een museum eigenlijk? Kun je daar een definitie van geven? Welke functie heeft een museum en voor wie? Ik kom er later op terug. De consulent In 1969 wordt in de sociaal-economi sche ontwikkelingsschets van de provin cie een museumconsulent voor het eerst genoemd. Zoals gezegd waren de musea tegen de aansteling van zo'n functionaris. In 1980, nadat er op een studiedag van de Zeeuwse Culturele Raad breedvoerig over gediscussieerd is en de provinciaal museumconsulent voor Friesland zijn werk uiteengezet heeft, trekt het betuur de stoute schoe nen aan en schrijft het een brief aan C.S. met het verzoek een consulent aan te stellen! Na tien jaar een volledige koers wijziging. De eerste consulent is Marianne Kruger. Helaas wordt zij vrij snel na de aanvang van haar werkzaamheden ziek. Na een consulentloze periode wordt in 1988 Wim Scholten, de huidige consulent, aangesteld. En wat lezen we al na één jaar in de vergaderstukken? "De muse umconsulent is eigenlijk onmisbaar!" Weer een mijlpaal bereikt. En omdat de consulent werk gaat doen dat eerst door de Federatie verricht werd (of verricht zou moeten worden), wordt de Federa tie vernieuwd en omgevormd tot de huidige vereniging. Het zojuist geme moreerde beleidsplan is hier ook het gevolg van. Regionale en thematische musea Ik wil met u terug naar 1864. De ver gadering van directeuren van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen besloot een jaarlijkse subsidie te vragen aan de Staten van Zeeland. De Staten bewilligden en subsidieerden met f. 400,- per jaar. Het Genootschap legde dit uit als een erkenning van haar open bare taak, immers "men geeft uit de openbare kas slechts voor openbare belangen geld". Het verzoek gaf overi gens stof tot veel discussie omdat nogal wat directeuren meenden dat het werk van het Genootschap, zoals het verzor gen van lezingen, het uitgeven van boe ken en het beheren van een museum een particuliere bezigheid was. Zij wens ten geen overheidssteun. Het volgende stapje is het in beheer geven van delen van de collectie: eerst de boeken naar de Provinciale Biblio theek, dan de getekende kaarten naar het Rijksarchief, in de jaren zestig wor den de natuurhistorische collecties en de volkenkundige collecties in bruikleen afgestaan. De collecties verzeeuwsen (door het afstoten van niet-Zeeuws materiaal), worden sterker historisch en worden in toenemende mate een zorg van de overheid (door de volledig door de overheid gesubsidieerd Zeeuws Museum). In Goes speelt hetzelfde. Een museum vereniging draagt in de jaren zestig zijn collectie in direct beheer over aan de overheid en vormt zichzelf om tot vrien denvereniging. De kleine elite zag geen kans meer het museum voor de eigen kring te handhaven en slaagde er ook niet in het draagvlak te vergroten. Toch Het Magazine Zeeuwse Musea uitgegeven in 1994 bevat maar liefst veertig musea. Deze verdubbeling van het aantal musea in Zeeland in twintig jaar sluit aan bij de landelijke tendens van een sterke wildgroei van musea. Zeeuws Tijdschrift 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 27