Admiraal Pater
Getekende kopie van de kaart die Gelein van Stapels van de rivier de Berbice maakte. Op de kaart staan zowel de Indiaanse dorpen als de huizen van de kolonis
ten afgebeeld.
contacten bestonden. De volksplanting
op dit eiland was in een aanmerkelijk
betere gesteldheid als die hij eerder had
bezocht op het vasteland:
"Al soo wij den 27 maies 1629 ter rede
quarnen voor 't fort Niu Vliessien en fort
Nassau, soo ben ick aen lant gegaen.
Voont de kloniers in seer goden doune,
alle seer gesont, utgenomen enge die
niu in 't lant gecommen waren met het
schiep Wal[ch]ren, die door de ongezon-
te van 't lant wat sicklick waren van
ennen stooet. Wat aen de h[un] Ijieden]
voort is wel opgemackt al soo het voor
desen geordent was. Sij hebben een
punt te lande war op 3 sticken staen die
in 't lant schieten en ock te water. Op de
watersij, te weten op de stelte van de
berch staen 6 sticken in seer gode order
die de gehelle rede bevriden met de baie
bevrlden. Voort hebben sij ennen suusen
wech dar sij mede op het voort comen,
lans hen bezet met pallezaden. Dese
wech is soo nau dat maer een maen
zevens daer op kaen gaen. Boven in
voort hebben zij een groot pothuut dat
staat recht op het opcomen van den
wech. Voort hebben zij om dit voort
gemackt een boswerrien van een dobbel
palsade Somma, het sal mettertit
een sterck plasse worden. Soo vel belan
de van werck om toback te winnen, sij
dooen dat met seer gode order. Sij sien
verdelt in 4 esquadrons die sochtens 3 a
4 urren in de kolte werckken en savens
een ander. Het 3 hout de wacht en 4
rust, soo dat sij I[ieden] nu hadden soo
vel lant sooen gemacht, dat sij liden dar
kosten zetten offer de 150 000 planten.
Verwachten slecht den regen dat sij
planten mochten, die zij in iunij en julij
hier mest hebben. Soo dat sij liden nit en
tweffelen oft souden nast iar gode
quantet van toback hebben. Den toback
die zij hier hadden seer godt, het sien
seer grote blaren. Har rijerrien gadt inte
gode order. Sij houden bij nacht seer ser
pen wacht. Dar staen alle nacht 8 sinter
nel war van enge tot in boos staen.
Het verdelen van devisers onder het
volck, dar in volgen zij liden mest de
orden van de schepen. Idder persooen
heft ter weck 3 lb. broot. Sij etten met
har 7 aen een back. Dar wert 2 mals das
gesast Har wonnien is al samen in voort,
3 a 4 in een hutte, seer crappies
gemacht. Dar in heft elck sien hus. Op
har liden gewer zien sij liden seer pro-
pies, houden 't seer sooen en klar. Vort
staen in 't vort 3 husen die wat groter als
de andre zien, in 't enne is voor den cap-
ten, het 2 is magozien en provandehus,
in derde wont den lutenant, en sij doen
dar mede het gebet in."
Gelein geeft daarna nog een beschrij
ving van het andere fort, Nassau
genaamd, dat nog in aanbouw was. Hij
was merkbaar zeer te spreken over de
gang van zaken in deze kolonie. De
bevolking was echter verre van tevre
den. Zij klaagden dat zij geen tijd had
den om te jagen, vissen of voedsel te
verbouwen. Daarnaast waren er klach
ten over hooggeplaatste bezoekers die
het eiland aan deden, en die:
aen lant ziende nit en werckken oft
ergens de hant aen en stecken. dat
sij nit gehouden zien voor luie ledicht-
gangers te wercken."
Of de kolonisten met deze "luie ledicht-
gangers" ook Gelein rekenden is onbe
kend. Wel waarschuwde hij voor de
onvrede van deze bevolking, muiterij
was geen onbekend verschijnsel, en
pleitte in zijn verslag voor betere
bevoorrading van deze volksplanting.
Misschien verdedigde hij zichzelf in zijn
slotopmerking over Tobago:
"lek hebbe har ock aengebracht gode
quantitet van cassabe stocken die mar 3
dagen out waren. Somma, sij zien dar
wel van voorsien, dooch sij slan 't nit
seer gade. Dit is in corte de besrivien van
Tobago, ick hoope dat het dagelies sal
betren."
Op Tobago hadden ze een ontmoeting
met het jacht de Zeeridder, dat toebe
hoorde aan de vloot van admiraal Pater.
Samen met dit jacht zeilden ze naar de
Grenadines, een kleine eilandengroep
voor de kust van Venezuela. Hier op de
rede lagen de jachten de Otter en de
Macht van Enkhuizen tezamen met drie
'prijzen', buitgemaakte vijandelijke sche
pen. Deze schepen stonden op het punt
om met de buit naar het vaderland terug
te zeilen. Daarom werd allerlei proviand
12 Zeeuws Tijdschrift