Onverplicht moet in dit verband gezien
worden als het ontbreken van een arbeids
contract. Dat het werk ten behoeve van
anderen of van de samenleving moet zijn,
maakt dat bijvoorbeeld leden van een
sportvereniging bij het uitoefenen van die
sport geen vrijwilligerswerk verrichten. Het
ontbetaalde werk als jeugdtrainer bijvoor
beeld is wel vrijwilligerswerk.
Uitgaande van deze definitie is - aan de
hand van zowel een representatieve steek
proef onder de bevolking als een onder
zoek onder organisaties - de aard en
omvang van het vrijwilligerswerk in
Zeeland berekend. De resultaten van het
Zeeuwse onderzoek zijn vergeleken met
landelijke cijfers uit het tijdbestedingson-
derzoek van het CBS (1993).
Resultaten
Het aantal vrijwilligers onder de bevolking
van 18 jaar en ouder kon worden berekend
op ruim 83.000. Van de personen van 18
jaar en ouder in Zeeland is daarmee zeker
29% actief als vrijwilliger. Vergeleken met
Nederland als geheel steekt Zeeland daar
mee bepaald niet slecht af. Vrijwilligers in
Zeeland zijn vaak actief in de verzorging
en verpleging en in politieke organisaties,
actie- en belangengroepen. Ruim 6% van
de Zeeuwse bevolking participeert als vrij
williger in verzorgende, verplegende en
hulpverlenende instellingen, tegenover 2%
van de bevolking van Nederland. Meer dan
elders is daarmee in deze provincie een
'zorgzaam' bevolkingsdeel actief. Ook het
aantal van ruim 56.000 mensen in Zeeland
die informele hulp leveren, dat wil zeggen
zonder betaling diensten verlenen aan
anderen buiten het eigen huishouden en
zonder dat daar een organisatie aan te pas
komt, wijst daar op. Hier lijkt een relatie
met de samenstelling van de Zeeuwse
bevolking als de meest vergrijsde in
Nederland voor de hand te liggen.
Gemiddeld steekt een vrijwilliger ongeveer
een dagdeel per week in de onbetaalde en
onverplichte werkzaamheden. In vergelij
king met Nederland lijkt de vrijwilliger in
Zeeland vaker actief te zijn voor meerdere
organisaties tegelijkertijd. De vrijwilliger die
zich zowel met bestuurlijke als met leiding
gevende/organisatorische en uitvoerende
taken bezighoudt steekt relatief de meeste
tijd in het vrijwilligerswerk. Vakbonden/be
drijfsorganisaties, politieke organisaties,
actie- en belangengroepen zijn de organi
saties waar relatief veel bestuurswerk
wordt verricht. In de zorgsector wordt juist
relatief veel uitvoerend vrijwilligerswerk
verricht.
De aanleiding voor mensen om vrijwilli
gerswerk te gaan verrichten is in meer dan
de helft van de gevallen gewoon omdat
men wordt gevraagd. Zelf het initiatief
genomen heeft eenvijfde deel van de vrij
willigers. Het sociale netwerk van mensen
blijkt de belangrijkste vindplaats voor de
recrutering van nieuwe vrijwilligers. Minder
dan 3% van de vrijwilligers zegt te zijn
gerecruteerd middels een wervingscam
pagne via bijvoorbeeld de krant. Mensen
ervaren het gebrek aan tijd als de belang
rijkste belemmering om vrijwilligerswerk te
doen. In hun prioriteitstelling nemen de
betaalde baan, het gezin, de studie of per
soonlijke omstandigheden dan zoveel tijd
in beslag dat vrijwilligerswerk een te zware
tijdsinvestering is. Opmerkelijk is dat in
vergelijking met de resultaten van een lan
delijk onderzoek de verwijzing naar tijdsge
brek door een betaalde baan in Zeeland
relatief minder vaak wordt gemaakt. Wel
wordt vaker aangegeven dat men vrijwilli
gerswerk als te belastend en verplichtend
ervaart om er aan te beginnen. Slechts
eenvijfde deel van de mensen die nooit
vrijwilligerswerk hebben verricht zegt een
voudigweg geen interesse in vrijwilligers
werk te hebben. We kunnen derhalve con
cluderen dat het vooral praktische bezwa
ren zijn die mensen ervan weerhouden om
als vrijwilliger actief te worden.
Wat vrijwilligers belangrijk vinden aan het
vrijwilligerswerk kan in zijn algemeenheid
getypeerd worden als: het biedt mogelijk
heden tot persoonlijke ontplooiing; het
levert sociale contacten op; je bent het
moreel verplicht; het is een belangrijke
vorm van vrijetijdsbesteding; het geeft
ervaring voor een betaalde baan.
Contacten worden over het algemeen het
meest belangrijk gevonden, werkervaring
het minst belangrijk. Het blijkt dat hoe ster
ker men gemotiveerd is om vrijwilligers
werk te doen des te meer tijd men ook aan