Liberaal contra orthodox in Goes Vermaak tussen beschaving en kerste ning, Goes 1867-1896 (John Helsloot, P.J. Meertens-lnstituut, 79,90) is een uitgebreide studie naar de 'beschavings offensieven' van liberaal-vrijzinnigen en orthodox-protestanten, in één stad - Goes - in een afgebakende periode - tussen 1867 en 1896. De stelling die het uitgangspunt vormt voor het onderzoek is, dat de aanhangers van beide richtin gen in de tweede helft van de 19de eeuw probeerden, elk vanuit hun ideaal beeld van hoe de samenleving er uit zou moeten zien, de 'volksklasse' te verhef fen. Dit gebeurde niet in samenwerking met elkaar: in hun pogingen de onderste lagen van de bevolking aan zich te bin den door invloed uit te oefenen op het terrein van de vrijetijdsbesteding en openbaar vermaak, concurreerden ze met elkaar. In zijn onderzoek richtte John Helsloot zich op deze beide 'beschavingsoffensieven', in 'hun onder linge, dynamische verhouding'. In de tweede helft van de 19de eeuw was Goes een stadje van zo'n 6.500 inwoners, waar iedereen elkaar kende. Er was een elite van gegoede burgerij, een middengroep van kleine burgerij en een volksklasse van handwerklieden en losse arbeiders. De stad had voor het omliggende platteland een centrum- funktie en de middenstand nam er een belangrijke plaats in. Tweederde van de bevolking was lid van de hervormde kerk, éénvijfde katholiek en ééntiende tot éénzevende christelijk gereformeerd. Belangrijker dan de scheidslijn tussen de protestantse kerkgenootschappen, was die tussen liberaal-vrijzinnigen en ortho dox-protestanten. De orthodox-prote stanten slaagden erin, gesteund door een orthodoxe, zelfs anti-liberaal-gezin- de meerderheid, op het kerkelijk vlak de overhand te krijgen. De liberale minder heid van 'heren' en 'burgers' slaagde er echter in het in de gemeenteraad voor het zeggen te houden. Het overwicht van de orthodoxen op het kerkelijk vlak noemt Helsloot omgekeerd evenredig met hun invloed op de plaatselijke poli tiek: 'Het naast elkaar bestaan van twee ongeliike, elkaar vanuit verschillende gezichtspunten dominerende, machts blokken zorgde voor een buitengewoon levendig klimaat. De onderzoeker putte voornamelijk uit de plaatselijke kranten: aan de liberale kant waren dat de veel gelezen Goes- sche Courant (met tot 1870 dr. Soet- brood Piccardt als hoofdredacteur, vol gens tegenvoeters 'het orakel des dui vels') en het Volksblad, aan conservatie ve (antirevolutionaire) kant de Nieuwe Goessche Courant, opgevolgd door Het Zuiden, later Nieuwe Goessche Courant genoemd. Eén van de terreinen waar beide cultu ren met elkaar botsten was dat van het vermaak. In Goes werd het liberale beschavingsoffensief in hoofdzaak gedragen door drie in de winter van 1866/67 uit de 'Maatschappij tot Nut van 't Algemeen' voortgekomen vereni gingen: voor volksvoordrachten, volks belangen en volksvermaken. Initiatieven die geen lang leven beschoren waren. Ze mislukten, door 'onwil en gebrek aan belangstelling', niet op de laatste plaats het doordat van 'het volk' een passieve, ontvangende rol werd verwacht. Meer succesvol waren initiatieven van onder op genomen, waarbij de liberalen als beschermers en hulpverleners optraden, zoals de harmonie De Volharding, later Euphonia. Hier stond het onderlinge genoegen voorop; over beschavingsmo tieven werd niet gesproken. In de christelijke hoek werd het vermaak ingekaderd, onder meer in zangvereni gingen, het kerkkoor, harmonie Hosan na en zendingsfeesten. In de jongelings verenigingen kreeg het orthodoxe beschavingsoffensief krachtig gestalte en werd met succes tegenspel geboden tegen het liberale beschavingsstreven, middels de volksbibliotheek, lezingen en kermisbijeenkomsten. Het succes lag besloten in het gegeven dat men aan sloot op de denkwereld van de doel groep. Van scherpslijperij moesten de meesten toch weinig hebben. Het op de arbeidende klasse gerichte offensief in christelijke sociale verenigingen, ver nauwd tot bestrijding van het socialis me, kwam nauwelijks van de grond. Anderzijds kreeg ook het openlijke socialisme, zoals in de de SDB-afdeling, in het Goese geen kans. Evenals elders, ondernamen de ortho dox-protestanten eind 19de eeuw in Goes herhaalde pogingen, de kermis door een raadsbesluit te laten afschaf fen. De liberalen zagen echter in essen tie geen kwaad en wilden slechts uit wassen bestrijden. Zij beheersten de gemeenteraad en de kermis bleef bestaan. Een gemeenschappelijke optiek om het volksvermaak te verbeteren, was door de principiële tegenstelling tussen liberalen en orthodoxen niet mogelijk. Bij nationale feesten legden de liberalen de nadruk op de gemeenschapszin, ter wijl de orthodoxen niet alleen een ande re visie hadden op historische gebeurte nissen, maar ook aan de festiviteiten een andere vorm wilden geven. Helsloot ziet tenslotte het bestaan van een eigen cultuur van de middengroe pen, o.a. in verenigingen van hand boogschutters en rederijkers. Nader beschouwd is de conclusie: 'Het beeld is dus compleet. Al waren verscheidene initiatieven van met name 'Volksbelan gen' in eerste instantie mislukt, leden van de nieuwe middengroepen bleken daarvoor, al eerder en later, wèl ontvan kelijk - maar op hun eigen voorwaarden en in eigen kring. In dat opzicht slaagde het beschavingsoffensief alsnog.Als de elite bleef sturen, bleek - volgens Hel sloot - de omhelzing dodelijk. 'Alleen als verenigingen daartoe een zekere afstand wisten te bewaren en de voorgehouden waarden voorzichtig een iets andere inhoud durfden te geven, valt van een zekere overwinning in het offensief te spreken.' Het boek lijdt wel onder die ene sche matische gedachtenlijn van twee con currerende 'offensieven' als brede, onderliggende verklaring en veel van het geredeneer en interpreteer verschaft weinig helderheid. Een manco is ook, dat de katholieken buiten beeld blijven. Omdat de zich organiserende katholie ken zich pas eind 19de eeuw in de strijd zouden werpen: 'De katholieken komen in dit boek slechts zijdelings ter sprake, omdat zij in het openbare leven tot eind jaren tachtig niet als zodanig op de voorgrond traden.' Het feit echter, dat Goes religieus verre van homogeen was en de flinke katholieke minderheid steun zal hebben gevonden bij de liberalen, Zeeuws Tijdschrift 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 35