Grenzen
muzikale projecten. Hij stichtte de Bond
van Componisten, een invloedrijke
beroepsvereniging die nog steeds bestaat
en het George Enescu Symfonie Orkest.
Hij was een bevlogen promotor van ope
ravoorstellingen en begeleidde en inspi
reerde meerdere generaties jonge Roem
eense violisten. Maar Enescu was geen
Bartók.
Een Roemeens componist wiens poëtica
wel op die van Bartók leek was Dumnitri
Kiriac-Georgescu (Boekarest 1866 - Boe
karest 1928). Kiriac ging evenals Bartók
de paden op, de lanen in en legde
aldoende een grote verzameling Roem
eense volksmuziek aan. Kiriac zette hier
mee het werk voort van een groep 19de
eeuwse verzamelaars waaronder Anton
Pann (1794-1854). Hij ordende en rubri
ceerde hun werk en voegde er zijn vond
sten aan toe. In 1928 stichtte Kiriac een
bibliotheek in Boekarest waarin hij de
aldus ontstane verzameling onderbracht.
Bartók heeft deze bibliotheek meerdere
malen geraadpleegd. Als componist wist
Kiriac een synthese tot stand te brengen
tussen Roemeense folkloristische muziek
en religieuze Byzantijnse kerkmuziek.
Hiermee reageerde hij evenals Bartók op
een generatie componisten voor hem die
naar zijn smaak slechts met folklore
invloeden in hun componeren speelden.
De voorman van deze generatie was
Eduard Wachmann (1807-1867). Kiriac'
vocale werken gingen steevast bij de Car
men Sociëteit in première, het Boekares-
ter koor dat door de componist in 1901
zelf gesticht was en zou uitgroeien tot
het meest befaamde Roemeense koor
van deze eeuw. In zijn hoedanigheid als
docent compositie aan het conservatori
um van Boekarest heeft Kiriac een hele
generatie componisten beanvloed: Theo-
door Rogalski (1901-1954), Alfred Alles-
sandrescu (1893-1959), loan Dumitra
Chirescu (geb. 1889), Roemeense com
ponisten van naam en faam in wier werk
een synthese bereikt wordt tussen dat
wat Roemeense muziek Roemeens
maakt; een mix van aloude folklore en de
muzikale archetypen die aan de Byzan
tijnse kerkmuziek ten grondslag liggen.
Zowel in Roemenië als in Hongarije ont
stond in de 19de eeuw aldus een klassie
ke muziekcultuur het idioom waarvan
bepaald werd door de schat die dankzij
natuurlijke grenzen eeuwenlang kon
worden bewaard: de folklore. Een volks
kunst die muziek bevatte waarin het rit
me en de gebeurtenissen van alledag in
het gebied tussen Donau en Karpaten
was geconserveerd. Zoals de plug's, de
oogstliederen van Walachije en Molda
vië. De proparada, de smeekbede om
regen die werd gezongen in hetzelfde
gebied. De buzdugan die in Transsylvanië
bij het oogsten opklonk. De Hongaarse
geïmproviseerde lament aan het graf en
de talloze ballades die evenzovele verha
len uit vergeten gebieden vertellen.
De intentie om met het gebruik van deze
muzikale erfenis tot een eigen klassieke
muziek te komen is mijns inziens echter in
Hongarije en Roemenië verschillend. De
Hongaarse 'cultuur-activisten' die rond
de eeuwwisseling grote inspanningen
leverden om met behulp van volkskunst
een 'grote kunst' te creëren, deden dit
om tegenwicht te bieden aan een hen
sinds jaar en dag door vreemde mogend-
Roberta Alexander
16 Zeeuws Tijdschrift