!n zijn appartement en atelier aan de
Nieuwendijk zit Pingen op de eerste rang als het
er om gaat het spel van de elementen van nabij
e kunnen observeren. Hij is de naaste buur van
iet grote vlak geworden. Noch huizen, noch
mensen staan tussen hem en de elementen in.
\|og voor hij de mensen vanuit zijn observatori
um kan waarnemen zijn ze al opgegaan in het
grote vlak wanneer ze heel fervent met hun zeil
bootjes wiggen in de golven proberen te drijven.
Witte zeilen, witte meeuwen als vervlietende
punten in de oneindigheid.
Voordat deze waarnemingen zich kunnen verta-
en op doek is een krachtige impuls vanuit een
otaal andere hoek nodig. Als zodanig werken
eizen die hij vanaf 1984 naar West Afrika en Indochina zal ondernemen. Het
evensritme, de geuren en de kleuren van landen als Ivoorkust en Thailand zinde
en door in de grote landschappen die hij rond 1985 begint te schilderen. Een
innelijke apotheose van kleur en beweging vloeit uit zijn penseel op het witte
doek. Tussen 1985 en 1986 heeft hij de beschikking over een groot atelier
loven het Vestzaktheater in Vlissingen die het hem mogelijk maken doeken van
groot formaat te schilderen waarop kleur en beweging volledig tot hun recht
unnen komen. ('Domburg Transit', 1987)
Soms meer dan twintig dunne lagen verf worden op het doek aangebracht ter-
vijl vlakken uitgespaard en weer overgeschilderd worden. De doeken worden op
allerlei mogelijke manieren geplaatst tot een perfect evenwicht is gevonden tus
sen kleur en vorm. Ze dragen de spo
ren van een groot gevecht met kleu
ren maar tegelijkertijd stralen ze ook
een intense rust uit die kleuren krij
gen wanneer ze zich geschikt hebben
in hun plaats op het doek. De sluime
ring van vele kleur
lagen onder de
laatst aangebrach
te laag verleent
aan deze een mag
netisch zinderende
realiteit. De vrije
beweging van
kleur vindt in deze
landschappen een
nieuw hoogtepunt. De toeschouwer verliest zichzelf in een
wereld van kleur en lichtreflecties. De individualiteit van de
kunstenaar treedt op de achtergrond.
n een grote expositie in het Zeeuws Museum in 1986 worden
de Landschappen voor het eerst aan het publiek vertoond.
De harmonische werking miste zijn uitwerking op de toe
schouwer niet en de tentoonstelling werd door kunstkritici positief onthaald. In
de latere Landschappen zou de penseelvoering iets expressionistischer worden.
De kleurvlakken breken open en de signatuur van de kunstenaar treedt weer
meer op de voorgrond.
"Flow ol consciousness", 1981,
't Hoogt, Utrecht. Zijdepapier, hout, Acryl
"Nooit meer denken" 1986.
Acryl, linnen, 240 100 cm
"De Songkhla symmetrie", 1987.
Acryl, linnen, 240 200 cm