Zeven torenbekroningen
Wenceslas Cobergher. 'Het koninklijk leger trekt de elfde juli het land van Hulst binnen. Camera dei Deputati, Palazzo di A/1ontecitorio, Rome. Foto: Fotostudio
Cantera Roma.
nu nog bestaan, zijn onder andere de
bedevaartskerk Onze-Lieve-Vrouw te
Scherpenheuvel, de Moeren tussen
Veurne en Hondschoote en verschillen
de bankgebouwen verspreid over
Vlaanderen. Na een lang ziekbed stierf
deze homo universalis op 23 november
1634 te Brussel.
'Hulstae Firmis Propugnaculis Duobus II
et XL Diebus Expugnatis Augusti Die I
Pasciscitur Rex Exercitus' (Plet konink
lijk leger sluit op 21 augustus vrede, na
de wallen van Hulst, na een beleg van
42 dagen, veroverd te hebben). Deze
tekst staat rechtsonderaan in een schild
op het schilderij gevat. Het beleg is in
een eindfase beland. Vanuit talloze
kanonnen wordt er op de stad gescho
ten. Bij de Bagijnepoort ontploft een
zware buskruitmijn. Rechts staan
Spaanse legertenten. Hulst is nauwkeu
rig weergegeven. Geheel links een
muurtoren. Daarnaast staat de
Assepoort met de (standerd)molen van
de Minnebrughe. Het eerste gebouw
met spitse torenbekroning naar rechts is
het Hof van Boudeloo. Daarnaast staat
het stadhuis met lantaarn en Brabantse
bol in de spits. Naast het stadhuis een
gebouw met vermoedelijk een trapto-
ren, misschien behorend aan het refugi-
um van Drongen of Ter Doest.
Vervolgens de St.- Willibrord.
Opvallend is de torenspits. (Cobergher
schildert een vierkante onderbouw van
de toren, De Vos de in 1402 door
Laureins van der Leyen gebouwde
octogoon).
De kerk heeft in 1596 ernstig te lijden
gehad van de beschietingen. F.
Vermeulen vermeldt in het Bulletin van
de Nederlandsche Oudheidkundige
Bond (1930): "Andermaal had de kerk
ernstig te lijden gehad, en vooral de
toren, die in 1600 eene geheel nieuwe
bekroning kreeg, blijkens het merkwaar
dige bestek, dat ik elders in zijn geheel
hoop te publiceren. Ik vermeld er hier
slechts uit, dat een boghe in het koor en
een boghe inden omghanck by d'orghe-
le waren afgeschoten en gevallen, en
dat alle de vautheersels waren gheram-
poneert. De herstellingswerkzaamheden
werden verricht door Jacques van
Gulger ('metser') en Hector van
Zeeuws Tijdschrift 35