Een eindeloos verlangen naar zuiverheid.
De Madonna's van Jan Heyse (J882-1954)
Francisca van Vloten
In een artikeltje naar aanleiding van een
voor hem georganiseerde herdenkings
tentoonstelling in Veere, omschreef de
Domburgsche schilderes Mies Elout-
Drabbe haar collega Jan Heyse als een
groot kunstenaar. "Groot", aldus het
desbetreffende Domburgsch Badnieuws
van 19 juni 1954, "niet in de zin van
wereldbestormend, of schoolmakend,
maar groot, omdat zijn werk getuigt van
zijn waarachtigheid en zijn volmaakt vak
manschap. Men moet zijn werk heel rus
tig en vol aandacht bezien, dan deelt zich
aan U mee de grote, bijna plechtige stil
te, die van de meeste dingen uitgaat."
Mies Elout was een oude vriendin van Jan
Heyse. In een eerder artikeltje, kort na zijn
dood verschenen in de Provinciale
Zeeuwse Courant van 10 februari 1954,
had zij herinneringen opgehaald aan hun
eerste schilderscontacten: "Het is wel een
halve eeuw geleden dat ik voor het eerst
op het atelier kwam, Jan, dat mooie, stille
atelier aan het eind van een lange gang in
een van die prachtige oude huizen aan
een der kaden te Middelburg. Je was toen
nog een zéér jonge man, maar je werk
getuigde al van de grote gaven die jou
eigen zijn gebleven door de jaren heen.
Weinigen zijn zó zich zelf gebleven
ondanks alle stromingen als jij. Zo was je
als kunstenaar, en zo was je als mens."
Levensloop
Jan Heyse werd op 16 september 1882
in Zierikzee geboren, als zevende kind
van Lena Elisabeth Isebree Moens en
Johan Hermann Christian Heyse, lid van
gedeputeerde staten van Zeeland en
voormalig Luthers predikant. De familie
verhuisde in 1892 naar Middelburg,
woonde tot 1898 aan de Lange Delft, in
het huis dat vanaf dat jaar tot 1940 de
Provinciale Bibliotheek herbergde, en
vestigde zich tenslotte in het door Mies
Elout genoemde huis aan de Rouaan-
sche Kaai, nu Het Witte Hardt.
Jan had al in Zierikzee blijk gegeven van
belangstelling voor de teken- en schil
derkunst. Tijdens zijn drie Middelburgse
gymnasiumjaren volgde hij tekenlessen
bij C.J.W. Nuijs om in 1899 het gymna
sium voor de Rijksacademie in Amster
dam te verruilen. Van september 1899
tot mei 1902 en van januari tot juli
1904, zou hij zich er met uitstekende
resultaten in verschillende technieken
bekwamen. Zijn ijver evenwel, bleek in
1902 verflauwd. Is dat de reden van het
daaropvolgende langdurige verblijf in
Zeeland? Of beschouwde hij zijn oplei
ding van rijkswege als voltooid? Hoe
dan ook, Heyse achtte het kennelijk van
belang in 1904 nogmaals een (schilder-)
cursus aan de Academie te volgen.
In de zomer van dat jaar nam hij weer
Jan Heyse (1882-1954). Foto E. Helder, Middelburg.
Zeeuws Tijdschrift 3