Het team van het Innovatiecentrum Zeeland in de Vlissingse haven, (foto: Ben Seelt) van Nederlandse Innovatiecentra wordt ook door Oostbloklanden als een ideale constructie gezien om de economie te stimuleren. Er vindt veel uitwisseling plaats. Wanneer een bedrijf een beroep doet op het ICZ met een eenvoudige vraag, zal deze direct beantwoord worden, of de vrager wordt doorverwezen naar een andere instantie die het antwoord wel of nauwkeuriger kan geven. Heeft het desbetreffende bedrijf een veelomvattende vraag, dan zal een advi seur van het ICZ bij het bedrijf langsko men voor een gesprek. Iedere adviseur heeft zijn of haar specialismen. Naar aanleiding van het eerste gesprek zal de adviseur naar oplossingen van het bedrijfsprobleem zoeken. Vanuit zijn eigen ervaring put hij veel informatie, of hij betrekt kennis van databanken, bij andere bedrijven, andere Innovatiecen tra, universiteiten, TNO of ingenieurs bureaus. Na ongeveer twee weken zal de adviseur het bedrijf een schriftelijk rapport sturen met daarin suggesties voor oplossingen, aanbevelingen van produktielijnen of voortsellen voor inschakeling van externe adviesbureaus of gespecialiseerde bedrijven. Een korte telefonische nabespreking sluit het geheel af voor wat betreft het Innova tiecentrum. Maljaars: 'Wij geven eigenlijk alleen een duwtje, zetten een proces in gang. Als het leuk begint te worden, moeten wij loslaten. Dat is wel eens moeilijk voor de adviseurs die zich echt in een zaak vast bijten. Per advies mogen we 16 arbeids uren besteden.' In 1995 hebben ruim 360 individuele bedrijven advies gekre gen met betrekking tot vernieuwings- of verbeteringsprocessen. Eenenveertig pro cent is afkomstig uit de industrie en dan gaat het vaak om kleine bedrijven (min der dan 5 personen). De meeste advie zen (37 beogen een verbetering van de bedrijfsvoering. 'We zouden meer moeten toetsen of de adviezen werkelijk worden uitgevoerd en of het advies tot het gewenste effect heeft geleid. We signaleren trends in de bedrijfsvoering, in de economie, door het veldwerk dat we doen en rapporte ren daarover aan het ministerie van Eco nomische Zaken. Zij, in die ivoren toren, die weinig contact hebben met het bedrijfsleven op de werkvloer, kunnen door onze bevindingen hun beleid aan passen, inspelen op wat is en wat gaat gebeuren. Een goede evaluatie zou niet misstaan in dit verband.' Zeesla Gelukkig voor de adviseur die zich graag ergens in vastbijt, besteedt het Innova tiecentrum Zeeland een groot deel van zijn energie en tijd in projecten die tot doel hebben nieuwe produkten en ver beteringen bij bedrijven tot stand te brengen. In 1995 slorpten de 33 projec ten ongeveer de helft van de produktie- ve ICZ-tijd op. In totaal waren hier 120 bedrijven bij betrokken. De projecten omhelzen thema's als de verwerking van afvalstoffen, schoner produceren, of een efficiency-onderzoek in de schelpdier sector. Bekend is het project Valorisatie van zeesla uit het Veerse Meer. Twaalf bedrijven hebben zich ingezet met wier iets te produceren. In samenwerking met Zeeuwse toprestaurants werd een receptenboekje uitgegeven en het Delta College organiseerde een zeewierdiner- programma. De eerste fase van dit pro ject heeft het ICZ, de Provincie Zeeland en het Recreatieschap Het Veerse Meer een ton gekost aan externe kennis en deskundigheid. Maljaars: 'Er zijn vijftien nieuwe produkten ontwikkeld in die eer ste fase, waarvan er maar twee echt bruikbaar zijn. Deze worden nu verder onderzocht in de tweede fase.' 8 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 10