Een goede gids met slechte kaarten en wederwoord, zijn voor de verdere ontwikkeling van onze (bebouwde) omgeving van groot belang. De media spelen in dit proces een belangrijke rol. Het is daarom ook dat architektuur en de media een soort liefde-haat verhou ding met elkaar dienen te hebben en in stand te houden. De inhoud van de bundel vormt geen eenvoudige kost, wat jammer is. Het ging er de architecten niet om 'de leek' toegang te geven tot hun wereld. Ster ker nog: bij het lezen van het voorwoord van De Kok en de inleiding van Jan van Heemst krijgen we de indruk dat in het kader van de moderne architectuur niet alleen opnieuw vorm moet worden gegeven aan onze wereld, maar ook aan onze taal. Ook de spelling wijkt af van het officiële Nederlands. Jan van Heemst schrijft succes als 'sukses', cultuur als 'kuituur' en economie als 'ekonomie'. Bij De Kok lezen we ook: het 'staten- komplex' en 'diskussie'. Krijgt wie zich de afkeer tegen dit gebruik van de taal overwint, toch voldoende stof tot den ken aangereikt? Inleider Jan van Heemst verwijst naar De Beth, de eerste letter van het Hebreeuw se Schrift, die hemel en aarde vrijwaart van de voorwereldlijke chaos. 'Kunnen archltekten bijdragen aan de huiselijke inrichting van de Beth? Het hypermo derne bestaan stemt niet tot optimis me', aldus Van Heemst. Kenmerkend voor de moderne tijd zijn de 'onplek- ken', die beantwoorden aan de toege nomen vraag naar snelverkeer - zoals snelwegen, vliegvelden en stations - en zich kenmerken door anonimiteit en eenzaamheid. Ze zijn het tegendeel van plaatsen waar men zich thuis kan voe len. Anderzijds jaagt het hypermoderne leven ons een gekunstelde geborgen heid in: 'In een uiterste poging zich de anonimiteit van het lijf te houden, rich ten wij onze woningen als een laatste toevluchtsoord in, als vluchtheuvels in de maalstroom van het bestaan. De kwaliteit van het hedendaagse wonen wordt afgemeten aan het behoud van komfort.Dit leidt tot de urgente vraag, of architekten nog kunnen bijdragen aan de huiselijkheid van deze wereld. Van Heemst ziet dat snelheid de grond regel is, waar ook de architectuur aan moet geloven. 'Inmiddels is deze ver snelling uiterst suksesvol gebleken. Hoe je je blik ook wendt of keert, steeds weer is de skyline getekend door dezelf de glossy kontouren die van 'visie' getuigen. Er valt een wereldwijde nivel lering te konstateren, waaraan simpele begrippen als 'daar' en 'hier' ten prooi zijn gevallen.' Het stemt niet tot opti misme: 'Zolang de traagheid van het medium door de snelheidsfaktor wordt geloochend, zolang heeft de Beth niets van architekten te verwachten. De architect die voor zijn collega's het boetekleed lijkt aan te trekken. De ver dere bijdragen beloven ons echter geen leefbare architectuur, zoals ook uit de volgende uitspraken van geïnterview den blijkt. Zo lezen we van Han Janse- lijn, die van geometrische architektoni- sche vormen naar die van de natuur zegt te zijn gekomen: 'Wat mij vooral In het vroege werk van Rossi aantrekt, is het purismegeen frivole zuil maar een kale kolom, geen uitgewerkte architraaf maar een simpele stalen balk.'De onmacht van de architektuur is tegenwoordig dat zij alleen nog haar kale grafische tekens uitzendt, maar niets meer verbeeldt. Adriaan Geuze gelooft in 'shockthera pie': 'De voorgeprogrammeerde ruimte is éeendimensionaal. De mens is gede gradeerd tot weggebruiker, rekreant of shopper. Zijn gedrag ligt vast. Alle ele menten van de straat zijn gericht op een duidelijk en genormeerd gebruik. Kodes dikteren het handelen. De inrichting van het openbare landschap is die van voorsorteervakken en voet- gangersoversteekknipperbollen. Deze benepen ééndimensionaliteit gaat voorbij aan de intelligentie van de onderzoekende stedeling. Dit vraagt om een reaktie, een ultiem manifest; de oproep voor de opstand van het straat- meubilair, voor anarchistische beweg wijzering en voor surrealistische en subversieve openbare ruimtes. Niet om te shockeren maar om kreativiteit uit te lokken. De nieuwe openbare ruimtes moeten vooringenomen gedrag en dis kreetheid ontmaskeren, de gebruiker provoceren en desoriënteren. In het tijdperk dat de gemiddelde fiets ter reinbanden, zelfstellende remmen, ver snellingen, een anatomisch zadel en isotonische vloeistof-bidon heeft, hoeft de omgeving niet steeds op de mens te zijn aangepast; de 'urban hiker' past zich aan aan zijn omgeving. Dat is niets meer en niets minder dan Darwins kon- klusie na de ontdekking van de ekolo- gie van de Galapagos eilanden. In natuurbouw ziet hij weinig. Het is misplaatst romantisch en dient te wor den ontmaskerd: 'Dit [de inrichting van de werkeilanden van de Oosterschelde- kering met mini-biotopen] resulteerde in kunstmatige duinen, een met dijkjes gemaakte slufter, inlaagpoldertjes, natte valeien en een niervormlg vogeleiland. De damaanzetten en Neeltje Jans wer den herschapen in voor een breed publiek toegankelijk nagebootste natuur. Het schelpenprojekt (West 8 landscape architects 1990/91) moet gezien worden als ontmaskering van de misplaatste romantische aanpak van de werkeilanden en de kering. Wie in Zeeland op vakantie gaat om van natuur en landschap te genieten en daarbij goed geïnformeerd wil zijn, kan uitstekend uit de voeten met de zojuist verschenen gids Zeeuwse Delta, land van overkanten (Diederik Mönch, cul tuur- en natuurgids voor Nederlandse landschappen, Nivon-Streekwijzer 6, 23,90). Het heet ook een cultuurgids te zijn, zij het dat de cultuur beperkt blijft tot beschrijving van monumenten in steden en dorpen. De tekst is helder geschreven en gebaseerd op goede documentatie. De schrijver komt dus alle lof toe. Er zijn ook 6 losse routebij- lagen toegevoegd, waarbij het opvalt dat twee van de landkaarten erg wazig zijn. In het boekje zelf is op pag. 8/9 een kaartje van de provincie opgeno men, waarin het onderscheid tussen water en land haast onzichtbaar is, wat Zeeland haast onherkenbaar maakt. Er is ook geen legenda en de aangegeven routes van Kreken- en Deltapad hebben ook geen relatie tot de opgenomen rou tes. Cartografisch mankeert er dus wel iets, aan dit in alle andere opzichten voortreffelijke boekje. Het geheel zit in een plastic verpakking met ritssluiting, voor de wandelaar of fietser die zich door slecht weer niet uit het veld laat slaan. Zeeuws Tiidschrift 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 37