strategisch gelegen hoge heuvel met een citadel. Dat de regio Luik in de Romeinse tijd dicht bewoond was blijkt uit de zeer vele Romeinse tumuli in dit gebied. Met het aannemen van het bestaan hebben van slechts één Atuaca en één Trajectum wordt de geschiedschrijving een stuk overzichtelijker en begrijpelij ker. Na de verwoesting van Trajectum door de Noormannen in 857 keren later de bisschoppen terug naar (het omgedoop te) Antverpia. in 899 wordt de laatste bisschop van Antwerpen aangesteld, genaamd Radboud. Op verzoek van Radboud bevestigt koning Koenraad I in 914 de privileges van Antwerpen44 Rond 920 valt de verplaatsing van het bisdom Antwerpen naar Utrecht. De reden daarvan is niet bekend, maar hangt mogelijk samen met de wereldlijke machtswisseling in die tijd. De Karolingi sche periode loopt dan op zijn eind: de laatste Duitse Karolinger sterft in 911 en wordt opgevolgd door de eerste geko zen vorst, Koenraad. Aannemelijk lijkt dat Utrecht vanwege zijn centraler lig ging in het gebied van het, intussen ver noordelijk uitgegroeide, bisdom als resi dentie werd verkozen: Antwerpen lag wel erg excentrisch voor het uitgebreide Nederlandse territoir. Wellicht ook was de verhuizing van het bisdom naar Utrecht een gevolg van de problemen die gerezen waren tussen bisschop Rad boud van Trajectum en graaf Meginhard van Vlaanderen In elk geval gaat de bisschop rond 915 voor overleg hierover naar paus Johannes X45 Voor de verhuizing stelt Radboud (sterft in 917), de laatste bisschop van Antwer pen, orde op zaken en zet alle bezittin gen van Trajectum op schrift in het zg Cartularium van Radboud. In 921 zit zijn opvolger Balderik te Utrecht. Vanaf die tijd rest van Trajectum nog slechts de naam en de herinnering. Noten 1. C.W.Vollgraff: romeinse inscripties te Utrecht; mededelingen kon.Ac.Wetenschappen, afd. Letter kunde, deel 70, 1930. C.W.Vollgraff: albiobola; mededelingen kon.Ac.Wetenschappen, afd. Letterkunde, serie b, deel 80, 1935. 2. Archeologische Kroniek 1976/1977 p.20; 1981, p.75; 1982, p.64; 1982, p.121-123. 3. Oorkonde van Pippijn III uit 753; Cartularium van Radboud, nr 4. 4. M.P.M.Muskens: De Kerk van de Friezen bij het Graf van Petrus. Rome 1994, p.61 5. S.Muller: Oudste cartularium van het Sticht Utrecht, nr 87 6. Régis de la Haye: De bisschoppen van Maast richt, Maastricht 1985. 7. Gregory of Tours: The History of the Franks, Pen guin books 1974, p.114-115. 8. Régis de la Haye: De bisschoppen van Maast richt, Maastricht 1985. p.21. 9. Albert Delahaye: Holle Boomstammen, Zundert 1980, p.291 10. Alcuinus: vita S.Willibrordi, Acta Sanctorum, nov.Ill, p.439 11. A.G.Weiler: Willibrords missie, Hilversum 1989, p.93 12. W.P.Romain: Bonifatius, Baarn 1991, p.340 13. Theofridus: vita S.Willibrordi, Acta Sanctorum, nov.Ill, p.463 14. A.A.Beekman: Zeeland in 1300, Den Haag 1921. p.105 M.K.E.Gottschalk: Historische geografie van Weste lijk Zeeuws-Vlaanderen, Assen 1958. p.16. 15. J.A.Rozemeyer: Friezen in Zeeland, Zeeuws Tijd schrift 1994, nr 3,pag 102 16. Vita S.Willehadi, Acta Sanctorum,nov.Ill, p.843 17. Rimbert: vita S.Anscharii, Acta Sanctorum,febr.l, p.430 18. A.W,Byvanck: Geschiedkundige atlas van Nederland, Den Haag 1929, p.25. Albert Delahaye: Holle boomstammen, Zundert 1980, p.262-264. Albert Delahaye: Ontspoorde Historie, Tilburg 1992, p.192-200 Régis de la Haye: De bisschoppen van Maastricht, Maastricht 1985, p.35 De ligging van het Romeinse winterkamp Aduatuca ten tijde van Caesar volgens Alb. van Kampen. Het kamp wordt gesitueerd op een heuvel langs de Ourthe, die bij Lüttich (Luik) in de Maas uitstroomt. 14 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 16