Schilderijen van Wenceslas Cobergher
Cornells de Vos. 'Zicht op Hulst'. Stadhuis Hulst. Foto: Gemeente Hulst
Hulst in 1596
Paul Stockman en Peter Everaers
Tot voor kort gold als bekendste en
tevens oudste, geschilderde afbeelding
van Hulst het 'Zicht op Hulst' van
Cornell's de Vos uit 1628. Omdat men
van mening was dat uit de hiervoor lig
gende periode enkel gravures en kaarten
overgeleverd waren, had het schilderij
van De Vos een buitengewoon grote
historische waarde gekregen. De Vos
heeft zijn 'schilderie ghemaeckt in
dusent ses hondert achtentwintich',
zoals rechtsonder op het doek te lezen
staat. Hij heeft getracht een landschap
weer te geven zoals het hem voorkwam.
Het 'Zicht' is derhalve een momentop
name. We kunnen stellen dat het schil
derij van De Vos een toonbeeld van
zeventiende - eeuwse realistische land
schapsschilderkunst is. De stad is op dat
ogenblik omgeven door aarden vesting
werken (volgens het principe van het
'tracé italienne' - vijfhoekige flankerende
bastions), tijdens het Twaalfjarig Bestand
(1609 - 1621) aangelegd. Gezien de
weergave van onder andere de vesting
werken kan geconcludeerd worden dat
De Vos zich een zekere (kunstenaars)-
vrijheid heeft veroorloofd. Ook het per
spectief klopt hier en daar niet helemaal.
Tijdens het beleg van 1596 door de
Spanjaarden waren de gedeeltelijk mid
deleeuwse verdedigingswerken stukge
schoten. De helft van de stad lag in puin.
Jacob van Lansberghe schreef in 1687:
"(De stad is)...by nae als een Puyn -
hoop geworden, sonderling aen de
Begyne en Dobbel - Poorten, in dier
voegen dat in de Begyne - Straet tot aen
de groote Marckt, en voorts op de
Bierkay en Overdam, meest alle Huysen
om verr' laegen". Omdat er van het
toen grotendeels verdwenen laat - mid
deleeuwse Hulst geen andere geschil
derde afbeelding bekend was, is het uit
1628 daterende schilderij van De Vos als
'canon' gaan fungeren. 'De Vos-kenner'
J. Muls schrijft in 1932 in de begeleiden
de tekst van de tentoonstellingscatalo
gus over het werk van De Vos: "Het
moet er, bij de geboorte van Cornelis de
Vos, ongeveer uitgezien hebben zooals
hij het schilderde, in 1628, binnen den
kring van zijn recht - afgelijnde nieuwe
wallen de spiegeling zijner grachten, met
den knolvormigen vieringstoren van zijn
hooge laat - gotische brabantsche kerk,
het doorluchtige campanile van zijn
stadhuis, het torentje der abdij van
Boudeloo, het gedrongen nest van zijn
lage huizen met trapgevels en een wind
molen op den uithoek van het groene
bolwerk, afgeteekend op den grijzen
hemel". Volgens K. Van der Stighelen is
Cornelis omstreeks 1583 in Hulst gebo
ren als zoon van wijnbrander Jan de Vos.
Wegens het beleg van 1596 door de
Spanjaarden is het gezin datzelfde jaar
verhuisd naar Antwerpen. De Vos heeft
'dese schilderie ut liefden ghemaeckt
ende ghegeven aende stadt tot een eeu-
wighe memorie'. Of De Vos is in Hulst
terug geweest tussen 1618 en 1628 of
hij heeft bij het maken van zijn schilderij
(een) afbeelding(en) gebruikt waarop de
situatie van na 1618 weergegeven
wordt. De herkenbaarheid der gebou
wen van het tegenwoordige Hulst is op
het schilderij zo groot omdat de schilder
Zeeuws Tijdschrift 33