Jacob van Geel, omstreeks 1620. Museum Boymans-Van Beuningen, Rotterdam. Voorts zien we in de genoemde land schappen enkele kenmerkende bijzon derheden die zijn andere missen of niet in die mate bezitten en die geheel pas sen in onze voorstelling van de Middel burgse Brueghelgroep, bij Molanus, Chr. van den Berghe en Adriaen van de Ven- ne". Vooreerst vertonen ze verhalende trekjes van het leven en bedrijf op het land. In Van Geels Landschap met de korenmolen In het centrum (afb. 1) zien we de open standaardmolen op een heuveltje, waarbij een kar met paard en zakkendragende mannen, welke combi natie ook voorkomt bij Molanus, Adria en van de Venne (Zomerlandschap, gedateerd 1614, Museum Berlijn). Ver der zijn er een aantal elementen aan te wijzen die ik al eerder opnoemde bij een algemene kenschets van de Middelburg se Brueghel-Conincxlogroep: afge scheurde stammen of takken, afhangen de ranken aan boomstammen, eenden ploeterend in vaart of sloot en als verde re stoffage menselijke bezigheid, hier o.a. molenaarsbedrijf, veehoeden, was- behandeling5. Van Geels Overval op een reiswagen is een onderwerp dat ook door Molanus en Chr. van den Berghe is behandeld, waarbij de strereotiepe haakvormige lis bladeren aan de waterkant als een col lectieve signatuur van de Brueghel groep mogen gelden. Bezien we nu Van Geels vier vroegste, Middelburgse landschappen nog wat nader. Het Landschap met de overval op een reiswagen, op koper 22,8 bij 48 cm, gemerkt Jacob v geel, heeft in de linkerhelft een bospartij met een 'boomtunnel', de overval in de rechter helft, daar achter een panorama met een rivier met schepen en een stad6. Geschilderd in koude emailachtige Vlaamse kleur en het schema van bruin gele voorgrond, geelgroen middenplan en blauwe verte (het driekleuren-per spectief); de figuren in de voorgrond hebben het heldere Vlaamse rood, met zwart en wit7. Het Landschap met standerdmolen In het centrum (afb. 1) (op paneel 27,9 x 56,4 cm) heeft in de linkerhelft een boompartij op een terreinverheffing, rechts een landelijke woning bij een water, daar achter uitzicht op geboomte waarboven een toren uitsteekt. De toeschrijving van Von Bode: "vroeg werk van Hercules Segers" is niet te handhaven. Het Landschap is, met zijn boomtunnel, zijn parade van karakteris tieke boomtypen en de door palen bij een gehouden oeverbeschoeiing, een werk van Jacob van Geel. Dat een eminent kenner een Jacob van Geel toeschreef aan de grote Segers houdt een onbedoelde hulde in aan deze kleinere meester, een van mijn favoriete schilders uit de Middelburgse Brueghel-groep. Met voldoening zie ik dat in de tweede helft van onze eeuw belangrijke musea een landschap van 20 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 22