betoont zich een genadeloze criticus van zijn vader en heeft te weinig afstand kunnen nemen van de grillige egocentrist die Hendrik Willem in zijn ogen was. In de jaren vijftig besteedden een aantal Nederlandse kranten, waaronder de PZC, Het Parool, De Maasbode, de NRC, de Nieuwe Haagse Courant en Het Vaderland, aandacht aan Van Loon. Met name de oprichting in Veere van de Stichting Hendrik Willem van Loon in 1956, die beoogde het huis "De Houttuin" aan te kopen en in te richten als Van Loon museum, wekte verwachtingen om de naam en faam van Van Loon in stand te houden. Het mocht niet zo zijn. In 1966 werd de stichting weer ontbonden omdat niet de beno digde financiële middelen bijeen konden worden gebracht. Het enige zichtbare resultaat van de ter ziele gegane stichting is de gevelsteen in "De Houttuin" met de tekst "Hier woonde en werkte Hendrik Willem van Loon, 1927-1932". Het jaartal 1927 is overigens niet juist, dit moet 1928 zijn. In de jaren zestig en begin zeventig verschenen enkele korte beschrijvingen van Van Loon in achtereenvolgens het Zeelandnummer van de Knickerbocker International (1964), de PZC(1968), Elseviers Weekblad (1969) en in het Zeeuws Tijdschrift (1971). Recensies van Gerard Willem van Loons The Story of Hendrik Willem van Loon kon men in 1972 aantreffen in de Holland Herald en NFC Handelsblad. Daarna werd het stil rondom Van Loon. Summiere levensbeschrijvingen van hem verschenen nog in 1982 in de Encyclopedie van Zeeland en in 1 985 in het Biografisch Woordenboek van Nederland. Ook Pieter Fagel wijdde in zijn in 1983 verschenen boek Zeven eeuwen Veere enkele bladzijden aan Van Loon. Toen het doek definitief over Hendrik Willem gevallen leek, besteedde de Leidse hoogleraar Amerikaanse geschiedenis en cul tuur Alfons Lammers opnieuw aandacht aan hem in een tiental pagi na's van zijn in 1989 gepubliceerde boek Uncle Sam en Jan Salie. Lammers onderstreept hierin dat de in de vergetelheid geraakte Van Loon in het interbellum een echt fenomeen was en alleen daarom al voor de historicus de moeite van het bestuderen waard is. Mijn belangstelling voor Van Loon dateert uit 1987 toen ik bij een bezoek aan de Franklin D. Roosevelt Library in Hyde Park, New York bij toeval de correspondentie aantrof van Hendrik Willem Van Loon met Franklin en Eleanor Roosevelt. Toen ik in 1991 in een Newyorkse galerie een unieke verzameling Van Loon boeken, brie ven, delen van manuscripten, foto's en tijdschriftartikelen van zijn hand tegen het lijf liep, stond voor mij vast: deze collectie hoort thuis in Zeeland, in Van Loons geliefde Veere. Mijn voorstel de col lectie naar Nederland over te brengen werd enthousiast door Burgemeester en Wethouders van Veere omarmd en met steun van de Provincie Zeeland kon de collectie Van Loon in 1993 worden aan gekocht. Het Hendrik Willem van Loon museum op de Kaai is er nooit gekomen, maar thans, een halve eeuw na zijn dood, kunnen geïnteresseerden in het Veerse stadhuis kennismaken met een deel van Van Loons nalatenschap. En dat nog wel in de kamer waar vol gens Van Loon's Lives Erasmus logeerde. Wat zou Van Loon opge togen zijn als hij wist van deze tentoonstelling. Hij zou hem natuurlijk het liefst zelf wil len openen en zijn gehoor trakteren op de vele plannen die hij nog in petto had. En uiter aard zou hij zelf de public relations van deze tentoonstelling ter hand nemen, alles met vaart en humor en niet gespeend van enige ijdeltuiterij. Maar dat zouden we hem zeker graag vergeven. Want het is immers Van Loon die ons niet ten onrechte zou voorhou den: "I put Veere on the map, and that's the simple truth". De Grote Kerk in Veere. Illustratie uit: Hendrik Willem van Loon and Grace Castagnetta, Christmas Carols (New York: Simon and Schuster, 1937). 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 75