Het Traditionalisme Overwonnen Collectief geheugen Ons eigen toneel Het moet een hels kabaal geweest zijn, die zeventiende mei 1940, toen Duitse bombardementen het centrum van Mid delburg in één klap wegvaagden. Ruim 50 jaar later is slechts het sonore gebrom van een diaprojector in de Engelse kerk van Middelburg te horen. Een Poolse wederopbouwer, prof. S. Latour van de universiteit van Szczecin, maakt zijn gehoor deelgenoot van de moeizame wederopbouw van zijn stad. In Middelburg is die wederopbouw voortvarender aangepakt. Geen tegen werkend regime of trainerende bureau cratie stond ons in de weg. Daarom kunnen na een halve eeuw terugkijken op een min of meer geslaagde wederop bouw. Onze wederopbouwers waren niet alleen snel, ze kregen het ook voor elkaar de reconstructie een eigen gezicht te geven. Ze inspireerden zich op de ideeën die toentertijd in de Delftse Hogeschool leefden en herbouwden Middelburg in 'traditionele' stijl. Wat is nu dat traditionalisme? Heeft het nog betekenis in het huidige architectuurde bat? Wat kunnen we leren van de tradi tie? Deze vragen stonden centraal tij dens het tweedaags symposium 'Het Traditionalisme Overwonnen'. Inleiders uit verschillende disciplines van het ont werpvak gaven hun visie: Gijs Wallis de Vries (architectuurtheoreticus), Sebas- tiano Brandolini (architectuurcriticus), Wytse Patijn (rijksbouwmeester), Cees Dam (architect), Martin Knuijt (land schapsarchitect), Sjoerd Soeters (archi tect), Umberto Barbieri (architect) en de al genoemde Latour (hoogleraar archi tectuur en restauratie). Zo refereerde Martin Knuijt aan een andere ramp uit de oorlog, de inundatie van Walcheren in 1944, die de 'tuin van Zeeland' veranderde in een zilte ruïne. Het plan voor het herstel van het Wal- cherse landschap van N.M. de Jonge Don Monfils borduurde voort op de oude structuur van dit arcadische landschap, zoals de wederdopbouwers van Middelburg voortborduurden op de structuur van de middeleeuwse stad. Door bermen te beplanten werden 'coulissen' gevormd, die de oude poelgebieden moesten accentueren. Nieuwe wegen volgden globaal de loop van de oude kreekrug gen. Het plan van De Jonge kwam onder druk te staan want moderne land bouwmethoden vereisten schaalvergro ting en rationalisering in plaats van de oude kleinschalige structuren, die daar om deels werden wegverkaveld. De spanning tussen traditie en vooruitgang werd voelbaar. 50 jaar later ziet Knuijt een nieuwe kans voor het traditionalis me: we zijn immers aan het eind van ons 'moderne' experiment. De traditie is nog levend, niet als een nostalgisch verlan gen, maar verborgen als in een palimps est, een collectief geheugen dat bloot gelegd kan worden en informatie bevat over de wortels van ons bestaan. Ook Umberto Barbieri ging in op het geheugen dat besloten ligt in de traditie. Hij bracht het verhaal van de Weense architect Adolf Loos, nota bene een van de grondleggers van moderne bewe ging, onder de aandacht dat over een zadelmaker ging. Deze maakte geen bij zondere zadels, maar gewone, degelijke zadels, zoals ook zijn vader en zijn vaders vader hadden gemaakt. Het was aan het begin van de twintigste eeuw en in Wenen vierde een stroming die bekend is geworden onder de naam 'Wiener Sezession' hoogtij. Het was tijd voor nieuwe dingen en deze moesten niet alleen nieuw zijn maar vooral modern. De zadelmaker twijfelde, waren zijn zadels modern? Hij vroeg het aan de vertegenwoordigers van de nieuwe beweging. 'Nee', zeiden zij, 'Jouw za dels zijn niet modern, kom over een paar weken maar eens terug'. En ze lieten hun studenten 'moderne' zadels ont werpen. Na een maand kwam de zadel maker terug om ze te bekijken. Hij reageerde geschokt: 'Als ik niets zou weten van paarden en paardrijden maakte ik ook zulke zadels, maar omdat ik wél weet hoe de rug van een paard voelt, hoe de amazone in cadans komt met haar viervoeter kan ik alleen maar gewone zadels maken.' De modernen maalden niet om oude dingen. Tabula rasa I Alles nieuw, zonder overbodige opsmuk, zonder ornament. Door deze houding ging de kennis die besloten lag in de traditie verloren. De modernen! Waren zij wel zo mo dern? Was hun architectuur wel vrij van overbodigheden, volledig dienend aan de nieuwe programma's van de twintig ste eeuw? Cees Dam twijfelde, het was immers architect Oud, een van de eerste modernen die in 1946 schreef: 'Het bouwen van woningen speelt een ande re rol in onze maatschappij dan het bouwen van een kantoor, een stadhuis, een kerk. Beetje bij beetje ontdekte ik dat het ontwerp van een arbeiderswo ning of een fabriek niet het einde van alle architectonische wijsheid kon zijn. Zijn we in de moderne tijd zo vastgelo pen dat we ons eigen toneel niet durven te bepalen?' Wytse Patijn vulde het beeld verder aan: een diatocht langs en kele door hem gerestaureerde, moder nistische projecten eindigde in een mys terieus bouwsel, hout, met ingetogen, ambachtelijke details...de directiekeet van Oud. Gijs Wallis de Vries slaagde erin het tradi tionalisme in breder verband te zien dan in de tegenstelling modern- traditioneel. Het is volgens hem juist deze tegenstel ling die overwonnen is en niet het tradi tionalisme, zoals de titel van het sympo sium ons deed geloven. Zoals in veel ste den heeft ook het Middelburgse centrum de strijd van traditionalisten en moder nisten volgens Wallis de Vries twee ver liezers opgeleverd. De modernisten beloofden ons hier een bruisend regio naal centrum met een beperkt, maar dui delijk aanwezige bestuurlijke, zakelijke en culturele functies. Wat we kregen was een dood zakencentrum waaruit de cen trale functies zoals scholen, warenhui zen, rechtbanken, ziekenhuizen en kan toren steeds verder naar de rand van de 12 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 14