Trajectum lag nabij of in Frisia
Trajectum lag in
Noord-Vlaanderen
Andere aanwijzingen
te gaan. Om Pippijn te ontmoeten hoef
de St.Willibrord slechts de Schelde op te
varen tot aan haar oorsprong.
Dat Trajectum behalve een burcht ook
een tol had blijkt uit een oorkonde uit
779 van Karei de Grote, waarin privile
ges worden verleend aan de belangrijk
ste douanekantoren in noordelijk Fran-
cia: aan Rouen, Amiens, St.Maxence,
Quentovicus, Dorestad en Trajectum.
Samenvattend: deze aanwijzingen lijken
er op te duiden dat Trajectum ergens in
of bij Zeeland lag: aan de delta, ergens
nabij Sluis, aan een rivier met een tol
nabij de kust, bij de Schelde als vaarweg
naar de residentie van de Frankische
koning.
Bij de aankomst van St.Willibrord was
Trajectum blijkbaar in bezit van de Frie
zen. En deze Friezen woonden, zoals we
eerder15 aantoonden, bij de Schelde-
monding op de Zeeuwse kust, ten noor
den van de lijn Brugge-Gent-Antwer-
pen. Om het bezit van Trajectum werd
door Franken en Friezen herhaaldelijk
gevochten. Vermoedelijk was het een
strategisch gelegen plaats ergens in het
grensgebied tussen beide volken. Trajec
tum lag in de pagus Ostracha. In 772
kwam Willehad uit Engeland aan in Fre
sia bij Dockynchirica in de pagus Hostra-
ga16. En in 835 predikte Anscharius in
Frisia in de pagus Ostergo'7. Blijkbaar is
Ostracha een Fries gebied. Wellicht is dit
Ostergo hetzelfde als Osterne. St.Lam-
bertus werd immers begraven in Trajec
tum in het graf van zijn vader, graaf van
Osterne.
Samenvattend: deze aanwijzingen lijken
aan te geven dat Trajectum ergens bij de
Scheldemonding op de Zeeuwse kust
lag, in het gebied boven de grens Brug-
ge-Gent-Antwerpen.
De apostel der Friezen, St.Amandus, bis
schop van Trajectum, werkte rond 637
in het gebied van de Schelde, in de
gouw van Gent en Antwerpen. Hij
stichtte twee abdijen in Gent en bouw
de een kerk in Antwerpen. De plaatsna
men St.Amandsberg (bij Gent) en
St.Amands (bij Antwerpen) houden in
die streek zijn naam levendig. Voor een
bisschop uit Maastricht was Noord-
Vlaanderen een flink eind uit de buurt.
Dat St.Amandus zetelde in zijn werkom
geving lijkt geloofwaardiger.
De gecopieerde oorkonden van het bis
dom Trajectum uit 900, het Cartularium
van Radboud genaamd, duiken rond
1100 op in de abdij van Egmond. Het
feit dat dit Cartularium afkomstig was
uit Gent, doet vermoeden dat de laatste
bisschop van Trajectum, Radboud, in die
omgeving zijn aantekeningen heeft
opgesteld, en dat zijn bisdom Trajectum
daar mogelijk in de buurt heeft gelegen.
De levensbeschrijving van St.Lebuinus,
of St.Lieven, suggereert dat Gent en
Trajectum niet ver van elkaar verwijderd
lagen. Hij kwam rond 765 uit Engeland
en begaf zich eerst naar Trajectum, waar
Gregorius toen het bisdom bestuurde.
Hij werkte in de omgeving van Gent en
Rijssel, en werd later begraven te
Daventria18. Getuige deze mededeling
kan Gent dus Trajectum niet zijn.
Na de Noormannen-chaos schept de
graaf van Vlaanderen orde en draagt de
St.Bertijnsabdij van St.Omaars de ziel
zorg op van parochies van het bisdom
Trajectum in Vlaanderen.
In 862 schrijft de aartsbisschop van
Reims een brief over de kerkelijke ban
van Boudewijn van Vlaanderen, en richt
die aan de bisschoppen van Terwaan,
Kamerijk en Trajectum19.
Samenvattend: deze aanwijzingen wek
ken de indruk dat Trajectum ergens in
Noord-Vlaanderen lag, vermoedelijk bij
Gent en Antwerpen.
- Trajectum lag westelijk van Tongeren.
Bij de komst van de uit het oosten inval
lende Hunnen zal de Tongerse bisschop
ongetwijfeld in westelijke richting
gevlucht zijn. Richting Maastricht lijkt
onzinnig, maar richting westen zeer
logisch, omdat daar bescherming door
de Franken (die daar in 425 binnenge
vallen waren) gevonden kon worden.
De snelste vluchtweg westwaarts lijkt
die via de rivier de Demer in de richting
van de Schelde.
- Het feit dat de Neustrische (west-Fran
kische) hofmeier Ebroinus in 675 bis
schop Lambertus ontzet uit zijn ambt te
Trajectum suggereert dat Ebroinus zeg
genschap had over Trajectum. Maast
richt komt niet in aanmerking voor situ
ering van Trajectum omdat het in
Austrasië (oostdeel Frankenrijk) lag en
daar had Ebroinus niets te zeggen, daar
heerste de Austrasische hofmeier Pippijn
II.
- In 748 spoort de paus de bisschop van
Terwaan aan om Bonifatius, bisschop
van Trajectum, te helpen bij zijn werk20.
Terwaan hulp laten bieden in Utrecht
lijkt buiten proportie.
- Bij de verdeling van het Frankische Rijk
onder de zonen van Lodewijk de Vrome,
volgens het Verdrag van Verdun in 843,
valt Trajectum toe aan Lotharius die het
Middendeel verwerft. Dit blijkt uit een
privilege dat Lotharius in 846 aan Trajec
tum verleent21. De grens van het Weste
lijk- en het Midden-deel liep in Noord-
Vlaanderen van Gent noordwaarts naar
het gebied van de Braakman langs de zg
Ottogracht.22
Later, bij de Rijksdeling van 870 vormen
de Ourthe en de Maas de grens, en ligt
Trajectum (dan St.Servatius genaamd)
nabij Mechelen en Lier23 in het deel wes
telijk van de Maas; ergo: Trajectum ligt
ergens tussen Ottogracht en Maas, en
kan dus Utrecht niet zijn.
- Uit diverse grensgeschillen blijkt dat
het bisdom Trajectum en het bisdom
Doornik buren waren. Het bisdom
Doornik resorteerde onder Reims, Tra
jectum (oorspronkelijk Tongeren) onder
Keulen. In Noord-Vlaanderen vormde
de bovengenoemde Ottogracht de
grens tussen de beide bisdommen. De
onderhorigheid van het gebied van de
"Vier Ambachten" aan het bisdom
Utrecht is altijd een raadsel geweest24:
de vreemd verlopende bisdomsgrens
alhier was slecht te verklaren.
- St.Willibrord predikte ook in Brabant
waar hij plaatsen ten geschenke kreeg25.
Hij was niet alleen apostel der Friezen,
maar ook "apostel van Brabant"26.
- St.Willibrord ondernam vanuit Trajec
tum een tocht naar Walcheren waar hij
afgodsbeelden vernielde (waren dit de
later teruggevonden Nehallenia-beel-
den?). Volgens Van Moorsel was Ant
werpen het uitgangspunt voor deze raid
van St.Willibrord tijdens zijn eerste mis
siejaren27.
10 Zeeuws Tijdschrift