Meer dan woorden Tussen literatuur en theater Vanaf de eerste vraag -over het concept van 'Meer dan woorden'- is bij coördina tor Chris Tangelder van 't Beest in Goes het enthousiasme gewekt. Literatuur is zoveel méér dan boeken, dat een derge lijk festival volgens hem niet kon uitblij ven. En hoewel hij voorziet, dat 'Meer dan woorden' in de komende jaren zeker in een bepaalde richting zal uitkristallise ren, is het juist de enorme diversiteit die hem aanspreekt. Werkelijk alles tussen literatuur en theater, daar heeft hij zich in de programmering op gericht. En min of meer bij toeval zijn die uitersten ook in de opbouw van het festival te herkennen. Het openingsstuk 'Schaken met Dipone- goro' van het Gezelschap van de Zee is bijna zuiver literatuur, de afsluiting 'Trots Vlees' met Josse de Pauw en Tom Jansen is zowat louter theater. In een tijdsbestek van tien dagen zijn zes tien activiteiten voorzien. Optredens van allerlei aard: leesdrama, monoloog, voor dracht uit eigen werk, concert, lezing. Maar ook films, video, thema-middagen en workshops. Binnen het kader van dit artikel teveel om alles recht te doen. Daarom is het onderstaande niet meer dan een greep, en wordt de lezer voor een volledig overzicht verwezen naar de programma-brochure. Koloniaal verleden afgelegd? 'Schaken met Diponegoro' (7 september) verdient het om als eerste genoemd te worden. Niet alleen omdat het hier om een première gaat, ook niet louter van wege de grote namen van auteur Hella Haasse en regisseur Willem Nijholt. De unieke werkwijze van het Gezelschap van de Zee -onbekend Nederlandstalig toneel in échte enscenering met topac teurs die hun rol nog in de hand houden- verdient oprechte aandacht, maar krijgt die hier niet. Niet genoeg althans. Het stuk zélf, dat dat eindelijk na bijna 50 jaar opgevoerd zal worden is al bijzonder genoeg. Willem Nijssen 'Schaken met Diponegoro' (1948) is door Hella Haasse geschreven in de periode van de dekolonisatie en handelt over de eerste gevolgen van het Indonesisch ver zet tegen de Nederlandse overheersing. Destijds lag dat allemaal heel gevoelig, en nog is objectief kijken naar die tijd heel moeilijk. De affaire Graa Boomsma toont dat duidelijk aan. De voormalig commandant van het fort Makasar, Egbert van Wellecom (in tegen stelling tot Diponegoro geen historische figuur), is na een verblijf van vijfjaar in Indië in Nederland teruggekeerd. Hij was in de Oost belast met de bewaking van prins Diponegoro, die in de 19e eeuw lei ding gaf aan het verzet tegen de Hol landse overheersers in de Java-oorlog. Weer thuis nu, wordt Van wellecom sterk beïnvloed door de herinnering aan de prins, aan diens cultuur en onafhankelijk heidsstreven. De herinnering wordt ver sterkt door de aanwezigheid van zijn bediende Teun en een oude Indische vrouw, Roekmini, die ooit hof- en gezel schapsdame was van Diponegoro. Van Wellecom weet niet goed meer wie en wat hij eigenlijk is, of zou moeten zijn; steeds meer raakt hij in de ban van Dipo negoro en neemt op het laatst zelfs zijn identiteit aan. Daardoor treedt verwijde ring op tussen Van Wellecom en zijn vrouw Emma, die tot in de tragische afloop wordt gesteund en bemind door een huisvriend, de arts Paul Weerdeburg. Het is uit deze met veel sfeer getekende, dramatisch sterke vertolking duidelijk waar onze sympathie moet liggen: bij hem die begrip kon hebben voor de eigenheid en de kracht van de inlandse bevolking en die daar geen kant mee op kon. Een heikel onderwerp, dat 150 jaar na 'Max Havelaar' dan nu eindelijk deel van ons denken mag worden. Kan een koloniaal verleden mede door zo'n stuk tenslotte afgelegd worden? Eric de Kuyper. Foto: Taco Anema 6 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 8