Het interieur
Niet zomaar een huis
De architect
de historische omgeving (de grandeur
van het Zeebad Vlissingen) is niets
meer over. Het Wooldhuis heeft al het
geweld (van oorlog, natuur, dijkverho
gingen en vernieuwingen) doorstaan.
Bijna 65 dus,' maar het hoeft nog lang
niet met pensioen', vindt Marjan van
den Bos. Ze houdt van het gebouw. 'Ik
ben er door aangetrokken en ik kom er
niet meer van los. Waarom? Omdat
het zo bijzonder is. De stijl is een men
geling van het functionalisme en de
Engelse landhuis-stijl. Het is het strak
ke van de vormgeving en detaillering
(van de kozijnen). Het is typisch een
pand uit de jaren dertig en daar hou ik
van. In die tijd werd royaal gebouwd
én functioneel én solide en de platte
gronden zaten zo lekker in elkaar. Het
heeft de soberheid en doelmatigheid
van het nieuwe bouwen maar ook nog
sfeer en sier. En die mengeling kom je
niet zo vaak tegen, typisch iets van
Roosenburg. Men experimenteerde in
die jaren met allerlei bouwmaterialen,
zoals het korrelbeton. Het Wooldhuis
heeft dat op alle fronten in zich'.
'Eenmaal binnen zie je nóg beter dat
het ontworpen is op het uitzicht: de
zee, de lucht, het duin én de eigen
tuin. Het interieur heeft een ingetogen
grandeur, ook hier weer sober maar
niet kil of kaal. Het is de ruimtelijke
werking, de kamers zijn niet te groot -
in menselijke verhoudingen- en zó ont
worpen van uit het gebruik. Een eetka
mer is een eetkamer met die bepaalde
sfeer, heeft dus wel een hoger plafond
maar door de rondingen heb je het
idee datje in een cafe of restaurant zit.
De hal waar je binnenkomt heeft iets
intiems door de toog-ramen waardoor
er een heel mooi licht naar binnen
komt. En dan de trap -in de hoek van
de hal- die is zo sober vormgegeven,
maar zo mooi omdat de verhoudingen
gewoon perfect zijn. Het is de spil van
het huis. De gangen, de hal, de trap
zijn niet alleen een middel, maar ook
een doel: ze zijn als leefruimten ont
worpen. Wat ik echt ook heel mooi
vind aan dit huis dat zijn de dubbele
klapdeuren. Op de eerste verdieping
heb je ze overal, je kunt in die ruimte
gemakkelijk meerdere mensen ontvan
gen want je gaat niet een smalle deur
in van 80 centimeter maar een van
twee keer 60. Bij een gewone deur die
openstaat blijft de wand zo erg domi
neren. Hier niet, hier verbindt het de
ruimtes met elkaar. Weer een voor
beeld van een ontwerp gericht op het
gebruik. In dit geval het representatie
ve. Tegenwoordig praten we over flexi
bilisering in de bouw, zodat een ruimte
voor meerdere doelen te gebruiken is.
Toen deed men dat dus al. Mijn favo
riete ruimte? De Herenkamer, zonder
twijfel. Die is helemaal betimmerd,
echt Vlissings, dat is vrij donker maar
als daar boeken in staan heeft het iets
vertrouwds. Zeven hoeken die ook
weer onderverdeeld zijn, dus eigenlijk
is het een veertienhoekige kamer, bijna
rond. In het middelpunt ervan tegen
het plafond, als een soort parasol, zit
de omkasting van de windwijzer. Als je
daaronder gaat staan krijg je een
prachtige indruk van de ruimte: een
soort concentrische cirkel om je heen,
dat bijzondere plafond boven je en de
houten Bruynzeel-vloer onder je voe
ten met een patroon dat ook weer op
die cirkel is geënt, naar het middelpunt
toe'.
'Het Wooldhuis is niet zo maar een
huis, het is specifiek voor Van Woelde-
ren gemaakt. Van Woelderen en
Roosenburg hebben wat gehad met
elkaar. Ik zou willen dat meer
opdrachtgevers dat met hun architect
hadden. Het waren allebei markante
figuren, zeer deskundig op hun eigen
vakgebied. Het huis heeft die twee bij
elkaar gebracht. Van Woelderen is een
ontzettende goede opdrachtgever ge
weest: hij wist wat hij wilde, had
idealen en hij had vertrouwen in de
architect Er is gewoon een vonk over
geslagen. Ik geloof ook dat Van Woel
deren dat wilde, dat hij een band kreeg
met die architect. Er ontstond een
vriendschap tussen die twee kerels; ze
hebben volgens mij ook vreselijk veel
plezier gehad samen. Als ik naar het
huis kijk en als ik er in rondloop dan
voel ik die speciale band, het klopt
gewoon allemaal. Het is met liefde
gebouwd. Er zijn echte vakmensen aan
het werk geweest en dat is ook weer
de verdienste van Roosenburg. Ik weet
zeker dat Roosenburg veel heeft rond
gelopen tijdens de bouw, aanwijzingen
heeft gegeven, vinger aan de pols
gehouden en ook complimentjes heeft
uitgedeeld. Hij had ook een band met
de makers, tenslotte de mensen die
zijn idee realiseerden. Die vaklui had
den het gevoel dat het ook een beetje
hun gebouw was. Die zorg en liefde,
dat plezier, dat kun je er aan afzien.
Dat is wat bij veel hedendaagse
gebouwen ontbreekt. Die hebben
geen ziel!'
'Roosenburg komt uit de Haagse
School, hij combineerde soberheid met
sfeer. Hij verstond z'n vak ontzettend
goed. Ik zou graag met hem gewerkt
hebben. Hij heeft veel in de utiliteits
bouw gedaan; dat vereist een soort
logisch en praktisch denken -het nut-
en dwingt je tot nieuwe dingen. Hij
was sterk beïnvloed door Frank Loyd
Wright, een fantastische architect, die
ook grote indruk maakte op Berlage.
Roosenburg heeft met Berlage
gewerkt. Wat Roosenburg zo prachtig
heeft verwoord in het Wooldhuis is
Wright's credo: pas materialen toe
waar ze horen. Dat kun je zien aan de
gevel -dat grindachtige- en de rondin
gen, dat is heel bijzonder aan dit
gebouw. Het meest opvallende is
natuurlijk dat dit huis zo prachtig com
bineert met de omgeving. Het is ont
worpen voor deze plek en daarom dat
iedereen zich er zo druk over maakt,
want eigenlijk mag er niets anders
staan op deze plek. Het kan nooit beter
zijn dan dit! Met het Wooldhuis heeft
Roosenburg de nieuwe manier van
bouwen uit de jaren dertig heel zorg
vuldig toegepast. Daarom staat het er
nog. Er mankeert nog steeds niets
wezenlijks aan, alleen wat achterstal
ling onderhoud.We hebben tegen
woordig de mond vol van 'duurzaam
bouwen', welnu in de jaren dertig kon
den ze het al. Duurzaam bouwen wil
toch zeggen dat iets lang kan blijven
staan en datje het met kleine ingrepen
een langer leven kan geven?'
32 Zeeuws Tijdschrift