Plaatsbepaling van Trajectum Trajectum lag aan de delta Tongerse bisschop, tegen de stroom van invallende barbaren in, naar Maastricht zou vluchten. Meer voor de hand ligt dat hij westwaarts zou vluchten om daar bescherming te zoeken bij de Franken. Nergens is met zoveel woorden sprake van een verplaatsing van het bisdom van Tongeren naar Maastricht. Over de missioneringsactiviteit van Sarvatius en over de kerstening van Maastricht en omgeving is in het geheel niets bekend. Ook een archeologisch bewijs hiervoor is in Maastricht niet gevonden8. Vervolgens vertoont de prediking van St.Amandus vanuit Trajectum ("Maast richt") als apostel der Friezen grote overeenkomst met de missie van St.Wil- librord, die 50 jaar later eveneens vanuit een (ander??) Trajectum onder de Frie zen werkte. Amandus werkte in het gebied van de Schelde, wat nogal ver van Maastricht ligt. Ook Régis de la Flaye valt dat op en hij merkt daarover zelfs op: "blijkbaar fungeerde het bis dom Maastricht met een zeer excen trisch gelegen residentie". Als Willibrord in 690 arriveert zijn de Friezen net verslagen en krijgt hij het Trajectum als zetel. Lambertus zit op dat moment in Luik. Goed denkbaar is dat Trajectum het vacante bisdom van Lam bertus was in plaats van een heel ander Trajectum. Tenslotte: FHet tijdstip van de translatie van het lichaam van Lambertus van Tra jectum (Maastricht) naar Luik lijkt niet toevallig: In 714 viel Trajectum (St.W.) weer in Friese handen, en was er aldaar dus alle reden het corpus van Lambertus in veiligheid te brengen. Kortom: Vermoedelijk heeft er maar één Trajectum bestaan en is Trajectum- Maastricht dezelfde plaats als Trajec- tum-St. Willibrord. Waar moeten we Trajectum nu zoeken? Was het Utrecht, was het toch Maast richt, of was het een andere plaats? Albert Delahaye meent dat Trajectum in Tournehem, in noordwest Frankrijk, gevonden moet worden9. Aan de hand van aanwijzingen in diver se bronnen zullen we een poging doen tot nadere plaatsbepaling van de uitvals basis van St.Willibrord. Zoals de naam al zegt lag Trajectum aan een rivier. Over de aankomst van St.Wil librord verhaalt de geschiedschrijver Alcuinus: Na het vertrek van St.Willi brord en zijn metgezellen uit Engeland "zeilden ze de Monden van de Renus in, en kwamen weldra aan bij de burcht van Trajectum, die op de oever van dezelfde rivier is gelegen10. Omdat het volk der Friezen waarbij die burcht Trajectum gebouwd was en hun koning Radboud nog bezoedeld waren door heidense gebruiken, leek het St.Willibrord juist naar het Frankische Rijk te gaan, naar hertog Pippijn". Hoewel de mededeling suggereert dat Trajectum aan de Rijn lag lijkt er bij nadere beschouwing eerder te staan aan de Monden van de Renus, dus aan de rivierdelta. Het door Alcuinus genoemde mondingsgebied van de Renus kan volgens Weiier opgevat wor den als aanduiding voor de hele Zeeuws-Hollandse delta, dus het uit- stroomgebied van Rijn, Maas en Schel de11. De snelste vaarweg van deze delta naar de residentie van Pippijn in Neustrië was de Schelde. Als Bonifatius in 754 met 52 metgezel len de Renus afvaart gaat hij van Keulen naar Trajectum "tot al bijna in de mon ding" nabij de kust12. Utrecht past mooi op een reistraject over de Rijn van Keu len naar zee, maar het ligt niet bij de uit monding van de Rijn. In een latere bron wordt melding gemaakt van een landing van St.Willi brord te Greveninga1131. Aangenomen wordt dat hier de kustplaats Gravelines (ten zuiden van Duinkerken) is bedoeld; de mededeling lijkt meer van toepassing op de "Greveninge polder" ten westen van St.Anna ter Muiden (bij Sluis)14. Deze plaats ligt in elk geval aan de Monden van de Renus in tegenstelling tot Gravelines. St.Willibrord begeeft zich na zijn aan komst in de rivierdelta meteen via Tra jectum naar de residentie van Pippijn in Soissons om daar toestemming te vra gen voor zijn missie onder de Friezen. Vanuit de delta is het nogal een omweg om helemaal over Utrecht naar Soissons De 'Monden van de Renus' ten tijde van St. Willibrord. Deze kaart van het uitstroomgebied van de Rijn, Maas en Schelde is gebaseerd op een kaart (p.4) in Hettema's Historische Atlas, Den Haag 1977, en op een kaart (p.43) in Putzger Historischer Weltatlas, Berlijn 1991. Vanuit deze delta vormt de Schelde de snelste vaarweg naar het regeringscentrum van de Franken in Neustrië. Vanuit Tongeren vormt de Demer de snelste vluchtweg westwaarts. Zeeuws Tijdschrift 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 11