Ingezonden brief vorm van Schouwen-Duiveland, wil ze tot uitdrukking brengen dat een harmo nieus samengaan van mens en natuur wel degelijk mogelijk is. Misschien ver wijst het ongewild ook naar de samen voeging van Schouwen-Duiveland tot één gemeente met ingang van 1 januari 1997. In Zierikzee is tot het einde van dit jaar in galerie 'Galerij' een expositie gewijd aan het tijdschrift PRIëM van de beel dend kunstenaar Kees Francke. Het tijd schrift bestaat uit een losbladige verza meling computerkunstdrukunikaten. In de rubriek Gedicht vergezelt zo'n uni- kaat het gedicht 'West Mongolia 26' dat het winterseizoen in rake trekken neer zet. Jan Bruijns belicht in Signalementen weer diverse boeken. Het meest in het oog springende vind ik de beschrijving van het leven op een boerderij anno 1900 in 's-Heer Arendskerke, dat een uitstekend beeld geeft van het leven op zo'n boerderij. In Culturele Berichten tot slot richt Janet van der Linde de schijnwerpers op het werk van de architect Jan Peter van Baurscheit de Jonge, een achtiende- eeuwse architect, van wie onder andere de Koepoort in Middelburg en de Der Boede in Koudekerke is. Voorts ziet zij als een van de belangrijkste culturele evenementen in de komende tijd het optreden van de Britse pianiste Joanna MacGregor in het kader van het Seas on's Greetings Festival van de Stichting Nieuwe Muziek op 1 januari 1996 in Middelburg. Rest mij de lezers namens de redactie en het bestuur van het Zeeuws Tijdschrift een voorspoedig 1996 te wensen. Naar aanleiding van het artikel van de heer Beinema ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Zeeuwse Bibliotheek in het vorige nummer, ontvingen wij een reactie van de heer J. Wigard, een van de medewerkers van het eerste uur van de vroegere Provinciale Biblio theek. Deze is van mening dat de persoon en verdiensten van de heer H. Pieters, oud-bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek, onrecht wordt aangedaan door de wijze waarop Beinema hem typeert. Hier is volgens de redactie sprake van een verschil tussen de wijze waarop de gebruikers van de bibliotheek Pieters meemaakten en de beleving van een oud-collega. Wigard wijst er verder op dat door het artikel een eenzijdig beeld van de figuur van Pieters wordt gecreeerd. Hij vult dit beeld als volgt aan. De Provinciale Bibliotheek heeft haar voortbestaan te danken aan de heer Pieters, die, na het bombardement in de meidagen van 1940, de bibliotheek aanvankelijk vanuit zijn woning aan de Spanjaardstraat voortzette, terwijl Gedeputeerde Staten van mening waren dat deze instelling maar moest worden opgeheven als gevolg van de door het bombardement geleden schade. Een half jaar later werd de beslissing genomen om het pand Dam 71 aan te kopen. De heer Wigard prijst de grote inspanningen die Pieters heeft geleverd om met een mini mum aan middelen de dienstverlening voort te zetten en de catalogus weer op te bouwen, een catalogus van fiches in houten ladenkasten, en niet in schoenendozen (tot zover de reactie van de heer Wigard). Het spanningsveld tussen moderne managementtechnieken en cul tuurpolitieke doelstellingen, ook een onderwerp uit het artikel van Beinema, vraagt om een reactie van de kant van de Zeeuwse Biblio theek. In een van de volgende nummers zullen wij aandacht besteden aan toekomstvisies op het bibliotheekwerk in Zeeland, waarin dit spanningsveld ongetwijfeld aan bod komt. 2 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1995 | | pagina 4