Boerderij en landerijen. Pen en penseel in Oostindische inkt 188 x 255 mm. Wenen, Albertina.
sommige ook nog met wat zwart krijt)
staan in dezelfde of verwante gevoels-
toonaard als zijn landschappen in olie
verf. Ze vertolken het welbevinden van
de wandelaar in Zeelands Tuin, met
opgewekte belangstelling voor rustieke
bijzonderheden, met blije aandacht voor
dier en plant, voor de natuur. Ze hebben
op een enkele uitzondering na merk
waardig archaïserende trekken, die even
herinneren aan prenten van Matham en
Boëtiusla Bolswert naar vroege tekenin
gen van Abraham Bloemaert. Dit is in
het bijzonder het geval met een tweetal
in de Albertina te Wenen: Gezicht op
boerderijtjes en landerijen (afb. 7) en
Weg langs een bosrand (afb. 8), beide
met links als afsluiting een bizarre, knoe
stige, bewoekerde knotwilg, de eerste
bovendien met grootbladige planten in
de voorgrond.
In twee andere, die deel uitmaken van
de Collectie De Grez in Brussel, Museum
voor Schone Kunsten: Landweg tussen
boerderijtjes (afb. 9) en Boerderijtje
nabij de duinen (afb. 10) doet de schil
derachtige bouwvalligheid van de
scheefgezakte boerenbehuizing weer
aan Bloemaert denken, evenals de grilli
ge kale boomtakken naast gezonde
lovertrossen. De rij stengelachtige
bomen die rechts aansluiten op ronden
de bossage vinden we terug in Goeda-
erts geschilderde Gezicht op Westhove
(afb. 6).
Waren de hier besproken tekeningen
alle gemaakt met de pen in Oostindi
sche inkt en licht gewassen, in Ameri
kaans privaatbezit is een pentekening,
gemerkt Joh: goedaert, die, uitzonder
lijk, met gewassen waterverftinten is
verlevendigd (afb. 11). De ingehouden
kleur ondersteunt de arcadisch-idyllische
kijk op het buitenleven die deze teke
ning te zien geeft: een landschap met
een boerderijtje, waar in de voorgrond
een boer onbezorgd zijn pijpje rookt,
gezeten bij "het vreedzame en onnozele
vief, dat nooit noch kwaad noch onrecht
dee". Ook in deze tekening treffen we
Goedaerts typerende elementen aan als
kale, spichtige kronkeltakken naast het
dichte lover, grootbladige kruiden in de
voorgrond en uitzicht over een vlak land
Zeeuws Tijdschrift 7