Zierikzeese herinneringen wot of t'r in vroeger tied zó *t éé/e jaer deu gebeurde W.P.L Bakker Onderwijzer W.P.L. Bakker schreef Zie- rikzeese herinneringen, wat of t'r in vroeger tied zö a 't êêle jaer deu gebeur de 49,90, geb., De Koperen Tuin, Goes). Hij neemt de lezer mee naar zijn kinderjaren, omstreeks 1900. Hij maakt een wandeling door Zierikzee en door het jaar heen en verhaalt over ouwejaar, de paardenmarkt, de Schouwse boter markt, werken op het land, over sleetje rijden en nog veel meer. Een van de gebeurtenissen die hij beschrijft, is de komst van wonderdokter Sequa, aange kondigd door een meneer op een grote open wagen die, ondersteund door muzikanten, zijn boodschap verkondigde en uitnodigingen uitdeelde: vanavond is wonderdokter Sequa in de Concertzaal en hij geneest er mensen van de reuma tiek: 'D'r motte d'r toen nog a wat naer toe gegae weeze. De slachtoffers moste dan op 't tenêêl komme in dae wiere ze deu d'n dokter flienk gekneed in gegouwd in dat mot ni zö èrreg gezelleg geweest Ze vertélde teminsten dat t'r nog a lilleke gezichten bie getrokke wie- re in 'iep iep oera' schiene z'oak niet geroepe Ma dat öörde je nie, want dae was noe die meziek vö, want ze blie- ze zo ard as ma konne.' Er werden toen ook versjes gezonden, met Onder 't spelen der muziek verdwijnt de reumatiek, Is dat niet kwiek, Is dat niet kwiek? Of de behandeling geld kostte, kon Bak ker zich niet meer herinneren, maar wel was zeker dat de beroemde dokter de reumatiek niet meenam naar elders, maar dat de ziekte in stad en land is ach tergebleven en nog elke dag aan dui zenden mensen pijn en last bezorgde. W.P.L. Bakker vertelt zo nog vele verha len over Zierikzee in vroeger tijd, met een bijzonder beeldend vermogen. Ja wel, er werd armoede geleden, maar als we de waarnemingen van Bakker lezen ook een rijk beleven van de kleine gebeurtenissen die het leven spannend maakten en veraangenaamden. Jan Zwemer schreef Plat Walchers 17,50, 9074576117, Den Boer-De Ruiter, Vlissingen). De eerste beschouwing is al meteen vol humor: 'Toen mijn neef Jan voor 't eerst bij zijn aanstaande schoonfa milie in Rotterdam over de vloer kwam en hij door de hond besnuffeld werd, infor meerde hij beleefd: "Biet 'n a'k 'n aaie?" Niemand reageerde op het wonderlijke gezegde van die Zeeuw. Iets met bieten, met hakken of met naaien? Ook toen Jan zijn vraag herhaalde resulteerde slechts stilzwijgen. Toch geen domme vraag: Bijt hij als ik hem aai?' Jan Zwemer grijpt de gebeurtenis aan, om enige uitleg te geven over het Zeeuws en concludeert tenslotte: 'Gelukkig heeft het taalprobleem neef Jans huwelijk niets in de weg gelegd.' Steevast ontstaan er misverstanden als in een gesprek tussen Zeeuwen en niet- Zeeuwen het zinnetje 'Lae mè doee' wordt uitgesproken. De een bedoelt 'Laat maar zitten', de ander verstaat juist: 'Laten we het maar doen'. Jan Zwemer schreef al deze stukjes eerder voor De Faam en De Vlissinger, op uitnodiging van Ad Hanneman: 'één van de beste journa listen van Walcheren'. Ontmoetingen met Zeeland Een ander boek dat is voortgekomen uit het bundelen van een artikelenreeks is Zeeuwse Plaatsnamen, van Aardenburg tot Zonnemaire 39,95, 9072838122, geb., ADZ, Vlissingen), van L. van Driel en A. Steketee. De 99 stukjes verschenen eerder als artikelen in de Provinciale Zeeuwse Courant. Ze zijn per regio geor dend. 'Zeeuwse Plaatsnamen' is zeer onderhoudend en in mooi Nederlands geschreven. Het schrijven ervan moet voor de auteurs een historische ontdekkingstocht door de provincie zijn geweest. Van Driel en Steketee voeren de lezers steeds mee, vanuit het heden naar het verleden. De weg daar naartoe wordt geopend, door wat in het landschap nog zichtbaar is. Doordat inleidend steeds een persoonlijke ontmoeting met het land schap en de historie plaatsvindt, geven de schrijvers méér dan alleen een beeld van de herkomst van de Zeeuwse plaats namen. Zo lezen we bij de eerste 'ont moeting': 'Wie Aardenburg passeert op weg naar zuidelijke verten, ziet het stadje als op een oud schilderij: een fraai silhou et, gedomineerd door de grote kerk. Alles past volmaakt in de omgeving. Het beeld is vertrouwd, maar toch verraadt iets ondefineerbaars de nabije grens. Hier ergens ga je over de drempel. En kom je na weken uit Frankrijk weerom, dan is de kikkerstad Aardenburg dikwijls de eerste Zeeuwse plaats die je ziet. De reis zit er weer bijna op. Aardenburg ligt tussen weggaan en thuiskomen.' De auteurs hebben zich goed gedocu menteerd en toonden zich ontvankelijk voor aanvullende en corrigerende op merkingen van de lezers, zonder dat ze de oorspronkelijke veranderden, waardoor vele van de eerdere oneffenheden verd wenen zijn. Niet allemaal overigens. Zo rekenen ze ten onrechte ook Hoedekens- kerke tot een katholieke enclave op Zuid- Beveland (p. 129), een fout die ongetwij feld in de tekst is geslopen, doordat het katholieke dorp Kwadendamme vroeger in de gemeente Hoedekenskerke gelegen was. Als ik me het betreffende artikel uit de PZC goed herinner, is hier Kwaden damme toegevoegd, zonder Hoedekens kerke te schrappen. Het doet geen afbreuk aan het geheel. Voor wie regelmatig Zeelandica aan schaft, is het illustratiemateriaal - hoofd zakelijk bestaande uit gravures uit de kro niek van Smallegange en kaartmateriaal van Visscher-Roman en Hattinga - reeds bekend. Voor wie het nieuw is, geeft het een ruimtelijke oriëntatie. Het fotomateri aal van het Zeeuws Documentatiecen trum bevat wél verrassingen. Storend is, dat achterin op de binnenkant van de omslag reclame wordt gemaakt voor andere ADZ-uitgaven. Net zo goed had de uitgever een foldertje kunnen insluiten. Zeeuws Tijdschrift 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 33