„Dat stro-projekt was op de dijk bij Assenede. Dat stro kende ik een beetje en ik vond de kleur heel mooi, zeker als de ondergaande zon er langs scheerde. En op een bepaald moment, ik weet niet waarom, kreeg ik een inval. Als je aan de zee komt - dat is een soort gevoel - moet ik altijd even op die dijk gaan kij ken. En toen dacht ik, 'stel, ik ben boer en ik zit ik in dat landschap'. Op een gegeven moment wil hij gewoon zien waar die zee is. Dus dan pakt hij alles bij elkaar en daar maakt hij een toren van. Dat heb ik ook gedaan, zestien meter hoog. Een zeildoek aan de voorkant van de toren hield de boel bij elkaar. Die had ook de funktie om het aanstormende water als het ware af te weren, als scheepsboeg, zeg maar. En om dat te financieren heb ik bronsjes gemaakt en daar zijn er een paar van verkocht." „Een jaar of twee jaar later, heb ik een soort artificiële grens gemaakt. Ik wist toen al wel dat je heel veel moet doen om dat landschap te beheersen. Die grens heeft te maken met al die gebie den op de wereld, waar zomaar een grens in getrokken is. Gewoon lukraak. Ik heb palen gebruikt, die vond ik mooi. Met de punten naar boven kwamen ze heel agressief over. Dat was één van de eerste keren dat ik de sponsoring-weg heb bewandeld. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben op een palenboer uit Goes afge stapt. Om die man aan het verstand te brengen dat ik die palen ondersteboven zou gaan gebruiken voor een kunst werk, kostte even wat moeite. Maar ze waren enthousiast, ik mocht er mee nemen zoveel ik wilde. Genoeg om een rij van 36 meter te maken. Ze stonden zo'n meter of vijf, zes de grond in." En de lemmingen, dat was dus het voor laatste project, in '89 Hoe kwam je daar nou op? „Ja, misschien kwam het door de loka- tie. Er was een dijk en een putje met water. Nou dat vond ik dus wel een mooie plaats. Waarschijnlijk omdat je met dat idee een beetje speelt, je hebt iets gelezen, dat zit dan toch ergens van boven. Ik heb toen zesenzeventig bijna levensgrote poppen gesneden uit isola tiemateriaal, styrofoam. Ze stonden daar alsof ze collectief blindelings het water in wilden springen. Net als lemmingen eens in de zoveel tijd massaal zelfmoord plegen. Zie het maar als een commen taar op het maatschappelijk gebeuren." Han Dey draait daar soepel in mee. Genoeg om zijn eigen gang te kunnen gaan. En af en toe zijn sporen na te laten... 24 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 26