Orphée", fresco, Kloveniersdoelen, 1993 8 Post-Pacman of 1:4 Nadat het pand aan de Nieuwendijk was gesloopt om plaats te maken voor een appartementencomplex, verhuisde Pingen naar een pand in een klein straatje in Vlissingen. Na een ioge- plaats in het theater der elementen is de kunstenaar met zijn werk ondergedoken in het hart van de stad. Hier zag ik zijn productie van de laatste tijd. Na de grote ruimtevullende wandschilderingen is hij teruggekeerd naar kleinere formaten. Ze zijn geschilderd met een sober palet maar zijn allerminst zonder spanning. De uit ademing in kleur is geweken voor een inademing in vorm. Ze vormen onderdeel van ijn Post-Pacman serie. In een tijd waarin de fascinatie voor electronica met zijn virtuele werelden waardoor de mens in staat is van realiteit te verwisselen met hetzelfde gemak als een jas zich op een toppunt bevindt, stelt Pingen het concept schilderij ter discussie. De Post- Pacman schilderijen verwijzen met hun schijnbaar zwevende constructies naar de vir- uele vlakken en labyrinthen van computerspelletjes. Tegen een blauwe, paarse of gifgroene achtergrond zweven rijen kubussen of andere geometrische vormen op een hard zinderend oppervlak. Bij het zien van deze doeken ervaart de toeschouwer direct een zuiging of afstoting die bedreigend kan werken. De Post-Pacman serie zou ook de 1:4 serie genoemd kunnen worden. Terwijl bij het andere werk van Pingen nooit de vraag opkomt hoe het eruit zou zien wanneer je het omdraait omdat het evenwichtige karakter ervan die vraag niet toelaat, kwam die raag onbedwingbaar in mij op toen ik voor het eerst werk uit deze serie zag. Het nier afgebeelde werk 'Attilla de Hun' kan daarbij als voorbeeld dienen. Het naar de oeschouwer vallende lichaam scheert, als het werk een kwartslag naar rechts gedraaid wordt, langs mij. Wanneer ik het nog een kwart slag verder draai, lijkt het alsof het mij scalpeert. De virtualiteit blijkt net zo spannend als de realiteit. Vanuit mijn virtuele perceptie krijgt het werk een reële spanning die ik heel bewust zelf kan manipuleren. Tegelijkertijd duikt in dit werk een oud motief verborgen op dat in eerdere werken van Pingen werd bezworen; het element tijd. Dit komt nu niet tot uiting door de aan eenrijging van bijna identieke beelden maar door de manipulatie van het beeldoppervlak door de toe schouwer. Het verschijnen en verdwijnen van geo metrische lichamen in het werk doet mij intuïtief denken aan eb en vloed als de grote tijdmeter in de overgang tussen land en water. "Testbeeld", 1992. Acryl, linnen, 40 /50 cm "Godzilla vs Hercules", 1993. Acryl, linnen, 50 70 cm. 9 Transit Vlissingen. Voor mij is deze stad in het zuiden van Walcheren altijd synoniem geweest met de aanvang van een onderne ming of het begin van verandering. Misschien omdat de trein hier werkelijk niet verder gaat ook al komt deze uit Wladiwostok. Misschien vanwege het lossen van schepen die wachten op hun lading voor een reis om de wereld. Handel, mensen, gevangen vis. Hier wordt wat ontvangen is meteen doorgegeven. Verovering, botsing, uitwisseling, Pingen. Tot nu toe heeft de kunstenaar in zijn werken de gesten van de stad en haar omgeving treffend verwoord, het complex der grote bewegingen op het witte vlak omgezet in een bewuste "Atilla, de Hun" 1993. Acryl, linnen, 90/110 cm beweging. 181

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 63