In de moeizame strijd voor het liberalisme dreigde Sifflé een verbitterd man te wor den. De schimpdichten waren vaak tegen de notaris-dichter zelf gericht en soms ongemeen fel. Een anoniem en liberaal cri ticus sabelde Sifflé ongenadig neer: Denkersvrijheid - zoekt ze niet bij die liberalen, die op onbeschoften toon steeds op andren smalen, en aan alle wederspraak zweren grenzelooze wraak, 't Is een advocaat-poeet, tevens ook notaris die, zooais een ieder weet, is een groote prullaris, ja de grootste nulliteit in des levens werkelijkheid. Eigen grootheid, eigen eer, dat is slechts hun zoeken; daarom, Burgers! Opgepast, laat U niet verkloeken! Zendt een waarlijk liberaal, naar des lands vergaderzaal. Mogelijk overwoog Sifflé zich kandidaat te stellen voor de Tweede Kamer, zo blijkt uit de laatste regel. Ook maakte hij enige tijd - zonder succes overigens - deel uit van de Middelburgse gemeenteraad. Maar het tekent Sifflé, als voorstander van persvrij heid, dat hij dergelijke schimpdichten in zijn dagblad opnam. In 1850 werd hij zelfs eigenaar van de krant maar de neergang kon niet uitgesteld worden. Vijf jaar later wijzigde hij de naam nogmaals (Provin- ciaale Zeeuwsche en Middelburgsche Courant) in de hoop een groter publiek te kunnen aanspreken. Maar in de zomer van 1860 telde de Zeeuwsche nog slechts 58 abonees waarmee het doek voor Sifflé en zijn dagblad viel. Abrahams achtte dit toch een tragisch lot en meende dat het dag blad beter verdiend had. Na het wegvallen van zijn persoonlijke spreekbuis legde Sifflé zich meer en meer toe op het schrijven en voordragen van wijsgerige verhandelingen. Landelijk was hij actief in de vrijdenkersvereniging De Dageraad en te Middelburg werd hij rede naar van de loge La Compagnie Durable. 210 post-maconnieke filosofie Het dagblad waaraan Sifflé ruim twintig jaar verbonden was kenmerkte zich doo lange beschouwingen en bespiegelingen De Middelburgse notaris maakt de indrui van een echte 'salon-intellectueel' die ir alle rust en met gepaste afstand maat schappelijke en wijsgerige ontwikkelinger volgde. Bovendien kon hij in de plaatselijke en goed uitgeruste boekhandel Var Benthem alle literatuur krijgen die hij wens te. Zijn uitgesproken voorkeur voor de spe culatieve filosofie en omvattende stelsels vormde de bron van zijn ontplooide activi teiten. In zijn jonge jaren had hij zich de filosofie van Fichte en Schleiermachei eigen gemaakt. Hij streefde naar eer Verlicht Christendom en bleef zijn gehele leven trouw aan Kant. Zijn fascinatie voo het breukvlak van de theologie en de filo sofie kwam onder meer tot uiting in eer lezing die hij in 1829 hield voor he Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen en waarvan de titel luidde: "Over de aannemelijkheid van het evangelisch chris tendom, alleen op wijsgeerige gronden". Deze voordracht ontlokte hem de uitspraak dat 'het christendom wel eene godsdiens: voor eenvoudigen [is] maar niet vooi onnoozelen'. Hij toonde een bijzondere interesse voor de zogenaamde 'Pantheis musstreit' die in Duitsland onder mee Goethe tot Spinoza gebracht had. Ook Sifflé koesterde de denkbeelden var Spinoza, wiens werk hij bestudeerde me behulp van de befaamde 'Bruder-editie' een driedelige Latijnse 'editio definitiva' die in 1841 op de markt kwam. Tevens poog de hij ook in Nederland een wijsgerige er pantheistische traditie te construeren die op Spinoza terugging. In het Middelburg van het midden van de negentiende eeuw vonden debatten veel vuldig plaats in en rondom de kerken. He grootste deel van de bevolking behoorde ir naam tot de Hervormde Kerk. De aristo cratie bezocht vooral de Waalse Kerk, ter wijl de burgerij - waartoe Sifflé gerekend werd - in de drie kerkgebouwen van de Nederduitsch Hervormde Gemeente kerk te. Een derde religieuze groepering vinden we in de gereformeerde afgescheidenen die bijna zonder uitzondering tot de 'smalle

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1994 | | pagina 8