bende en rotzooi en toen kon ik hier een atelier creëeren. Van lieverlee zijn we hier eigenlijk gebleven. Het was van mijn ouders en die hebben het me op een gegeven moment geschon ken." Wat voor werk maakte je toen in die tijd? Waar was je mee bezig? ,,Heel weinig eigenlijk. Ik deed wel regelmatig mee met grote projekten in Assenede. Die buitenprojekten, daar heb ik toch een stuk of drie van gedaan. Dus echt werk wat je niet hier hoefde te doen, want hier kwam eigenlijk heel weinig uit mijn handen. Hoe dat kwam? Teveel andere dingen. Dit gedoetje moest toch ook een beet je leefbaar gemaakt worden. Je bent aan het leven gewoon. Ik heb zoveel interesses. Alles wat maar te maken heeft met techniek en met wat je kan zien." Maar daar kun je toch niet van leven? ,,Toch wel hoor. Ja, ik denk het wel. Ik maakte stands, desnoods tot mode shows toe. Een beetje styling ook. Ja, daar werden dan de centen mee ver diend. Dat vind ik hartstikke mooi. En daarnaast deed je dan die volstrekt tijde lijke projekten. Ja, dat was heel tijdelijk, meestal maar een week. En daar was je soms maanden aan bezig. Hopen geld gingen er in zitten. Voor die tijd dan toch, was het een heel dure bezigheid. Ik vond het prachtig." Beschrijf ze nog eens, die drie projekten die je hebt gedaan. ,,Een project met sokkels van stro, een prachtig materiaal. Daar stonden heel natuurgetrouwe objekten van voorwer pen op: dus een paar benen - die waren van mijn vrouw Janine - die grote stoel van terrazzo en een torso in brons. Ik had een varkenshuid afgegoten in de vorm van een man en de achterkant was dan terrazzo, net een ei dat openbreekt. Die serie is helemaal verkocht. Beetje bij beetje. Ik heb veel verkocht blijkbaar, want ik heb weinig meer. Dat vind ik wel jammer, want alles wat je verkoopt ben je kwijt. Ik heb van heel die serie eigen lijk nog maar één beeld." Die sokkels, waren ze allemaal van stro, of niet? Nee, ik heb ook nog een paar beelden op een mesthoop gezet, Maar daar zat natuurlijk ook nog stro tussen. Dat was een heel technisch ding, er zat een hydraulisch systeem, zodat je hem kon verplaatsen. En buizen met warm water. Die mesthoop werd warm, de stoel ook en dat zat dan wat comfortabeler." Had dat iets te maken met de consump tiemaatschappij ,,Ja, dat was het een beetje ja. Je kon echt uitkijken over je eigen rotzooi. Het was ook een hele mooie stoel en die zat ook helemaal niet natuurlijk. Het waren beelden voor een tentoonstelling in Gent op de Watersportbaan in 1983. Ik kwam daar en dan zie je die gebouwen allemaal en dan denk je 'tsjonge, jonge, wat moet ik daarmee'. Net zoals een project in de natuur met die enorme bomen die daar staan. Sommige mensen komen even met een bestelwagen, die zetten dan iets aan de dijk. Dan denk ik: jongen je hebt er niets van begrepen, zo kan het dus niet. Ik bedoel, je kan mis schien wel iets kleins doen, maar het wordt toch heel iets anders dan wan neer je zegt van 'nou, ik kom daar en gooi wat aan de dijk'. Dat heeft niets met kunst in de natuur te maken." ,,Het waren dus allemaal losse dingen, maar het heeft misschien wel een jaar of vier geduurd, voordat het allemaal voor elkaar was, het waren echt figuratieve zaken. Je maakte een mal en dan stortte je terrazzo erin. Daar was je misschien wel een maand aan bezig en dan moest je hem nog helemaal op gaan schuren. Ik wist niet hoe en wat. Dus ja, nu zou je dat heel anders doen en veel sneller. Maar misschien niet zo leuk. Trouwens het is vreemd, maar als je iets moois maakt - nou zeg ik misschien wel heel veel hoor - als je iets maakt waar mensen iets mee kunnen doen hè, dan gaan ze dat gebruiken. Een paar dagen nadat alle werken voor die tentoonstel ling stonden opgesteld, werd ik gebeld. Alles was kapot geslagen en vernield. Ik dacht, daar hebben ze gewoon de brand in gestoken. Lucifer erbij en het gaat fakkelen. Maar mijn werk was ongeschonden. Ze hadden erop geze ten en ze waren weggegaan. Gek is dat...." Zeeuws Tijdschrift 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 25