Boeket in Chinese vaas, met pimpelmees. Paneel 50 x 37 cm. Particuliere collectie.
verberg, en in de rijke, intieme natuur
van het eiland dat hem zijn leven lang
stof en avontuur bood voor pen en pen
seel.
Naschift
Met Johannes Goedaert beëindig ik mijn
serie artikelen over de Middelburgs-
Vlaamse schilders van landschap en
bloemen in hun ontwikkeling van zuide
lijk maniërisme naar een noordelijk
realisme. Daarbij werd Adriaen van de
Venne die vóór 1625 meer dan tien jaar
in Middelburg heeft gewoond en
gewerkt, bewust overgeslagen. Kort
tevoren publiceerde ik over hem een uit
voerige monografie: Adriaen van de
Venne, Painter and Draughtsman,
Davaco Publishers, Doornspijk, waar
naar de belangstellende lezer verwezen
moge worden.
Bij het verschijnen van mijn tiende, laat
ste artikel over schilders die in de 16-de
en de eerste helft van de 17-de eeuw in
Middelburg werkzaam waren voel ik me
gedrongen openlijk mijn hartelijke dank
te betuigen aan drs. Hesther van den
Donk, zonder wier belangeloze hulp
deze artikelen niet hadden kunnen ver
schijnen. Zij was het die de transcripties
van mijn met onvaste hand geschreven
stukken controleerde, de drukproeven
corrigeerde en de contacten met de
hoofdredactie van het Zeeuws Tijdschrift
voor me verzorgde.
Ook aan de genoemde hoofdredacteur,
drs. Paul van der Velde, ben ik veel dank
verschuldigd voor de wijze waarop hij
mijn bijdragen heeft verzorgd.
Ik eindig met de wens dat een jongere
kunsthistoricus zich geroepen moge
voelen het werk voort te zetten dat ik
op 94-jarige leeftijd moest beëindigen.
Noten
1Journal des voyages de Monsieur De Monconys
II, Lyon 1666, p. 109.
2. Metamorphosis Naturalis, ofte Historische
Beschryvinghe van den Oirspronk, aerd, eygen-
schappen ende vreemde veranderinghen der
wormen, rupsen, maeden, vliegen, witjens,
byen, motten ende dierghelycke dierkens meer;
niet uyt eenighe boecken, maer alleenelijck van
eygen ervarentheyd uytgevonden, beschreven
ende na de konst afgeteykent. Door Johannem
Goedaert. Tot Middelburgh. By Jaques Fierens,
Boeck-verkooper, inde Globe, Dl. I, z.j., ca. 1660
(er is een Latijnse vertaling door Joh. de Mey,
eveneens bij Fierens verschenen, gedateerd
1662). Het tweede deeltje verscheen in 1667,
het derde na Goedaerts dood door zijn weduwe
met de hulp van Johannes de Mey in het licht
gegeven, is gedateerd januari 1668. Van de
Metamorphosis bestaan verschillende drukken
in het Nederlands en vertalingen in het Frans,
Engels en Latijn.
3. Aldus K. Heerema, Protestantse poëzie der 16de
en 17de eeuw, Amsterdam 1950, p. XI.
4. J. Huizinga, Nederlands beschaving in de zeven
tiende eeuw, Haarlem 1941, p. 66.
5. Dit citaat en de vele andere in 17de-eeuwse
spelling zijn ontleend aan Goedaerts Metamorp
hosis Naturalis.
6. Het probleem van de sluipwespen en sluipvlie-
gen vermocht hij niet op te lossen. Ook geloof
de hij in generatio spontanea: sommige insecten
zouden uit "verrottinghe" ontstaan. Zie A.
Schierbeek, Schouwburg der dieren, Den Haag,
z.j., p. 122-127.
7. Vergelijk de beschrijving van een meikever: "Zijn
vleugelrug was glijigbruin, van 't zelfde bruin als
het [turf-] strooisel, maar donkerder en onder
aan zijn bast kon men het witte 'zaage' in zijn
buik zien. Zijn hakerige pooten waren donkerder
ook als bij een gewone man[nelijke meikever]
en glassig, hij blonk als vernis in een kop
Jac. van Looy, Jaap, Amsterdam 1923, p. 149-
150.
8. Bij Molanus; bij Van Geel later.
9. Bij Van de Venne.
10. Bij Molanus, Van Geel, Van de Venne en Van
den Berghe: winter- en zomervermaken en -
bezigheden, het uitgestalde leven en bedrijf.
11J.G. van Regteren Altena in Oud-Holland XLIV
(1987), p. 369-374, met uitvoerige bibliografie.
12. P. de la Rue, Geletterd Zeeland, Middelburg
1741, p. 64.
12 Zeeuws Tijdschrift