Zeeuwsch-Vlaanderen en de menselijke maat Een gesprek met Roelof Ruules Roelof Ruules. Peter van Houte Een voorloper is hij altijd wel geweest. Bij Dow Benelux zorgde hij destijds voor een doorbraak in het denken over arbeid. Trotseerde de kritiek van de vakbeweging en voerde een systeem in van flexibel werken en flexibel pensioen. Hij is er nog steeds wel een beetje trots op. Bij zijn vertrek in 1991 als vice-voorzitter van de raad van bestuur van Dow vroeg hij zich af: Is er leven na Dow? Nu weet hij wel beter. Roelof Ruules (63) leeft en werkt nog volop. Commissaris bij Dow, De Schelde en de Sui kerunie onder meer, voorzitter van het Toeristisch Bureau Zeeuwsch-Vlaanderen, vice-voorzitter van het Regionaal Dienstencentrum en voorzitter van het Regionaal Onderwijs Centrum Westerschelde, het eerste ROC van Nederland. En ook nog: voorzitter en oprichter van de stichting voor literaire activiteiten Prometheus in Ter- neuzen. Bedenken, sturen en besturen. Hij doet het nog steeds, veelvuldig en graag. En er wordt nog steeds naar hem geluisterd. Je kunt ook moeilijk om hem heen. Groot van stuk, ruim van opvattingen, uitgesproken mening. Drent van geboorte, zuidnederlands in doen en laten. Voor Dow kwam hij ruim dertig jaar geleden naar Zeeuwsch-Vlaanderen. Hij wil er niet meer weg. Verknocht als hij is aan dat bijzon dere gebied. De regio is weer in het nieuws: 'Veel animo voor Axelse Vlakte', 'Eén Zeeuws-Vlaamse gemeente bepleit', 'Akkoord over WOV'Zeeuwsch-Vlaanderen doet weer van zich spreken en dat is maar goed ook, vindt hij. De economische ontwikkeling, de noodzaak tot samenwerking en het belang van een goede infrastructuur. Roelof Ruules praat er graag over, omringd door boeken in een overvolle werkkamer in zijn mooie, witte huis in Philippine. „Eerst was ik ook niemand in de maat schappij. Niemand kende je dertig jaar geleden. Je had je werk en je gezin, dat waren de stuwende krachten. Verder niets. Het is pas begonnen met de pro moties bij Dow. Eerst was je één van de vijf en later één van de één. Automa tisch ga je dan een rol spelen in de samenleving. De mensen die het voor mij hadden gedaan waren niet zo extra vert. Ik ben iemand met een duidelijke opinie en ik ben ook bereid daarvoor te gaan. Zowel in de krant, als tegen de vakbond, als tegen de werknemers, als tegen mijn eigen baas. Datje dus zegt: ik geloof daar in, daarom doe ik dat. Zo kwam ik ook -geprononceerd- in de Kring van Werkgevers in de Kanaalzone, later in het Verbond van Nederlandse Ondernemingen, VNO, en in andere banen. Zo ging ik ook naar Brussel toe". (hij zat er het comité van sociale zaken voor van de Amerikaanse Kamer van Koophandel, was één van de leidende figuren in het overleg over de arbeids voorwaarden van Amerikaanse bedrij ven in Europa) „Die slag om de ver vroegde pensioenering, flexibel werken, flexibel pensioen is dus geleverd. Resul taat: flexibiliteit, ledereen spreekt er nu over, destijds -eind jaren zeventig- was het ongehoord." Hij maakte er zelf op 57-jarige leeftijd gebruik van. Vervroegde pensioenering. En als je het hem vraagt kan het nog sterker: „ledereen bouwt zijn eigen pensioen op. Bij welke maatschappij en hoe hij het wil inrichten, dat is zijn keus. De onderne mer heeft geen andere plicht dan zijn deel van de premie te betalen en de werknemer betaalt natuurlijk ook. Per soonlijk vind ik dat je nog verder moet gaan. Eigenlijk zou het zo moeten zijn dat de werkgever géén premie meer betaalt. Dat de werknemer het gewoon als loon krijgt. Dan kan hij écht zelf uit maken hoe hij de oudedagsvoorziening wil regelen; hij houdt in dat geval veel meer netto over." Maar, hij constateert nu een andere stroming: „Als je kijkt naar wat we nu in Nederland verdienen, dan zouden we eigenlijk eer der moeten verarmen, voordat we al die idealen die in de Nederlandse hoofdjes leven kunnen waarmaken. Nederland is eigenlijk veel te duur hé. We hebben te maken met een omslag dat het niet meer groeit, vanwege het milieu en al die andere wereldproblemen waar we ons mee bezig willen houden. Onze bruto loonsom is te hoog en het aantal mensen dat werkt veel te klein. We hebben in dit land het laagste aantal werkende mensen met de hoogste bruto loonkosten. Dat kan natuurlijk niet zo blijven doorgaan. En geloof me, de technologie biedt ook al geen uitkomst meer; daar konden we vijftien, twintig jaar geleden nog heil van verwachten maar dat is ook voorbij. Er bestaat niets meer, behalve dat je moet werken en datje produkten moet maken die anderen willen hebben. Dat is een heel ander spel en in die zin moet de eco nomie dus worden verbreed waardoor meer mensen aan het werk komen in de primaire sector. Dingen maken die we kunnen verkopen of verhandelen of rui len met andere landen, daar gaat het om. Dus niet méér ambtenaren, niet méér plezier en zeker ook niet méér dienstver- 2 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 4