Theatergroep Hollandia. Perzen. Regie: Johan Simons en Paul Koek. Afgebeeld Elsie de Brauw. Foto: Ben van Duin. om hen heen zou dat toch wel eens een onbewuste, onderliggende gedachte kunnen zijn. Kijk, de klassieken stellen essentiele vragen aan de orde over goed en kwaad, verhalen over de zwakte van de mens, proberen normen en waarden te definieeren. Dat spreekt zeker in deze onzekere tijd weer sterk aan Vechtersbazen Die interesse uit zich, zeker bij jongeren, overigens niet alleen in bewondering. Dat merkt Nauta in de klas maar al te goed. Er is bijvoorbeeld ook verontwaar diging over het militaire aspect: "Leerlingen zeggen nogal eens: 'Die Romeinen, een stelletje vechtersbazen. Wrede mensen ook, ze maakten elkaar af'. Er worden in de schoolboeken vaak hele leuke hoofdstukken gewijd aan de spelen in de Arena. En aan de Christen vervolgingen, hoe ze letterlijk voor de leeuwen werden geworpen. 'In feite moord en doodslag bij die Romeinen', hoor je tegenwoordig vaak in de klas. Op een ander niveau speelt het bij de tragedies. De Medea bijvoorbeeld, dat maakt hele discussies los over ethische vraagstukken. 'Die Medea is eigenlijk helemaal gek, die doodt haar eigen kin deren', zeggen ze dan. Maar tegelijker tijd heb je opeens wel een heel gevoeli ge snaar geraakt. Ze zijn dan wel opeens over die dingen aan 't nadenken door die oude teksten. In zo'n geval werkt de verontwaardiging heel positief. Het is nooit een doelstelling op zich, maar op die momenten zijn lessen Grieks of Latijn opeens ook lessen algemene ont wikkeling, het draagt bij tot bewustwor ding, het zet aan tot het nadenken over goed en kwaad, kweekt normbesef". De manier waarop met de klassieke talen en culturen wordt omgegaan op school is de afgelopen jaren sterk veranderd. Veel meer dan vroeger wordt nu gepro beerd aan te sluiten bij de belangstelling en de belevingswereld van de leerling Nauta: "Toen ik op het gymnasium zat, lazen we bij Latijn militair getinte teksten van Caesar. Nou daar hoef je nu niet meer mee aan te komen! Wat dat betreft is er een verschuiving. Er zijn bepaalde klas sieke auteurs, die jaren lang niet popu lair waren en het nu opeens wel zijn. Een schrijver als Ovidius, die is razend- popuiair geworden. Dat was hij jaren niet. En neem nou de tragedie, wij lazen geen tragedies op 't gymnasium voor. Tragedies waren jarenlang niet in zwang. Wat gebleven is, is de herkenning van thema's en zaken die mensen toen inte resseerden en nu nog. Er is altijd iets van bewondering voor dat het er toen al was en hoe dat gestalte heeft gekregen.In de beginjaren ben je vooral bezig met de realia, zoals we dat wel noemen. Dus: de schilder- en beeldhouwkunst, de architectuur, alles op bescheiden niveau, uiteraard. 'Hoe werden de huizen gebouwd, hoe leefden de mensen toen?' Antwoorden op dat soort vragen. Gaan deweg duik je in wat minder eenvoudi ge zaken: de literatuur en bij de eind- examengroepen thema's uit de wijsbe geerte en politiek. Je werkt dus een beetje op met de belangstelling van de 4 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 6