is. Ook het Dada element schuilt
om de hoek. Immers de stokken die ver
spreid door de ruimte liggen als een rivier
sporen de toeschouwer aan ze opnieuw te
bundelen en te verstrooien.
Het jaar 1984 beleeft Pingen als een nog
duidelijker keerpunt in zijn leven. Hij is 33
en kijkt terug op de voorgaande periode in
zijn leven die onherroepelijk geschiedenis is
geworden. Tegelijkertijd wordt hij gedwon
gen vooruit te blikken op het leven voor
hem. Het ruikt naar blasfemie 33 als keer
punt te nemen maar bij nader inzien is het
in feite de erkenning van een wetmatigheid
in de eigen biografie. Impulsen die gevolgd
werden en besluiten die genomen zijn wor
den op hun waarde getest. Wat zijn de
waardevolle elementen uit de afgesloten
levensfase die nog levensvatbaar zijn voor
de volgende'levensfase.
Als symbool voor dit keerpunt ziet Pingen
het kruis met de lijnen die elkaar snijden en
een tegengestelde richting aangeven. Op
het snijpunt van de lijnen is het individu in
evenwicht. Het kruis verwijst ook naar de
tegenspraak die in elke biografie aanwezig
is. In 1984 maakt Pingen een installatie in
de Middelburgse galerie Dam 43. De kleur
oranje, die Pingen later als heilige kleur in
tempels in Azië terugziet, hangt verwerkt in
verticale stofbanen aan de muur en onder
streept ook hier het sacrale karakter. Twee
grote tegen de muur rustende Andreas
kruisen domineren het geheel. Voor een
moment is hier het vlak verlaten in de met
linnen beschilderde kruisen. Het vlak wijkt
voor een meedogenloze kijk op het binnen
leven. Op enkele plaatsen breekt de kleur
naar buiten, kleuren die in de volgende jaren
het vlak zullen bepalen.
"Corridor", 1984, Dam 43, Middelburg. Linnen,
hout. Acryl