ten de Veste'). Verder is een smalle
strook rond het water beplant en inge
richt als wandel- en fiets gebied.
Tenslotte is het water vanaf de dijk
zichtbaar gebleven. Opvallend is dat
met een relatief klein beplant opper
vlak een maximaal effect bereikt is.
Door de inrichting en vormgeving
vormt het een geheel eigen karakte
ristiek geheel dat een duidelijke rela
tie heeft met de stad Veere. Uit de
huidige situatie is nog veel af te lezen
over wat er vroeger gebeurd is; de
lange kreken zijn overal zichtbaar en
ervaarbaar.
Het Veerse Meer; een nieuwe functie
voor het gebied met Veere als mid
delpunt
De Jonge heeft het ontwikkelen van
een visie op de toekomst van het
landschap altijd als fundamenteel
voor het ontwerp bescouwd. Een
inspirerende visie levert een aankno
pingspunt voor een helder plancon
cept dat richtinggevend is voor het
planproces. Dat levert ook een basis
voor een plan waarin de hoofdlijnen
duidelijk tot uiting komen en dat over
tuigend overkomt door een heldere
eenvoud.
In het plan voor het Veerse Meer is
dat goed te zien. De hoofdlijnen voor
het toekomstig gebruik zoals recre
atie, natuurontwikkeling en landbouw
zijn aangegeven. Ze zijn tevens inge
bed in een heldere opbouw waarin de
bestaande structuur en de toekomsti
ge ontwikkeling duidelijk samenhan
gen. De toekomstige georienteerd-
heid op het water, de positie van de
bestaande nederzettingen zoals
Veere, Kamperland en Kortgene, en
de toekomstige recreatieve ontwikke
lingen zijn goed afleesbaar. Maar het
is geen willekeurige verzameling van
allerlei vormen van ruimtegebruik; er
is een nieuwe structuur gemaakt. Het
meer is in het plan het nieuwe raam
werk; daar hangt alles mee samen
zowel functioneel als visueel. De
vorm van de eilanden en het ruimte
gebruik zijn bepalend voor de ruimte
lijk opbouw van het plan op het hoog
232
ste niveau. De ordening van het ruim
tegebruik in de randen komt tot uiting
in de ruimtelijke opbouw waarbij de
bossen als structurerende elementen
gebruikt zijn. De randen vormen door
hun nieuwe gebruiksmogelijkheden
de overgang van het water naar het
(oude) land. De weidsheid, zo kene-
merkend voor het landschap van
Zeeland, is beklemtoond door de ran
den open te houden en hier en daar
kleine boscomplexen te maken. Er
zijn alleen hoofdlijnen aangegeven;
jachthavens, locaties van bungalows
e.d. zijn slechts schematisch aange
geven, dat zou later ingevuld worden
op basis van de ontwikkelingen in het
gebied.
Buiten Walcheren en het Veerse
Meer, wat inmiddels erg bekende
plannen van De Jonge gworden zijn,
is het ook de moeite waard om eens
wat minder bekende plannen te
bezien.
De Quarlespolder; de charme
van een nieuw landschap
Voor de Quarlespolder, die pas na de
oorlog ingepolderd werd, maakte De
Jonge een plan dat even charmant
als onopvallend is. Toen de polder
droogviel heeft de Dienst der
Domeinen een verzoek gericht aan
het Staatsbosbeheer om een land
schapsplan te maken. Het plan
bestond in hoofdzaak uit het situeren
van enkele fruitteeltbedrijven in de
kern van de polder en daaraan gren
zend enkele akkerbouwbedrijven.
Zodoende is in het centrum van de
polder een verdichting ontstaan van
bedrijven en beplanting. De randen
van de polder, gevormd door de dij
ken, zijn volledig onbeplant gebleven.
Hetzelfde is gebeurd met de wegen in
de polder; alles onbeplant. Daardoor
ontstaan een beeld van een gesloten
complex in de open ruimte. De aan
gewende middelen zijn minimaal
maar geven een schitterend effect;
een prachtige ruimte met daarin een
weg en enkele bedrijven. Dat is alles.
De centrale kern vormt een 'eiland in