Sifflé studeerde rechten, werd 'kandidaat
notaris' en was voorbestemd in het voet
spoor van zijn vader en opa te treden.
Maar helaas, op 28-jarige leeftijd overleed
Henri aan tering. Tussen 1828 en 1870
publiceerde Sifflé in tijdschriften als Vriend
des Vaderlands, Vaderlandsche Letter
oefeningen, Themis, Weekblad voor recht,
Mnemosyne en het Taalkundig Magazijn.
Tevens schreef hij behalve dichtbundels
ook treurspelen waarin zijn aandacht uit
ging naar vaderlandse historische figuren
als Albrecht Beiling en Filips van Egmond.
Sifflé beschouwde zichzelf als een expli
ciete vertegenwoordiger van een Nede
rlandse culturele traditie. Zijn grote belang
stelling voor de natie Nederland en haar
'high culture' verbonden historische inte
resse met liberaal patriottisme. Als liberaal
voorzag hij een nieuwe samenleving waar
godsdienstige dogma's plaats zouden rui
men voor een wijsgerig en religieus plura
lisme; waar persvrijheid in plaats van cen
suur zou heersen; waar aristocraten poli
tieke macht zouden overdragen aan mon
dige burgers; en waar hysterie, opstand en
rebellie voorgoed tot het verleden zouden
behoren. Begrippen als 'volksgeest' en
'burgerzin' bekoorden hem en het is dan
ook niet verwonderlijk dat Sifflé de liberale
overwinning van 1848 toejuichte. Ter gele
genheid van het Vrijheidsfeest (vijftien jaar
liberalisme) dichtte hij in 1863:
Vrijheid doet de volken leven.
Hier is elke tong ontboeid:
't woord mag van de lippen zweven,
melden wat het hart ontgloeit.
Heeft de drukkunst duizend monden,
ongestoord mag zij verkonden,
wat men denkt en hoopt en vreest.
En een Grondwet, mild en heilig,
maakt den burger fier en veilig,
vieren wij dan het Vrijheidsfeest.
journalistieke activiteiten
In 1848 was hij betrokken bij de oprichting
van de liberale Zeeuwsche Courant, een
voortzetting van de Vlissingsche Courant,
een dagblad dat sinds haar start in 1834
208
een kwijnend bestaan leidde. Aan he
einde van de jaren dertig namen enkelf
Zeeuwse liberalen - waaronder Sifflé - df
redactionele taken over waardoor Zeelani
kennis kon maken met 'het eerste politi
seerende blad' van de provincie. Samei
met de Arnhemsche Courant en df:
Kamper Courant steunde de Vlissingsche
het liberalisme van de jurist Dirk Donke
Curtius, op dat moment de onbetwiste lei
der van het liberalisme in Nederland. De
redactie toonde veel belangstelling voo
Grondwetswijzigingen, de Troonredes, he
vraagstuk van de ministeriële verantwoor
delijkheid en de persvrijheid. In 1840 stel
de de redactie vast dat haar doel was "he
helpen verspreiden van klare begrippen
omtrent hetgeen ons staatkundig belanc
zoo naar binnen als naar buiten kan bevor
deren". Enerzijds toonde men zich ver
heugd over de sociale en politieke veran
deringen die zich aandienden, maar ander
zijds was men nerveus op de hoede voo
chaos, hysterie en rampspoed. Opstander
en sociale spanningen, zoals die in België
Frankrijk, Engeland en Zwitserland aan de
dag traden, dienden ten allen tijden te wor
den voorkomen. Daarom zou een recht
vaardige monarch zich boven de partijer
moeten opstellen om wanorde te voorko
men: "De eerste en voornaamste wensch
is: vrede voor Nederland, naar buiten er
naar binnen. Wijsheid, kracht en rechtvaar
digheid, bij den Koning, en tot loon hiervan
tevredenheid in zijn binnenste, bloei er
welvaart van zijn huis, liefde, dankbaarheic
en verknochtheid van alle klassen zijns
volks".
Tevens pleitte de krant voor gelijkberechti
ging der joden. Sifflé profileerde zich als de
Middelburgse liberaal bij uitstek en schree
lange commentaren voor de Vlissingsche
Courant. In zijn De Pers in Zeeland 1758-
1900 (1912) noemde Abrahams de
betoogtrant van Sifflé 'omslachtig' en 'lang
dradig'. Ook Donker Curtius achtte zijn
commentaren wat saai en te algemeen van
aard en maande de redactie toch wat feller
van leer te trekken. Sifflé verweerde zich
daarop en wees Donker op het feit dat 'fel
heid' geen karaktertrek van het
Nederlandse volk genoemd kan worden,
want "een hoofdtrek van dat karakter is
gewis bezadigheid, respect voor rust en