neerde met 'Frs R-hals', raakte hij hon derd jaar na zijn dood reeds in de vergetelheid. De kunstenaar had zijn eigen naam verduisterd. Johannes Herman Buma ging in musea en archie ven op zoek en ontdekte tal van boeren- interieurs, veestukken, landschappen en pronkstillevens. Laurens Bol, die Ryckhals bestempelde als 'een schilde rende magiër uit Middelburg', herkende in de boereninterieurs de sober levende, armoedig gehuisveste bevolking op het Zeeuwse platteland. De pronkstukken, met kostbare kannen, schalen en boka len, gunnen juist een blik op het porse lein, zilver en goud dat gegoede burgers in Middelburg in huis hadden. De bedoeling van de schilder was echter niet de tegenstellingen tussen stad en platteland weer te geven. Veeleer herin nerde hij aan de vergankelijkheid van het aardse. In 1993 bestond 'De Meestoof', het streekmuseum voor Tholen en St. Philipsland, 20 jaar. Dit vormde voor M.A. Geuze er de aanleiding toe deze periode te belichten in 'Zichtbaar Verleden, 20 Jaar Streekmuseum De Meestoof' (De Koperen Tuin/De Meestoof, 7,95). Aan bod komen het initiatief tot de oprichting, de opbouw van de collectie, een reeks van tentoon stellingen en lezingen en het bestuur en de financiën passeren de revue. De Meestoof heeft intussen haar bestaans recht voor Tholen en St. Philipsland wel bewezen. De schrijver, die persoonlijk een belangrijke rol speelde bij de oprich ting en ontwikkeling van De Meestoof en er in 1993 na twintig jaren afscheid van nam, geeft tenslotte ook enige vingerwijzingen naar de toekomst. 42 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 44