Wim Bakker van kunstenaarsinitiatief
Trechter 5 en Ton van den Berge van de
gelijknamige galerie uit Goes hadden het
niet zo begrepen op ons idee van de tex
tiele drager. En benadrukten nogal het
aspekt van de relatie tussen tekst en
beeld. Natuurlijk zou het project niet
alleen in Middelburg, maar ook in Vlis-
singen en Goes plaats moeten vinden. Er
kwam een verdeling uit, waarbij we elf in
plaats van tien kunstenaars zouden vra
gen, waarvan zeven voor Middelburg en
twee voor respectievelijk Vlissingen en
Goes. Het lijstje met namen werd door
gespit en aangevuld. Eind februari en
drie vergaderingen verder stond alles op
een rijtje. Peter Terhorst zou blijven coör
dineren. Leon Riekwel zou Vlissingen
'doen', Ton van den Berge en Wim Bak
ker zochten elk een kunstenaar voor
Goes en Ineke Sinke en ik namen Mid
delburg voor onze rekening. De Kunst
uitleen zou als centraal adres fungeren
en een Stichting Atol oprichten om het
samenwerkingsverband rechtspersoon
lijkheid te geven. We gingen uit van een
begroting van f 57.500,-, wat een
Zeeuws zuinig bedrag was en is, zouden
de textiele drager alleen als suggestie
meegeven en behalve buiten- ook bin-
nenpresentaties organiseren. CHK De
Watertoren en galerie Van den Berge zijn
immers tentoonstellingsplekken. Een bui
tenproject is voor hen een aanvulling op
hun exposities. SBKZ en VMC Zeeland
moesten nog op zoek naar een geschikte
binnenlocatie van enige omvang. Veel
aandacht wilden we schenken aan hel
dere informatie en publiciteit. Om het
geld bij elkaar te krijgen zouden ook de
gemeenten Vlissingen en Goes om een
bijdrage worden gevraagd. Daarnaast
wilden we het Anjerfonds en de Middel
burgse Teekenacademie benaderen en
later ook landelijke fondsen. Met het
benaderen van de kunstenaars wachtten
we (nu dus Stichting Atol) nog even tot
er concrete toezeggingen zouden zijn.
Want slechts de f 35.000,- van de Cul-
tuurmaand waren zeker.
Een namenlijstje
In afwachting van nadere berichten kwa
men we regelmatig bij elkaar. Om het
publiciteitsplan uit te werken en afspra
ken te maken over praktische samenwer-
Expoditie "Vleeshal
king, bijvoorbeeld bij het aantrekken van
materiaalsponsors. Peter Terhorst moest
helaas al snel afhaken. Als beeldend kun
stenaar ben je vandaag de dag verplicht
te leven van je werk of te solliciteren
naar een 'echte' baan, zodat hij zijn
inspanningen op zijn eigen werk moest
richten. Medio maart besloten we op
grond van de verwachting dat het met
de aanvullende subsidies in orde zou
komen, de kunstenaars te polsen. Zij
moesten immers de tijd hebben een
goed idee te bedenken. Sommige kun
stenaars waren niet te bereiken, anderen
konden niet. Het lijstje namen kreeg zijn
definitieve vorm. Hoe we aan de namen
kwamen? Soms ging het om mensen
met wie één van ons eerder had
gewerkt. Anderen waren opgevallen
door hun exposities, binnen of buiten
Zeeland. De keuze is dan gebaseerd op
de eventuele affiniteit die een kunste
naar naar ons idee met het project heeft.
Hoewel elk van de participanten verant
woordelijk was voor zijn 'eigen' kunste
naars beantwoordden de namen aan
onze gezamenlijke eisen. In de loop van
april bleken de meeste kunstenaars die
wij hadden gevraagd, positief op ons
verzoek in te zijn gegaan. In mei was het
gezelschap compleet.
Tussentijds kregen we een tegenvaller te
verwerken. Ineke Sinke werd ziek, dat
duurde enige tijd en na herstel bleek zij
tot haar en onze spijt al haar tijd nodig te
hebben voor het reguliere kunstuitleen-
werk. Leon Riekwel en ik verdeelden
daarop haar taken, waarbij hij het publi
citeitsmateriaal zou produceren en ik het
Middelburgse deel van 'Zeeuwse Repor
tage' verder zou ontwikkelen.
Contacten en ideeën
Inmiddels waren de contacten met de
kunstenaars van dien aard dat er een
beeld ontstond van hun bijdragen. Leon
Riekwel had Narcisse Tordoir weten te
strikken, een kunstenaar uit België, die in
het internationale museumcircuit een
vaste plek heeft. Hij is vooral bekend van
zijn geschilderde huis-, tuin- en keuke
nobjecten. Steeds verschijnt er één tege
lijk op een plat vlak. Alleen de contouren
zijn zichtbaar en soms slechts een deel
van de omtrekslijn. De alledaagsheid en
de neutrale strakke schildertrant laten
geen ruimte voor emotionele of estheti
sche interpretaties. Het gaat Tordoir om
het beeld als teken, in relatie tot taal. Hij
staat stil bij de weg die wij afleggen van
het zien, via begrijpen en benoemen
naar communiceren. Wat vanzelfspre
kend lijkt, blijkt soms te bestaan uit een
26 Zeeuws Tijdschrift