*zï?2:j£&f$Li t.cU^ S Z3- f h* j 1 U S7^+-r-L bu (UJ-+-~ 0^4 *£LS2^l~ %-xrnr~Cv -V £U-yfA J A^=> JV CJL~t£*^A~ j^7 ~\- V 1 VWt. "W/ 4^-w *£-*-% A 1 1 -V •-"• - n »<y^ti^*w O1*1* 1 /»-y c --j s(*s\d 4 4 Q ö^v*v 4^'** rt/i n i ^II ^Ti fc 6~ <>wO r—L i_ r ,n o />1*-t-^ *7 <t^i.' - <i~-i~£ o^wi1/ w ->/-<^y£^e.% 4s%ry,-0~ £/-"J-vW 4nr—»~%st*/i' tsmutJZm A-t-»-Ïci *-v» rT-»-»jt. yvvw<-^«j <£»*-. /^-z^»—7 />t-c/?<-4 v-* 4—ttV eX-^<- o-+-f Fragment uit Mondriaans brief aan Mies Elout-Drabbe, 1911, K.B. Den Haag, 135 F 19. In Zeeland ontstonden tussen 1908 en 1912 schitterende series, van de molen en de kerk van Domburg, van de vuur toren van Westkapelle, van zee- en duingezichten en waarschijnlijk van enkele bomen. Olieverven als De Rode Boom (1908/1909), Zeeuwse Boer (1909/ 1910) en enige duingezichten (1909- 1911) maakten een overweldigende indruk op de St Lucastentoonstelling van 1910; zij hingen er naast werken van onder meer Ferdinand Hart Nibbrig, Kees Spoor, Jan Heyse en Mies Elout- Drabbe. Terugkijkend, sprak men van 'de triomf van Domburg'. In 1911 bracht Mondriaan een deel van de zomer in Veere door, en korte tijd in Parijs. Begin 1912 vestigde hij zich in de Franse lichtstad, waarvandaan hij in 1912 en 1913 bliksembezoekjes aan Nederland en Domburg bracht. Mondriaans korte bezoek aan Nederland in de zomer van 1914 werd een vierjarig verblijf, in hoofdzaak ver deeld over Laren, soms Amsterdam en tot ongeveer 1916 Domburg. In Domburg verbleef Mondriaan in het huisje van Bine de Sitter (Zuidstraat 10), een grote vriendin van Mies Elout. Zoals de oorlogstoestand Mondriaan enige tijd vasthield in Nederland, zo werd Bine de Sitter vastgehouden in Lausanne waar zij een opleiding in de verpleging had gevolgd. Na haar terugkeer naar Nederland kon Mondriaan langer van haar huis gebruik maken dan hij had ver wacht; Bine zou enkele jaren lang de zorg voor het in 1914 moederloos geworden gezin van de historicus Johan Huizinga, een oude vriend, op zich nemen. In het huisje aan de Zuidstraat werkte Mondriaan aan schetsen van sterren nachten, ontplooide hij zijn Pier and Ocean ideeën. Hij was zo verdiept in zijn werk, aldus Mies Elout in later jaren aan kunsthistoricus A.M. Hammacher, dat hij niets merkte van de Belgische vluchtelin gen die Walcheren overstroomden. In het verlaten huisje stond Mondriaan kaarsrecht ("maar met een kneep in zijn rug") in volkomen overgave te werken aan een wit papier waarop hij lijnen zette. Aanvankelijk probeerde Mondriaan zijn onderwerpen in lijnen en vlakken tot hun basiselementen terug te brengen om hen zo, los van de zichtbare werke lijkheid, een eigen, universele werkelijk heid te geven. Al gauw ging hij ertoe over ook het basiselement van de onderwerpen los te laten; lijn en kleur kregen een grotere zelfstandigheid. In deze periode begon Mondriaan zijn ideeën op schrift te stellen. Elk aspect van een compositie - tot werkwijze en materiaal toe - zou in dienst komen te staan van het schone: de perfecte harmonie van de tot de grootste eenvoud ('het universeele') teruggebrachte tegendelen. 26 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 28