"Studio", 1986
7 Music Hall Explosion
"Music - hall", fresco,
400 800 cm,
Kloveniersdoelen 1992
1 80
Tussen 1987 en 1991 werkt Pingen spora
disch verder aan de grote doeken die ver
wijzen naar nog grotere vlakken. Het vlak
dat op het doek is gebracht, is slechts een
deel van het ideale grote vlak. Wanneer ik
over vlak spreek dan bedoel ik nooit het
vlak dat door lengte maal breedte te defi
niëren is. Het is opgevat als de bundeling
van kleur, beweging en de reacties die ze
teweegbrengen bij de toeschouwer. In het
streven naar het grote ideale vlak is het
eigenlijk irrelevant of de sector van dat vlak
groot of klein, rood of blauw is. Ze vormen
allemaal stadia in het streven ernaar.
In die ontwikkeling zagen we dat het vlak
steeds verder expandeerde. Een logische
volgende stap was de doorbreking van het
door linnen en spieraam gedefinieerde vlak.
Overigens had Pingen nooit zijn schilderijen
van lijsten voorzien. Eerst nog exposeert hij
in 1991 in de Gevangentoren in Vlissingen.
Hij maakt er een monumentaal werk met de
poëtische titel 'II fait si doux prés de toi'.
Het verwijst naar de geschiedenis en unieke
locatie van de Gevangentoren op de grens
van land en water. Interessanter
echter is te onderzoeken hoe hij te
werk is gegaan. Al in de grote land
schappen werd de stroom van
kleur vaak onderbroken of onder
steund door geometrische vormen.
Een enkele lijn was voldoende om
twee kleurenwerelden op elkaar te
laten botsen. In de Gevangentoren
werd deze scheidingslijn aangehou
den. Drie staande doeken worden
verticaal door een cirkelsegment
van elkaar gescheiden. Een sterk
gebogen lijn scheidt met chirurgi
sche precisie de rood-blauwe en
geel-oranjebruine vlakken. De inci
sie is zo zuiver uitgevoerd dat de kleuren
wei tegen elkaar aan moeten botsen. In de
ronde toren is dan de strijd der elementen
in een notedop gevangen. Een installatie
over het verlangen. De mysterieuze, alche
mistische stemming werd er nog verhoogd
door het op de grond liggende ronddeel uit
zwart fluweel.
Slechts enkele weken later tijdens de expo
sitie 'Onechte Paradijzen' in de Balans in
Middelburg worden de grenzen van het
doek doorbroken. De toeschouwer wordt
geconfronteerd met vijf grote muurschilde
ringen van twee bij vijf meter. In de kleuren-
velden, drie er van zijn monochroom, komt
de toeschouwer kleinere werken tegen. Een
op de maat van de muziek gesneden video
over de Afrikaanse dans voegt het ritmi
sche element toe. De titel 'Onechte
Paradijzen' is ontleend aan een gedicht van
Baudelaire, en slaat op het gevoel dat de
toeschouwer overvalt wanneer hij na de
ondergane kleurenexplosie zich op het trot
toir hervindt. Onechte Paradijzen!
In 1992 en 1993 krijgt Pingen van de
Stichting Nieuwe Muziek de opdracht de
"Orphêe", fresco, 400/800 cm,
Kloveniersdoelen 1993
foyer van de Kloveniersdoelen in Middelburg
te beschilderen. Een explosie van groen en
oranje verandert de foyer in een driedimen
sionaal schilderij. Twee opeenvolgende jaren
konden de bezoekers twee totaal verschil
lende kleurenwerelden ondergaan. De kleu
renruimte heeft zich van het ene jaar op
het andere getransformeerd, zoals het
kunstzinnig proces leeft door verandering.