en tunen, war in sij hadden soone oran
ge appels, limonen en alderhande vruch
ten. Sij hadden ock seer soone casavetu-
nen. Somma, seer plesant om ziennen.
Zij hadden in 't lant mede har wonnien
oft bij har genomt hatten, dar zij nar't
seggen van de wielden, en ock gesien
hebben, dar zij vel besten, perden en
varekens huien, dooch mest van ons ver-
gegen.
Soo vel harre planttasien van de toeback
belande is, zij hebben van de narbij de
stat harre gronden, dar zij den tooback
macken, door dien het lant in 't alle
bequame en is om tobacke te dragen.
Dus dels dat velcke plassen savanen
zien, ten andren dat somge plassen te
stennich is. De nassijen van wielden die
bij h[un] Ijieden] wonen, somge verre
somge narbij, zien mest Cribusen en
enge Arwacken en een nasij die zij
Quianes heten. Voort enge negers harre
slaven. Voort dit voolck dooen mest har
werek in macken van den tooback en
dat voor seer wennich. Die besicken har
ock mest de cust. Somma, sij wonden
hier seer gerust. Van 't seggen van 3
negers die bij ons offer liepen, soo war
ren de Spaniars hier sterek criolis en al
ontrent 150 mannen. Dit is soo vel
belangende de stat."
Van Stapels nam dus in zijn waarneming
van deze Spaanse vestiging, die zich
bezig hield met fruit- en veeteelt maar
vooral de produktie van tabak, goede
notie van het feit dat het werk verricht
werd door negerslaven: zij werkten
"voor seer wennich". Een praktijk die de
Nederlanders in hun nederzettingen,
zoals we konden lezen, nog niet (noe
menswaardig) hanteerden. Zij haalden
hun werkkrachten immers uit Europa.
Een werkwijze die echter enkele decen
nia later drastisch zou veranderen en
waarbij de Zeeuwen zich niet onverdien
stelijk lieten, maar dat is weer een ander
verhaal.
(Wordt vervolgd)
Glossarium
Arwacken
Arawakken (Lokono),
Indianengroep
bevriden
bevrijden, hier in de
betekenis van bestrij
ken
bramzei
bramzeil, bovenste
razeil van een vierkant
getuigd schip
canneserders
carneicero (Port.), sla
gersmessen?
cassabe
cassave, belangrijk tro
pisch voedingsgewas
cergesonen
handelswaren
cribussen
Caraïben (Kalina),
Indianengroep
criolis
gecreoliseerd
devisers
voedsel
gelderrij
galerij, soort open
voorportaal
gelleioen
galjoen, groot zeilschip
met 3 of 4 masten
gennades
grenadines
gesast
hij bedoelt waarschijn
lijk 'gesaft' oftewel
geschaft/gegeten
gitou
gijtouw, hijstouw
gothe
kanonskogel, afgeleid
van goteling
guianes
de naam Guianes is niet
te relateren aan een
Indianen stam
isseren stukken
ijzeren kanonnen
kulluren
kleuren, kralen van
diverse kleuren
liggers
benaming voor han
delsagenten
merse
mars, houten krans om
de mast van een schip
mersels
marszeilen, de topzei
len
pothuut
boven op de muur naar
buiten uitstulpende
kamer
sinternel
sinternelle (fr.), schild
wacht
soonen
schoenen
stensticken
steenstukken, steen
mortieren
stooet
stout, hier in de bete
kenis van ernstig
travado
travoades (Port.),
onweer of hevige wer
velwinden
vallen
stroomversnellingen of
watervallen
vergegen
verkregen?
Noten
Met dank aan Victor Enthoven die mijn
artikel van vele verbeteringen heeft
voorzien. In het tweede deel van dit arti
kel zal een literatuurlijst worden opge
nomen.
1 Rijksarchief in Zeeland, Handschriftenverzameling
nr. 182.
2 Dit is een opmerkelijk gegeven omdat tot nu toe
ervan was uitgegaan dat het hoofdkwartier van de
kolonie toendertijd zich ter hoogte van het tegen
woordige Fort Nassau zou bevinden en dat schip
pers beurtelings het commando voerden.
Netscher, Geschiedenis van de koloniën, 60.
Abraham van Peere, een andere telg uit dit aan
zienlijke Zeeuwse handelsgeslacht, was bewind
hebber, directeur, van de kamer Zeeland van de
WIC.
3 Campeche was een regio gelegen in de Golf van
Mexico, die vooral bekendheid genoot vanwege
de winning van verfhout: het Campeche-hout. De
naam van de rode kleurstof die hieruit werd
gewonnen is heden ten dage nog terug te vinden
in het aperatief met de karakteristieke kleur
'Campari'.
4 Ontraceerbaar, waarschijnlijk Porto della Coronea,
een haven te Cuba. Wright, Piet Hein, xxiii.
14 Zeeuws Tijdschrift