Zeeland uit de kast
Eerste Zeeuwse Poppenspelfestival
Poppenspel kent sinds een aantal jaren
een groeiende belangstelling. Vanaf
ongeveer 1800, toen kinderen eindelijk
een eigen plaats kregen (bijvoorbeeld in
de opvoeding -denk aan de kindervers
jes van Van Alphen), bleek poppenspel
nog hoogstens voor kinderen een aan
vaarde kunst. Voor zover het al inge
burgerd was in de Westerse cultuur,
gaven volwassenen om allerlei redenen
aan poppenspel niet meer de waarde
ring die het in andere culturen (en heeft
dat bijvoorbeeld te maken met de
acceptatie van zielsverhuizing?) wel
degelijk tot op de dag van vandaag
Willem Nijssen
heeft gekregen.
Op het waarom daarvan wordt hier niet
dieper ingegaan, maar wel op het gemis.
Poppenspel heeft door zijn dringende
appèl op die 'zielsverhuizing' namelijk
iets heel bijzonders te bieden. De pop
die speelt en spreekt en leeft, is in feite
een dood ding. In andere takken van
kunst komt dat ook wel voor, maar daar
blijft dat nadrukkelijker een aanvaard
gegeven. Niemand verlangt van de
voorbijganger dat hij zich verbeeldt dat
het standbeeld op de markt leeft, of van
de museumbezoeker dat hij zou willen
bijten in de stilleven-appeltjes. Maar
poppenspel vraagt er om, dat de toe
schouwer zijn scheppende vermogens
investeert in de dynamiek van het spel
en in de vitaliteit van de pop.
In die zin is het één van de meest veel
eisende kunstvormen. Want poppenspel
is op opvallende wijze maar 'schijn', een
schijn die echt gemaakt moet worden.
Niet voor iedereen is dat vanzelfspre
kend. Ongetwijfeld zullen er mensen
zijn, die het niet eens op prijs stellen in
hun creativiteit en fantasie aangespro
ken te worden. En wie het wel wil laten
gebeuren, moet er voor willen kiezen
dat het een pop is die dat vermag. Maar
dan is de magie ook compleet. Een pop-
pe-oog dat flonkert, een poppe-arm die
wenkt, een poppe-stem die zijn verhaal
doet. Dat kan niets anders worden dan
een ontmoeting van de eigen verbeel
ding met het relaas van een ander. Een
heel open en heel frisse ontmoeting,
bovendien.
Warner Consorten. Foto: Clemens Boon
10 Zeeuws Tijdschrift