De kapittelkerk van Kapelle
De toren
G.J. Lepoeter
In Hoog van de toren (gids van de Pro
vincie Zeeland, 1994) wordt de geïnte
resseerde leek in een serie verkennin
gen door de verschillende delen van de
provincie gevoerd ook langs oude kerk
gebouwen die de moeite van het bekij
ken waard zijn. Een beknopt en duide
lijk overzicht van de hand van M.P. de
Bruin, voormalig hoofdredacteur van
dit tijdschrift. Aan vele van de beschre
ven kerken zijn in de loop van de tijd
aparte publikaties gewijd; van eenvou
dige brochures, bedoeld om de bezoe
kers wat nader te informeren over de
bouw- en verbouwgeschiedenis, tot
wetenschappelijk onderbouwde scrip
ties, die vaak bepaalde facetten tot in
detail belichten. Na een jarenlange stu
die plubliceerde ik onlangs een boek
over de kapittelker van Kapelle onder
de titel De Geheimen van de kerk van
Kapelle onthuld, dat op 11 mei jongst
leden werd aangeboden aan Drs. H.
Eversdijk, lid van de Eerste Kamer der
Staten Generaal.
Niemand minder dan de grondlegger
van de monumentenzorg in Nederland,
Victor de Stuers, schreef over de kerk
van Kapelle al in 1875: "Onder de
Zeeuwsche dorpskerken bekleedt dit
gebouw een eerste plaats". Waarom
"een eerste plaats" kan men zich
afvragen. Is dit gebaseerd op het
bouwkundig concept; het volmaakte
evenwicht in maatvoering en samen
hang van de verschillende delen van
het bouwwerk? Of de toch wel bijzon
dere situatie, dat het gebouw sedert
het gereedkomen van de laatste onder
delen in het begin van de 16de eeuw,
er nog altijd op dezelfde manier staat?
De verheffing tot kapittelkerk mis
schien; een eervolle gebeurtenis, die
slechts zelden voor een dorpskerk was
weggelegd? De Stuers, kenner bij uit
stek, die het land afreisde om een
inventarisatie van de "monumenten
van geschiedenis en kunst" te maken,
zal ongetwijfeld de totaliteit op het
oog hebben gehad. Laten we maar
eens aan enkele opvallende aspecten
aandacht besteden.
In grote delen van Zuid-Beveland wordt
de horizon al sinds de middeleeuwen
beheerst door kerktorens. Van de oor
spronkelijk meer dan veertig exemplaren
- waarvan sommige op niet meer dan
een kilometer afstand van elkaar ston
den - zijn er tegenwoordig nog maar
twaalf bewaard gebleven. Hoewel er
dus veel zijn verdwenen, bezit het eiland
nog altijd de grootste en gaafst bewaar
de groep middeleeuwse dorpstorens van
Zeeland. Niet dat al deze torens op
elkaar lijken en dus het Zeeuwse of
Zuidbevelandse torentype zouden verte
genwoordigen, integendeel. In wezen
zijn de enige gemeenschappelijke ken
merken van de Bevelandse torens het
gebruik van lokaal geproduceerde bak
steen en de plaatsing tegen de westge
vel van het schip (op Kruiningen na). De
oudste exemplaren (eerste helft 14de
eeuw), zoals Kapelle, Wemeldinge,
Baarland en Oudelande, kenmerken zich
door spaarzaam versierde gevelvlakken
en steunberen die maar tot halverwege
de hoogte van de romp reiken.
Bij torens uit de tweede helft van de
14de eeuw en de overgang naar de
15de eeuw zien we het metselwerk ver
sierd door meer of minder opvallende
spaarvelden en steunberen tot aan de
trans (Nisse en 's Heer Abtskerke). Gro
te afwijking is Kruiningen: een toren
zonder steunberen met een achtkantige
bovenbouw (die we ook in Groede en
Poortvliet zien) en staande aan de zuizij-
de van de kerk.
Het beste zien we het verschil in bouw
stijlen als we Kapelle met Kloetinge ver
gelijken. Kapelle stoer en sober met nau
welijks een stukje natuursteen te beken
nen. De Kloetingse toren dateert van 150
jaar later: speels en opengewerkt met
een overvloed aan natuursteen. Dit is
typerend voor de invloed van de zgn.
Brabantse gotiek uit de bouwtijd van
deze toren, eind 15de eeuw. Grote bij
zonderheid aan de Kapelse toren is de
geheel uit baksteen opgetrokken spits,
die nog uit de bouwtijd dateert. Een blik
seminslag in 1932 zorgde voor flinke
schade. Twee maanden later werd op
aandringen van Monumentenzorg een
bliksemafleider op de toren geplaatst,
iets dat de architect bij de restauratie van
1922-1924 nog onnodig had geacht.
Het eerste exemplaar van het boek De geheimen van de kerk van Kapelle onthuld wordt door de auteur
overhandigd aan Drs. H. Eversdijk (I), lid van de Eerste Kamer der Staten Genraal. Foto: A/I. de Goffau.
12 Zeeuws Tijdschrift