Waar lag Trajectum Wat was de uitvalsbasis van St. Willibrord voor zijn missie onder de Zeeuwse Friezen J. A. Rozemeyer De St. Willibrordus-kerk te Berchem, één van de twee St. Willibrord-kerken te Antwerpen. Rond 700 arriveerde St.Willibrord alhier en nam de kerstening van Nederland een aanvang. De Frankische heerser schonk hem de plaats Trajectum (Utrecht) als uitvalsbasis voor zijn missie onder de heidense Friezen. Zo luidt de algemeen aanvaarde geschiedschrijving. Hoewel de naams- overeenkomst er op lijkt te wijzen dat de plaatsnaam Utrecht van het Romeinse Trajectum is afgeleid, is toch onzeker of dit Trajectum werkelijk te Utrecht gesi tueerd kan worden. De Romeinse origi ne van Utrecht staat vast, maar nooit is met zekerheid vastgesteld dat het des tijds Trajectum heeft geheten. Vollgraf meent uit zijn onderzoek te kunnen con cluderen dat het Romeinse castellum te Utrecht "Albiobola" heeft geheten1. Dit castellum werd omstreeks 260 door de Romeinen verlaten. Het Frankische Trajectum zou gebouwd zijn op de plaats van een Romeins cas tellum met die naam. Een castellum aan een rivier want de Romeinse plaatsnaam Trajectum betekent rivierovergang. De localisatie te Utrecht steunt o.a. op het Itinerarium Antonini, een Romeinse reis wijzer uit 290, die een Trajectum noemt op de weg van Nijmegen naar Leiden. Het lijkt echter niet zinvol de plaats Tra jectum, die in 290 in het Itinerarium Antonini wordt genoemd, te localiseren te Utrecht waar de Romeinen het castel lum in 260 hadden verlaten. Ook de leeftijd van het FrankischeTra- jectum pleit tegen een situering te Utrecht, want Trajectum bestond reeds honderd jaar toen St.Willibrord er zijn opwachting maakte, en "Utrecht" dateert pas van rond 900. Archeologisch onderzoek van de periode na de Romeinse tijd heeft bij Utrecht een vondstenloos kleipakket van 75 cm opgeleverd, dat in 600 jaar is afgezet2. Dit archeologisch hiaat wijst er op dat de plek Utrecht na de Romeinse tijd langdurig onbewoond was en overs tromingen doormaakte. De Geschiedenis van Trajectum De oudste vermelding van Trajectum uit de Frankische tijd gaat terug tot 595 toen de merovingische koning Theude- bert II privileges verleende aan de St.Martinus-kerk van Trajectum3. De aanwezigheid van een St.Maarten-kerk (St.Maarten was schutspatroon van de Franken) en de door Frankische konin gen verleende privileges maken duidelijk dat Trajectum rond 600 op Frankisch grondgebied lag. In de volgende periode komen herhaal delijk meldingen voor van schermutse lingen tussen Friezen en Franken aan de noordgrens van het Frankische Rijk en meermalen wisselt Trajectum van bezit ter. In 635 wordt Trajectum door Dago- bert I veroverd op de Friezen. Na de dood van Dagobert in 639 valt Trajec tum weer in handen van Friezen. Vijftig jaar later verslaat Pippijn II in 689 de Friese koning Radboud en is Trajectum weer Frankisch. Als Pippijn in 714 sterft bezetten de Friezen Trajectum nog maals. Karei Martel verslaat in 719 de Friezen definitief en Trajectum wordt blijvend Frankisch. De herhaalde wisse ling van Frankische en Friese bezetter doet vermoeden dat Trajectum ergens in het grensgebied van beide volken gele gen moet hebben. Aan de afbakening van de toenmalige grens tussen Friezen en Franken is nader aandacht besteed in het Zeeuws Tijdschrift 1994, nr 3, pag.102 ev. De conclusie van dat onder- 6 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 8