Jan Heyse (1882-1954)
Zeven Zeeuwse Vrouwen
Verenigde Naties
Zeeuwse Musea in nood?
Rubrieken
Paul van der Velde
Terugblikkend op de eerste Week van
het Zeeuwse Boek kunnen we spreken
van een doorslaand succes. Het was als
of de tijd rijp was voor een dergelijke
manifestatie en andersom. Het sluit aan
bij de toenemende belangstelling voor
de eigen regio, reeds zo dikwijls gesig
naleerd in de kolommen van dit
'Zeeuws' tijdschrift. Het vorige nummer
dat aan de Week van het Zeeuwse Boek
was gewijd is in ruime mate via de
ongeveer 40 deelnemende boekhandels
verspreid. Over een tweede editie van
de manifestatie in 1996 wordt al druk
nagedacht en het Zeeuws Tijdschrift zal
zeker weer van de partij zijn.
Op de omslag van dit nummer prijkt een
van de madonna's, 'Arnemuidsche met
kind', van Jan Heyse. Het onderzoek
van Francisca van Vloten naar leven en
werk van deze Zeeuwse kunstenaar legt
de basis voor de dubbeltentoonstelling
die in het voorjaar in het Marie Tak - van
Poortvlietmuseum Domburg en het
Zeeuws Museum over het werk van
Heyse zal worden georganiseerd. Het
Zeeuws Tijdschrift biedt u een voor
proefje van Van Vlotens onderzoek, dat
in de Zeeuwse Katernenreeks bij de ten
toonstellingen zal verschijnen.
Peter van Houte interviewt Kees Slager
naar aanleiding van diens onlangs ver
schenen boek Zeven Zeeuwse Vrouwen.
Het zijn zelfportretten van vrouwen die
in het eerste kwart van de eeuw gebo
ren werden en hun leven in Zeeland
doorbrachten. In het boek hanteert Sla
ger dezelfde methode als in zijn vorige
boeken over landarbeiders, vissers en de
watersnoodramp. Zonder veel ingrepen
in de tekst laat hij de geïnterviewden
zelf aan het woord. In Zeven Zeeuwse
Vrouwen ontstaat zodoende een heel
andere geschiedenis, dan die welke wij
uit de geschiedenisboeken en naslag
werken kennen.
In het Roosevelt Study Centre in Mid
delburg is onder de titel 'Een droom van
1 wereld. 50 jaar Verenigde Naties' een
fototentoonstelling georganiseerd om
de mijlpaal in het bestaan van deze
organisatie te vieren. Het Study Centre
werd door het Nederlandse Comité 50
jaar Verenigde Naties gekozen omdat
Roosevelt en zijn vrouw Eleanor gezien
kunnen worden als de drijvende krach
ten achter deze sterk op Verlichtings
denkbeelden hangende organisatie. Pro
fessor L. Gordenker, emeritus hoogleraar
politieke wetenschappen van Princeton
University en lid van de Wetenschappe
lijke Adviesraad van het Roosevelt Study
Centre, is een van de grote autoriteiten
wanneer het de VN aangaat. Hij belicht
de geschiedenis van de organisatie.
Mr. J.N.M. Richelle, Directeur-Generaal
Internationale Samenwerking bij het
Ministerie van Buitenlandse Zaken en lid
van het Curatorium van het Roosevelt
Study Centre, gaat vooral in op de toe
komst van de organisatie vanuit Neder
lands perspectief. Immers, Nederland is
niet alleen met het Internationale
Gerechtshof de juridische hoofdstad van
de VN, het is ook een van de grootste
donoren. Nederland, zoveel werd on
langs duidelijk uit de woorden van de
minister van buitenlandse zaken,
H.A.F.M.O. van Mierlo, streeft naar een
actievere rol van de VN op het wereld
toneel.
G.R. Heerebout, voorzitter van de Ver
eniging Zeeuwse Musea, geeft met zijn
artikel een verdere bijdrage aan de dis
cussie over de musea in Zeeland. Hij
maakt een onderscheid tussen regionale
en specifieke (thematische) musea en
stelt dat de regionale op de lokale
geschiedenis gerichte musea een draag
vlak in de samenleving hebben. Voor
deze door vrijwilligers gedreven musea
ziet hij de toekomst niet somber in. Dat
geldt niet voor de specifieke musea die
door gebrek aan achterban een moeilij
ke tijd tegemoet gaan. In het redactio
neel van nummer 4 van deze jaargang
pleitte ik voor een aantal krachtige the
matische musea op het gébie^l van de
landbouw en klederdracht. Met goede
marketing en p'rofile'ring zijn zulke
musea wel levensvatbaar zoals blijkt in
het geval van het Zeeuws Biologisch
Museum. Een regionaal museum waarin
de diverse Zeeuwse thema's worden
belicht zou natuurlijk ideaal zijn. En
onder Zeeuwse thema's (klederdracht,
landbouw, visserij, Reijnaert) versta ik
dan die door de prospectieve bezoeker
(toerist) als zodanig herkend worden.
In het artikel van Heerebout wordt nau
welijks gesproken over de rol van het
Zeeuws Museum. In hun artikel over de
Mondriaantentoonstelling in Zeeland
hebben Dick van der Wouw en Wim
Hofman het vooral over dat Zeeuws
Museum. Terwijl elders in den lande
grotere musea in de afgelopen vijftien
jaar hun bezoekersaantallen zagen ver
dubbelen, is er bij het Zeeuws Museum
een duidelijke achteruitgang in bezoe
kersaantallen te constateren. Een uit
schieter viel te noteren met de Mon
driaantentoonstelling. Wanneer het
Zeeuws Museum hogere bezoekersaan
tallen wil realiseren, is het duidelijk dat
elk jaar een aansprekend evenement
gerealiseerd moet worden dat uitgebreid
in de landelijke pers geafficheerd wordt.
De Zeeuwse inbedding (30%) voor der
gelijke manifestaties komt naar voren uit
de in het artikel gepresenteerde cijfers
maar tegelijkertijd is het klip en klaar dat
de rest van Nederland (en het buiten
land) 70% van het bezoekersaantal aan
het grootste museum van Zeeland
levert. Dat de horeca van dergelijke eve
nementen profiteert en dat het leidt tot
seizoensverlenging (in samenhang met
Zeeland Nazomer Festivals) kwam even
eens uit het onderzoek naar voren.
In de Galerie besteedt Nico Out aan
dacht aan het werk van Teja van Hoften
uit Burgh-Haamstede naar aanleiding
van de plaatsing op 22 november
jongstleden in het park voor de Nieuwe
Kerk van haar sculptuur 'De Parel aan de
Oosterschelde'. Met haar beeld, in de
Zeeuws Tijdschrift 1