De gebouwen van de kloosterlingen zijn een architektonisch spoor geworden in de bodem van Zeeland, evenals de vlied bergen geologische sporen en de vlucht- plaats voor vreemdelingen etnische spo ren zijn. De Illustere School Hoe zou nu het dichterlijk wonen in Zeeland gedefinieerd kunnen worden Het is in de geest van Heidegger om dit duidelijk te maken aan de hand van een ontwerp, dat als voorbeeld dient. Met het ontwerp dat ik ongeveer een jaar geleden maakte voor een Illustere School, heb ik geprobeerd uit te beel den, hoe vreemdelingen [studenten] zouden kunnen wonen, temidden van de lege polders; de lage vlakte van Walcheren, net buiten de gemeente grenzen van Middelburg. In dit ontwerp zijn verschillende van de besproken spo ren verwerkt; gebruikt als inspiratie bron. Ze werden gekombineerd met andere bronnen; de architektuur van Kahn en Ando en de historische pogin gen van Zeeland om te komen tot een Zeeuwse universiteit9. De nieuwe Illustere School bestaat uit zes zware, gemetselde muren, half boven, half in een snede in de grond. Op die manier ontstaat een konstruktie die open en ruimtelijk is en die slechts een geringe inbreuk op het landschap maakt. Het metselwerk is gemaakt van stenen zoals die vroeger in dit gebied gebakken werden in turfgestookte ovens. De openingen in de wanden, die nodig zijn om de tussenruimten van vol doende daglicht te voorzien, hebben vorm en ritme van oude Romaanse raamopeningen - de schaal is echter anders - daarmee de eeuwige muur symboliserend. Tussen de muren in, han gen glazen dozen waarin de aktivitieiten van de Illustere School plaatsvinden; leslokalen, auditoria, eetzalen, keuken, leeszaal etc. De verschillende ruimten van de school zijn met elkaar verbonden door twee trappehuizen, beiden gekoppeld aan een lift. De gevels van de trappehuizen zijn gemaakt van glazen bouwstenen; een patroon van vierkanten dat diffuus licht doorlaat. Zoveel dat de hele wand daardoor transparant wordt. Deze gevels doorsnijden de zes grote wanden, en vormen op die manier zowel de bin nen- als de buitenkant van het gebouw. Licht verdeelt zich vanuit de trappehui zen over de hele school, waar nu alleen nog de schimmige schaduwen van de over de hellingbanen en trappen bewe gende studenten zichtbaar zijn. Naar mate men via de hellingbanen hoger stijgt in het gebouw, neemt het geeste lijk gehalte van de ruimten toe. Onderin, op het nivo van het in de aarde verzon ken plein, zit de administratie en daar liggen ook de werkplaatsen voor de stu denten. Daarboven hangt de centrale ontmoetingshal, waar alle richtingen in het ontwerp samenkomen. Studenten en bezoekers ontmoeten hier elkaar en ook is hier de toegang tot het auditori um. Op de verdieping daar weer boven begint dan de eigenlijke lesruimte, op gelijke hoogte met de keuken en de eet zaal. Dit is de plaats waar men voedsel tot zich neemt, in tegenstelling tot de vloeren die nog hoger liggen, daar eet men letters. Voedsel voor de geest in de lees- en studiezalen. Ingeklemd tussen de grote open ruimten, liggen de studie cellen. Het uitzicht is er beperkt tot de hemel, of soms een vergezicht over het vlakke Walcherse landschap. De traag heid daarvan ontvouwt zich in de omhoogkruipende hellingbanen van de school en komt tot zijn volle recht in de kontemplatie van de bovenste verdie ping. Traagheid De rol die een gebouw speelt, als gebeurtenis in de leegte, behorend bij de traagheid, is te vergelijken met de rol zoals Heidegger die omschrijft voor wat hij noemt "het ontwerp van de waarheid van het zijn."10 Volgens Heidegger vol trekt het ontwerp zich in de leegte. Die leegte is eigenlijk de volheid van het onbesliste. Heidegger definieert het ont werp echter niet in de klassieke zin, als resultaat van een aantal genomen beslis singen, maar als een voortdurend pro ces. Hij omschrijft dat als 'gebeurtenis'. Op die manier is heel het bestaan een Een Illustere School voor Zeeland; dwarsdoorsnede. Ontwerp: Johan de Koning,1992. Zeeuws Tijdschrift 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 31