Cabaretier Fred Florusse in zijn eigen programma:
„Geslepen keus" uit 1992.
helaas een jaar voor ik uit dienst kwam.
Toine van Bergen, de latere schouw
burgdirecteur van Heerlen (ook al weer
overleden inmiddels) was zijn opvolger
en via hem kwam ik bij de Openlucht
spelen terecht. Samen met de familie
Wilmink richtte ik de 'Walcherse
Operette- en Musical Vereniging' op,
kortom: ik was minimaal vijf avonden
per week onder de pannen in het
theater. Ik had best naar de Toneelschool
gewild en we hebben daar thuis ook wel
over gepraat, maar dat zat er gewoon
niet in."
Om in zijn onderhoud te kunnen voor
zien, stortte Fred zich op de administra
tieve studie en ging hij werken bij een
Middelburgs Accountantskantoor. Hij
haalde allerlei diploma's op het gebied
van bedrijfskunde en -administratie,
belastingrecht e.d. en startte op een
gegeven moment een een eigen belas
tingadviesbureau. "Ik ben iemand, die
goed op de centen let", zegt Fred heel
eerlijk, "en daar hoef ik helemaal geen
moeite voor te doen. Dat is de aard van
het beestje. Ik wil gewoon, dat die admi
nistratie in orde is. Het zou - eerlijk
gezegd - ongelofelijk goed zijn, als iede
re artiest z'n praktijkdiploma boekhou
den zou halen. Dan zouden er verschil
lende mensen zijn, die tot de conclusie
zouden komen: ik ga niet verder in dit
vak. En dan bedoel ik mensen met te
weinig talent, die denken dat ze flink
geld kunnen verdienen met dit beroep,
het vervolgens niet halen en dan hele
maal verkeerd terecht komen."
Don Quishocking
Begin jaren zestig verkocht Fred z'n
advieskantoor en aanvaardde een baan
bij de bedrijfseconomische afdeling van
Philips in Eindhoven. Maar ja, het bloed
kruipt waar het niet gaan kan en via de
toneelvereniging van Philips - waar Fred
binnen de kortste keren een hoofdrol
had - kwam hij in contact met de stu
dent Nederlands Pieter van Empelen, die
weer bezig was met een studenten
cabaretgroep, waarin ook Jacques
Klöters, George en Anke Groot zaten. En
zo werd "Don Quishocking" geboren,
een groep die er niet alleen voor zichzelf
en het publiek was, maar die ook ande
re cabaretiers zeer heeft geïnspireerd.
"Wij van Don Quishocking lieten ons
weer inspireren door een groep als
'Lurelei' met Eric Herfst en Jasperina de
Jong. We kozen voor kwaliteit en ook
voor literatuur", aldus Fred, "met als
gastschrijvers onder anderen Jan
Boerstoel, Hans Dorrestijn en Willem
Wilmink, allemaal mensen die Neder
lands hadden gestudeerd. Ook onze
eigen groep bestond uit vier neerlandi
ci plus een boekhouder en dat was ik
dan.
Maar ik bracht weer het nodige socialis
me en de maatschappij-kritiek binnen de
groep. We hadden allemaal onze eigen
inbreng: ik was aanvankelijk meer de
'performer' en fungeerde als katalysator
binnen het geheel. Later kwamen we
natuurlijk ook wel meer op eikaars ter
rein.
We zijn regelmatig met de groep in
Zeeland geweest", herinnert Fred zich,
"In Middelburg natuurlijk, maar ook in
Goes, Terneuzen, Hulst en Oostburg. Al
wou het aan "de overkant" niet zo goed
lukken, met uitzondering van Terneu
zen. Maar vergis je niet...ik kom nog
regelmatig in Zeeland. Dan ga ik op
bezoek bij m'n tante Nel in Vlissingen
(m'n ouders zijn inmiddels overleden)
die als een tweede moeder voor me is."
Cabaret en intelligentie
Waar kan Fred in deze tijd zelf nog heel
erg om lachen?
Even een verdwaalde glimlach en dan:
"Echt uitbundig lachen doe ik haast niet
meer. Vergeet niet, dat ik per week zo'n
drie tot vier voorstellingen zie, dus dan
raak je wel eens overvoerd. Ik kan wel
een enorme waardering en diep respect
opbrengen voor mensen als Youp van 't
Hek en Freek de Jonge.
Ik ben een echte 'tekst'-jongen, altijd
geweest. Om op die manier mensen aan
het lachen te krijgen vind ik grandioos.
Dat is namelijk waanzinnig moeilijk. Het
is veel makkelijker om tranen te trekken,
dan om een grap te trekken. Heel vaak
zijn grappen al vaker gedaan of is het
een oude mop, die omgewerkt is. Ik geef
het je te doen om steeds maar weer ori
gineel en nieuw te zijn en mensen met
woorden op het verkeerde been te zet
ten! Daar heb ik diep respect voor.
Razend knap vind ik dat. Die Hans
Teeuwen kan dat ook. Een Brigitte
Kaandorp en Herman Finkers vind ik ook
perfecte kleinkunstenaars. Dan is er ook
nog een Theo Maassen. Dat is ook zo'n
jongen, waar ik nog erg veel van ver
wacht. Verder is er een cabaret-duo -
'Ajuinen en Look' - dat ook veel goeds
belooft voor de toekomst. Twee jon
gens. Enig. Zo slim en zo intelligent. Ik
vind namelijk, dat cabaret en intelligen
tie bij elkaar horen. Die jongens stralen
dat uit en daar ben ik zeer van onder de
indruk."
Jan Pieterse
Fred Florusse is op dit moment 'talent
scout' voor de VARA. Hij trekt het land
door om de Cabarestafette-avonden te
bezoeken, waar jong talent de kans
krijgt iets van hun kunnen te laten zien.
De meest veelbelovende kleinkunste
naars pikt Fred er uit en 'stoomt' ze ver
volgens klaar voor een optreden voor de
VARA-televisie. Die voorstellingen wor
den aan elkaar gepraat door o.a. Jan J.
Pieterse, in 1951 geboren in Goes en nu
wonend in Haarlem, waar hij ook werkt
als kunstmedewerker bij het Haarlems
Dagblad. Het is een vrolijk en verrassend
moment in de uitzending, als Jan
Pieterse - die Fred natuurlijk heel goed
18 Zeeuws Tijdschrift