TT r i Markt met toeristenkiosk en op de achtergrond bioscoop Electro en Sociëteit 'De Vergenoeging', ca. 1950. Foto A. Mulder (Zeeuws Documentatiecentrum). waardige voorzitter van de Raad van Arbeid; daarna de Jongelingsvereni ging "Herman Faukel", voorgezeten door leeftijdsgenoten; hier een tim mermansgezel. Ik was de Bibliotheca ris; onder mijn bekwame leiding kon het bestand van vijftien boeken uit eigen middelen vermeerderd worden tot achttien. Enkele jaren later is de collectie opgedoekt, want er waren nooit leners. Was dit alles saai en afstotend Voor mij niet, want Arendsoog hield je aan genaam bezig en de vereniging was best interessant. Wat de menigvuldige kerkgang betreft: er waren psychologi serende uitleggers als ds. H. Veldkamp, die een warm gevoel van vermeende levenswijsheid nalieten; er waren ken ners van de dogmatiek als ds. P. van Til, wien te volgen een intellectueel genoegen was. Soms waren er begaaf de "preektijgers", die mij eens en voor altijd hebben geleerd, hoe je met alle middelen je gehoor moet dwingen tot luisteren. Mutatis mutandis: een prik kelend begin, een onderhoudend mid dengedeelte, een knallend slot; en vooral nooit te lang. Tegenwoordig mag retorische aankleding niet meer, als zijnde "onecht", en de dominee bepaalt zich tot een korte, laffe "over weging" - de hoofdreden waarom nie mand meer lust gevoelt, telkenweke in de godshuizen bij het licht der geopen de Heilige Schrift een ure te waken teneinde dieper in de heilsgeheimen te worden ingeleid. Meestal was het in de kerk natuurlijk toch tamelijk vervelend, vooral wan neer de hoofdlijnen van de Heidelber- ger Catechismus weer eens kort wer den samengevat. Dat verhaal kende ik allang en wanneer de prediker zo op zijn automatische piloot overging, wiekten mijn gedachten naar geheel andere verten. Nog steeds kan ik lange academische zittingen gelijkmoedig doormaken, de spreker strak-geïnte- resseerd in het gelaat ziend, maar de gedachten totaal elders, terend op een pepermunt. Doorleren Een leven binnen een welomschreven kring, niet te klein om echt benauwend te zijn en groot genoeg om een eigen cultuur te hebben. Tot die cultuur hoor de een zekere ingetogenheid, die je deed walgen van De Bonte Dinsdag- avondtrein van de AVRO, en terecht. Een kring, groot genoeg, om ook eigen rangen en standen te hebben. Als mid denklassers hadden wij geen contact met de dokter of de architect uit eigen kring, woonachtig in ruime gewitte woonhuizen tegenover de Abdij. Hun kroost ging naar de nettere gerefor meerde lagere school aan de Heren gracht; wij bezochten de volkse variant aan de Gravenstraat. Het gezin van de oudijzerman Tissink, van de Achtersin gel, zat bij ons op school en was des zondags achter ons op de galerij te vin den. Het merendeel van de weinigen onder ons, die doorleerden, begaf zich dage lijks met de trein naar Goes, waar het Christelijk Lyceum stond; merkwaardig genoeg was in Middelburg zelfs nog geen HBS van onze signatuur aanwezig. Er was alleen een ULO. Een enkeling uit onze kring ging naar het Stedelijk Gym nasium in de eigen stad, waar tot zijn geruststelling ook de dochter van domi nee Veldkamp zat: haar vader was zelfs curator der school; later werd hij opge volgd door dominee Van Til. Toch moest er bij ons thuis, gestaald in de school strijd als wij waren, iets weggeslikt wor den toen de elfjarige naar deze openba re school zou gaan; trouwe kennissen verbleekten. "Hij kan niet rekenen, stuur hem dus maar naar het gymnasi um", had het patriarchale hoofd van de Gravenstraatschool - tevens scriba der kerk - gezegd, en zo is het ervan geko men. Ik werd gewaarschuwd voor het anderszijn van het gymnasiale publiek, met name de leraren, die globaal als "humanistisch" werden gediskwalifi ceerd. Toen het biologieboek voor de vierde klas binnenkwam, wees mijn vader mij veelbetekenend op het titel blad: "Leerboek der Dierkunde. Deel I: de Mens". Uitleg was niet nodig. Ver der mocht ik, mede op advies van gere formeerde huisvrienden (onderhouden de Artikel 31 der Kerkenorde), niet lid worden van de leerlingenvereniging: alleen al een uitdrukking als het "Kerst bal" van deze vereniging klonk voor ons als een vloek. Een geestelijk gewapend ventje betrad het gebouw om toelatingsexamen te doen. Zeeuws Tijdschrift 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 23