Gezicht op Westhove en omgeving. Paneel 3 7 x 45 cm. Londen, Victoria and Albert Museum. Van den Berghe - van een 'ouderwetse' miniaturistische detaillering. Maar de geleidelijke evolutie van zuidelijk manië risme naar noordelijk realisme is in Goe- daerts landschap goed te volgen. Voor dien was er nog een bijbels gegeven als motief of voorwendsel8, een historisch feit als aanleiding9, een leerrijke of lou ter verhalende intentie als toegift tot het landschapschilderij10, Goedaert streeft naar een paysage pur, daarmee de ver oordeling trotserend van een gewestge- noot die de schilderkunst - en dus zeker een geseculariseerd on-didactisch land schap - al theologiserend had gewogen en te licht bevonden. Deze Zeeuwse poëet, Cornelis Udemans, oordeelt in een vers, Op een schoone schilderye: Wij scheppen in een Schildery Wel vreugt, en een vermaken, Maar wat is daer doch anders by Als ydeltheyt van saken? met welke uitspraak hij een voorsprong had van jaren op Pascals: "Quelle vanité que la peinture". De belangrijkste en meest forse schrede voorwaarts op de weg van het Vlaams- maniëristische landschap naar het noor delijk realistische deed Goedaert door zijn bewuste keuze van het gegeven: het is ontleend aan zijn eigen eiland, we zien de landwegen, de boerderijen, de door de zeewind gebogen bomen, een dorpskerk, de duinen van Walcheren. Zijn aandacht voor het welverzorgd detail maakt zijn oudste landschap bijna inventariserend beschrijvend (afb. 5). De voorgronds-vegetatie met grote uitvoe rig gedane bladeren prijkt er als een bloem, stilleven in de open lucht, com pleet met de obligate vlinder en kikvors. Rechts in de voorgrond vallen nog enke le Vlaams-maniëristische rudimenten te bespeuren: een dode boom met afge scheurde stamstomp van woekerend gewas, een overdrijving in de gebroken lijnen van het takgestel. Het coloriet is nog geheel uit het Middelburgse Brueg- hel-filiaal. Een blauwe hemel met wol ken, een bruin-groen-blauw landschap, krachtig rood van een voorgrondsfiguur. We kennen slechts drie geschilderde landschappen van Goedaert. Twee daar van zijn, evenals zijn bloemstukken en zijn tekeningen, gemerkt Joh: goedaert in schrijfletters. Geen van deze werken draagt een datering. Dit verwondert ons van deze nauwkeurige die stipt ver meldt: op welke datum hij een bepaalde rups heeft gevangen, wanneer die ver popte, op welke dag de vlinder uit kwam. Vond toch hijzelf - vrijmeester schilder in het Middelburgs St. Lucasgil- de - dit onderzoekerswerk van meer belang nog dan zijn schilderschap? Goedaerts tweede landschap, behorend aan het Londense Victoria en Albert Museum, hing daar aanvankelijk als "anoniem Nederlands" totdat het door I.A. van Regteren Altena werd herkend en gepubliceerd als "Een gezicht op Westhove en omgeving van Johannes Goedaert" (11) (afb. 6). Volgens de kleding van de jagersman in de voorgrond is dit schilderij te dateren op 1660 a 1665. Eerst nu blijkt het Vlaams-Middelburgse maniërisme geheel overwonnen, alle elementen daarvan in compositie, coloriet, boom schildering, figuratie en landschappelijke gegevens volkomen uitgebannen. In zijn Gezicht over Walcheren vanaf de dui nen achter het kasteel Westhove (afb. 5) vatte Goedaert een thema op dat ook Haarlemse paysagisten boeide: de ver binding van golvend of glooiend duin, met het vlakke land zich strekkend naar een ver verschiet. Men behoeft niet als vaststaand aan te nemen dat de Middel burger hierin de Haarlemmers navolgde. Beide partijen, op zoek naar motieven uit de nabije werkelijkheid, konden in eigen omgeving landschappen van overeenkomstige structuur en bodem gesteldheid vinden. Het is geen geringe verdienste hoe Goe daert bij zijn minutieuze zorgen voor het detail, hier een gaaf geheel wist te berei ken, een natuurlijke eenheid van tegen stellingen: enerzijds het golvende van het duin met het daaraan grenzend ter rein - begeleid door opeenvolgende ron dingen van boomkruinen en bossage - en anderzijds de horizontale gestrekte velden verder landinwaarts tot aan de einder (afb. 5). Ondanks de aanwezig heid van enkele niet liefelijke elementen: het woeste brok duin met de losgewoel de kronkelende wortels van geteisterde vegetatie, de onrust van de vuurbaak op de duintop (afb. 6), in zijn schuine stand een bijna dreigend teken aan de hemel, ondanks deze 'dramatische' componen ten is - door een gelukkige harmonie van contrasten - de algehele stemming van dit Walchers landschap blijmoedig sereen en harmonieus. Goedaerts "bevallige Landgezigtjes, door hem met de pen geteekent" (12) (in Oostindische inkt, licht gewassen, 6 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 8